Tomas Saraceno
Tomas Saraceno
Ondanks de recentelijk voltooide miljoenenverbouwing blijft The Barbican een onmogelijk, en volgens sommigen nog steeds onooglijk, maar bovenal onoverzichtelijk bouwwerk. Een betonnen blokkendoos waarin de verschillende ruimten – het gebouw biedt naast twee tentoonstellingszalen ook onderdak aan een concertzaal, twee theaterzalen en drie filmzalen – verdeeld zijn over open en gesloten bouwlagen en verdiepingen, die door een labyrint van gangen en een netwerk van luchtbruggen met elkaar in verbinding staan.
De weliswaar unieke architectuur die bij ontwerp eind jaren vijftig radicaal en vooruitstrevend was, bleek in de praktijk al snel niet aan de eisen van eigentijdse kunst- en cultuuruitingen te voldoen. Vorm overstijgt functie.
Een typisch voorbeeld daarvan is ‘The Curve’, een hemelsbreed zestig meter lange, rondlopende galerij, die eerder op een sluiproute lijkt dan een functionele tentoonstellingsruimte. Voor het team curatoren vormde de ruimte al jaren een bijna onmogelijke opgave. Of er nu thematische tentoonstellingen of solo-overzichten gepresenteerd werden, de specifieke architectuur bleek keer op keer te dominant en te overheersend voor de kunst. Sinds deze zomer is The Barbican onder de noemer Curve Art van start gegaan met een serie kunstprojecten die speciaal voor de ruimte ontwikkeld worden.
De van oorsprong Argentijnse kunstenaar Tomas Saraceno (1973) bijt met de video-installatie Cumulus het spits af. Saraceno, die in zijn geboorteland een opleiding tot architect volgde en vervolgens kunst en architectuur studeerde aan de Städelschule in Frankfurt am Main, is er op een overtuigende manier in geslaagd om de tachtig meter lange, rondlopende wand dienstbaar te maken aan het werk. Langs de gehele lengte van de wand plaatste hij een rij van tweeëndertig projectieschermen. Het aaneengesloten videopanorama Cumulus, toont een desolate vlakte met een helderblauwe lucht waarlangs stapelwolken voorbij trekken.
Eigenlijk gebeurt er niet veel. Het landschap verandert naarmate de dag verstrijkt. Wolkenvelden drijven langs, dan weer van links, dan weer van rechts. De zon komt op en gaat aan het einde van het filmpje weer onder. De horizon is laag en op sommige momenten is het niet duidelijk waar een wolkenpartij eindigt en haar reflectie in het water begint. Soms lijkt het alsof er bergen uit het water opdoemen om daarna evenzo snel weer te verdwijnen. De snelheid waarmee de tijd in het landschap verstrijkt, lijkt te variëren; soms razen de wolken voorbij, soms lijken ze een moment stil te staan. En juist op deze momenten, wanneer de tijd even stilstaat en de scheidingslijn tussen werkelijkheid en reflectie, realiteit en illusie vervaagt, verandert het landschap in een abstracte compositie in blauw en toont het haar sublieme schoonheid.
De ideale positie om de installatie te bekijken is halverwege de ruimte, daar waar het begin en het einde van het panorama buiten je gezichtsveld vallen en je als het ware door de blauwe lucht omsloten wordt. Door het ontbreken van een duidelijke focus aan de horizon en de versnellende en vertragende bewegingen van de wolken, word je als kijker meegezogen in het beeld, en drijf je voor je gevoel weg op de wolken. De soundtrack met het aanzwellende geluid van de wind complementeert deze totaalervaring en zorgt voor een extra dramatisch effect.
Om het beeldmateriaal voor Cumulus te filmen, reisde Saraceno met zijn crew af naar Bolivia, naar het op 3600 meter hoogte gelegen Salar de Uyuni dat met 12.000 km2 de grootste zoutvlakte van de wereld is. Op de kale vlakte bevindt zich een meer dat zo ondiep is, dat de wind nauwelijks grip heeft op het wateroppervlak, waardoor er een perfecte spiegeling is. Saraceno ontwikkelde een ringvormige constructie waarop hij tweeëndertig camera’s monteerde. Deze constructie liet hij vervolgens op het meer drijven om gedurende een dag opnames te maken van de omgeving. Het ruwe materiaal is uiteindelijk teruggebracht naar tweeëndertig afzonderlijke loops van ongeveer twintig minuten die – synchroon geprojecteerd op de projectieschermen – het videopanorama Cumulus vormen.
Cumulus maakt deel uit van Saraceno’s ambitieuze project Air-Port-City. De werken die Saraceno de laatste twee jaar in het kader van Air-Port-City realiseerde, zijn experimenten waarin hij technische innovaties in dienst stelt van zijn grensverleggende ideeën over stadsplanning, mobiliteit, overbevolking, milieuvervuiling en andere sociaal-politieke en economische vraagstukken. Saraceno’s ideeën en projecten zijn verwant aan de utopische visie van radicale architecten uit de jaren vijftig en zestig. Ze worden gekenmerkt door eenzelfde charme en een ongebreideld utopisme zoals we dat kennen van Buckminster Fuller, en doen ook denken aan Constants New Babylon en soortgelijke projecten van Archigram en Superstudio.
Met Air-Port-City zet de kunstenaar zijn toekomstvisie uiteen voor een superstructuur van mobiele, stedelijke modules in de lucht. Deze vliegende units zijn volgens Saraceno de oplossing voor onder andere problemen met overbevolking en milieuvervuiling. Net als wolken veranderen deze zwevende units continu van vorm en samenstelling en de bewoners zijn vrij om te gaan en staan waar zij willen, ongebonden en ongehinderd door lokale wet- en regelgeving. Air-Port-City is hiermee de eerste, echt ware internationale stad. Binnen het concept van Air-Port-City functioneert Cumulus als het ware als een voorzichtige introductie op het baanbrekende, maar vreemde idee om in de toekomst in zwevende steden te leven. Een beetje zoals je mensen het beste eerst aan gewichtsloosheid kunt laten wennen voordat je ze een huis op mars probeert te verkopen.
Christel Vesters