Totale troep
Totale troep
Een interview met Marlie Mul
Ze is bekender in het buitenland dan in Nederland. De Nederlandse Marlie Mul, woonachtig in Berlijn en Londen, maker van langwerpige nepasbakken en levensechte plassen vol rotzooi. Haar kunst getuigt van een maatschappij waarin ook afval betekenis kan hebben.
In de afgelopen jaren waren er in je tentoonstellingen bepaalde thema’s, bijvoorbeeld roken, en meer recent kunstmatige regenplassen. De plassen, net als de asbakken, worden gepresenteerd als clusters die zinspelen op vuilnis, mensen en gebeurtenissen.
‘Er is zeker een bepaald dioramagevoel bij de werken. Ze zijn gemaakt om op echte objecten te lijken, maar los van hun context zodat ik ze kan herschikken. Slechts een van de stalen asbakcontainers in mijn rookserie is een letterlijke kopie van een bestaand exemplaar, gezien op straat: een stuk staal met ventilatiesleuven dat als een soort openbare asbak werd gebruikt. Door de afmetingen ervan te dupliceren konden de verhoudingen van de kopie als richtlijn voor de andere exemplaren. Het is hun formele taal die de werken zogenaamd “echt” maakt. En de toeschouwer denkt dat ze dat ook dienen te zijn. Het lijkt erop dat de toeschouwer geen interesse stelt in het onderscheid tussen de letterlijke kopie en de objecten die daarvan afgeleid zijn. Voor mij is vooral van belang dat het werk géén objet trouvé is. Het is belangrijk dat de werken niet echt zijn, omdat ze zo meer zeggen over dat wat “echt” is. Realistisch maar niet reëel.’
Bij de plassen speelt hetzelfde, en vraagt het publiek regelmatig of ze ze mogen aanraken, alsof ze echt nat zijn.
‘De plassen zijn een voortzetting van een reeks met de titel No Oduur. Deze serie werd geproduceerd rond het idee van het roken, het gebruik van tabak, en het roken van sigaretten in het bijzonder. Ik wilde herleiden waar dat gedrag uit voorkomt – vooral de politieke beslissingen die we min of meer voor lief nemen: de ontwikkeling van ons idee van hygiëne, de angst voor vuil, de gevolgen van uitvindingen in de geneeskunde, en het thema schuld bijvoorbeeld in het geval van tabaksbedrijven die beschuldigd worden van “het veroorzaken” van gezondheidsrisico’s en dat vervolgens afschuiven op de consument.
Dat alles valt terug te voeren op een klein ding: de sigaret. Sinds dat een handelsartikel is, is het een instrument van de macht. Bijvoorbeeld in de manier waarop het is ingezet tegen de indianen in Amerika, die door hun verslaving aan nicotine en hun offerplicht aan de goden afhankelijk waren van de teelt van de tabaksplant. Later kwam het tot zekere hoogte ook van pas ter controle van de vrouw, toen een meer algemene toegankelijkheid van contraceptie de vrouw te veel vrijheid gaf. Ik had dat allemaal in gedachten bij het maken van deze objecten. Een van de objecten is een kopie van een ontluchtingspaneel dat als asbak dienst doet. Het is waarschijnlijk ooit een vuilnisbak geweest, die in de fik is gestoken en maar waarvan de plastic “verzamelbak” is weggesmolten. Als object is het blijven hangen, en een verzamelpunt van sigarettenpeuken geworden, wat op zo’n manier alledaags sociaal gedrag registreert.’
Waar vielen je deze objecten het eerst op?
‘Ik zag ze op straat in Berlijn en ze leken me de manier waarop ik naar architectuur kijk goed samen te vatten – als een geprogrammeerd script. Zoals je in de ochtend op kantoor in een lobby of hal ontvangen wordt door een receptioniste. Alles rondom efficiëntie en productie op kantoor ligt vast en wordt daarmee aangemoedigd, als een grote machine. Maar wat er aan de achterkant van het gebouw gebeurt en niet onder de productie van efficiëntie valt, zoals roken, maakt geen onderdeel uit van het script, ook niet voor de werknemers.’
Sommige van je werken gaan op een bijna sociologische manier over het ontstaan van gewoontes, zoals het roken en het afval dat in een regenplas achterblijft. Je draait de kwestie vaak om en spreekt bij het roken ook over de constructie van de niet-roker.
‘De vervloeiing van positieve en negatieve ruimtes interesseert me. Vooral de resulterende sporen – de letterlijke ophopingen van sociaal gedrag – maken dat zichtbaar. Een goede illustratie hiervan is de uitvinding van de passieve roker door de geneeskunde – cruciaal in de politiek rond het roken. Roken is eind jaren vijftig officieel aangemerkt als een gevaar, maar om de roker van gedrag te doen veranderen moest er eerst meer schuldgevoel worden aangekweekt. De formalisering van “second-hand smoke”, oftewel “tweedehands rook”, droeg hieraan bij door aan te tonen hoe de actieve roker de passieve voortbrengt. Het is een manier om het onzichtbare zichtbaar te maken: de verantwoordelijkheid voor het eigen lichaam impliceert ook een verantwoordelijkheid voor andermans lichaam. Het roken en de rook worden ruimtelijke, territoriale vraagstukken. Ik gebruik ze als materialisatie van ideeën die mij interesseren, over schuldgevoel, gedeelde verantwoordelijkheid, relaties van persoonlijke bewustwording en de grotere systemen van macht en geld.’
Het stuk Cigarette Hedgehog ziet eruit als een congregatie van mensen.
‘Dat is wat me in eerste instantie in het thema aantrok – hoe mensen daar stonden, hoe ze eigenlijk rond een politieke beslissing staan. Dat is een belichaming van zoveel geschiedenis. Zoals de vermeende eerste roker in Europa op een schip met Columbus zat. Toen hij terugkwam naar Spanje en tabak rookte om de mensen te laten zien wat de indianen deden, is hij in de gevangenis gegooid. Alleen de duivel ademt rook uit, vond men. Toen hij na zeven jaar weer vrij kwam, was het roken geaccepteerd. Vervolgens waren het geloof ik, de koninklijke families die het roken van tabak hier introduceerden.’
De antropoloog Mary Douglas ziet ‘vuil’ als materie die niet op zijn plaats is. Toen je afgelopen winter bij Croy Nielsen voor het eerst de regenplassen toonde hadden mensen daadwerkelijk het idee dat ze per ongeluk waren veroorzaakt door druipende bezoekers. De plassen zijn vuil, vol rotzooi die je niet in een kunstwerk verwacht. Wat is de gedachte erachter?
‘Het waren bijna horizontale versies van de asbakken. Omdat ze plat zijn en het afval gefixeerd is, hebben ze iets fotografisch. Ik wilde iets alledaags en herkenbaars maken, een algemene troep die ik wilde vangen, als het ware.’
Vangen?
‘De werken vangen bepaalde residuen. Ze werken voor mij als rekwisieten, als decor voor een algemene malaise, een algehele troep. Toen ik mijn eerste tentoonstelling van deze werken maakte vond er in Nederland een opmerkelijke gebeurtenis plaats. Project X Haren verwijst naar het incident waarbij een meisje van zestien op Facebook bekend had gemaakt dat ze haar zestiende verjaardagsfeestje ging vieren. De oproep voor het privéfeestje in haar ouderlijk huis in Haren ging viral, met gevolg dat er duizenden mensen op afkwamen, ondanks oproepen van de burgemeester niet te komen. Het werd een enorme ravage, inclusief rellen, brandende auto’s, ingeslagen ruiten, alles volgens de esthetiek van de rel. Het gezin werd geëvacueerd met een helikopter, het dorp verwoest.
De naam van het evenement refereert aan de speelfilm Project X, waar de familie van een meisje niet thuis is, ze een verjaardagsfeestje geeft en volgens een klassiek filmscenario het hele huis wordt verwoest. Het verhaal is interessant in het licht van de Londense rellen van 2011, en later de rellen in Zweden, waar de redenen voor agressie uiteraard heel anders van aard waren. Dat doet me denken aan een keer dat ik door Londen wandelde met een vriend en we werden afgeleid door rook en vuur. Er stonden politieagenten omheen, maar er was niemand die ons stopte. Plotseling stonden we er middenin, terwijl jongeren in bendes dozen met flatscreens uit winkels droegen. We realiseerden ons dat we midden op een set zaten, een re-enactment van de Londense rellen voor een film of serie. We namen wat foto’s op onze telefoons en zetten die op Facebook. Online leek het net alsof we bij de echte rellen aanwezig waren.’
Pablo Larios is een kunstcriticus uit Berlijn
Pablo Larios is een kunstcriticus uit Berlijn
Marlie Mul heeft een solo bij galerie Fluxia in Frieze Frame in Londen, van 17 t/m 20 oktober
Marlie Mul heeft een solo bij galerie Fluxia in Frieze Frame in Londen, van 17 t/m 20 oktober
Vertaald uit het Engels door de redactie
Vertaald uit het Engels door de redactie
Pablo Larios
is schrijver en redacteur bij frieze