metropolis m

Bart Houwers, foto Gunnar Meier

Het gebouw aan de Stadhouderskade waar De Ateliers sinds 1992 in gehuisvest is, heeft in de afgelopen jaren vele kunstenaars verwelkomd voor een tweejarige werkverblijf. In de expositie Underbelly waarmee tien deelnemers hun tijd bij het kunstinstituut afsluiten, wordt het gebouw opvallend zorgvuldig onderzocht en ingezet. De kunstenaars zoeken letterlijk de uitersten op. Van  zolderdakraam tot boilerroom: geen hoekje wordt overgeslagen.

Kunstenaar Bart Houwers is opgegroeid op het platteland, tussen de varkens. Zijn installatie, een nagebouwde varkensstal, past precies in een van de ruimtes van het gebouw, vertelt hij. ‘Echt bizar, het plafond is hier een stuk hoger, maar verder kloppen de afmetingen exact met die van de stal.’ Een onheilspellend geluid vult opeens de ruimte. Ik kijk rond, maar het is niet precies duidelijk waar het vandaan komt. Dan volgt die specifieke, penetrante geur van diervoeding. Boven elk hok wordt middels een maatbeker gevuld met voer. De verschillende onderdelen van de hokken heeft Houwers bij elkaar verzameld van boeren die nog onderdelen hadden liggen. Boeren die zich hebben laten uitkopen door middel van de stikstofregeling. Ondertussen blijft het voer komen. Voer dat wordt geïmporteerd uit onder andere Vietnam.

Houwers legt uit dat je vroeger als boer veel land nodig had, om voer te kunnen produceren voor je vee. Tegenwoordig zijn er voornamelijk landloze boeren. Curator van de expositie Jennifer Teets, die mij vandaag rondleidt door de expositie, neemt ze me mee naar de werkplaatsen van De Ateliers en wijst me op een fascinerende machine die er normaal niet staat. Hiermee wordt het voer door een pijp door de muur de installatie van Houwers ingepompt. De kunstenaar heeft er bewust voor gekozen dit uit het zicht te houden, en terecht: het unheimische gevoel dat je krijgt als je door Houwers’ installatie Feeding Operation (2024) rondloopt, wordt zo versterkt.

Ook kunstenaar Gvantsa Jgushia maakt slim gebruik van de impact van geluid. Als je haar installatie op de eerste verdieping binnenloopt, hoor je opeens duidelijk de klokken van de Westerkerk. Dan gaan die klanken over in intiem, huiselijk geroezemoes. Aan de wand en op vloer zijn verschillende sculpturen te zien, deels beschilderd met een vloermotief. Er zijn ruimtes weggelaten. Deze oppervlakte is de vrije ruimte tussen haar meubels in haar appartement hier in Amsterdam: een zeer kleine woonruimte dat in groot contrast staat met de enorme ateliers die de Ateliers biedt. Op de derde verdieping vind je het atelier waar ze het eerste jaar heeft gewerkt. Kleiner en intiemer, vlak onder de kap. Ook hier zijn de huiselijke geluiden te horen. Jgushia heeft gebruik gemaakt van een panphonics sound shower: een soort  onzichtbare akoestische zuil verbindt dit zolderatelier met het atelier op de eerste verdieping. Een stukje van de vloer van de zolderruimte heeft ze weggehaald, precies waar de geluidszuil loopt. Deze stukjes vloer vind je weer terug in haar werk op de eerste verdieping.

Kunstenaar Katie Watchorn haalde verschillende dingen van Marktplaats voor haar presentatie. In Ierland, waar ze vandaan komt, heb je een vergelijkbaar platform, vertelt ze. Maar daarnaast ook een wat haar betreft nóg betere, gericht op groot materieel. Aan de muur hangt een soort airco, het blijkt een warmtepomp voor zwembadwater te zijn. Ook zie ik twee grote apparaten die luchtgordijnen produceren voor bij een ingang van een winkel. Ze blazen horizontaal warme en koude lucht de ruimte in. De luchtcirculatie doet de lamellen voor de ramen zachtjes bewegen. Ze blijven op hun plek doordat ze te laag hangen en het onderste gedeelde de vloer raakt. In de boilerroom, de ruimte onder de grote trap in de ontvangsthal, is een ander werk van Watchorn te zien. Boven de rode ketels van de enorme gasinstallatie waarmee het gebouw nog altijd verwarmd wordt, is het videowerk Dry brimmig thresholds (commutes between fantasies) (2024). Iemands rug wordt gemasseerd. Diens huid rood van de wrijving.

Op de tentoonstellingstitel Underbelly kwam Teets uit na een informeel gesprek met afzwaaiend kunstenaar Leah Zhang. Zhang onderstreept de onderliggende verhalen die haar werk funderen. Ze heeft twee ateliers waarin ze verschillende filminstallaties toont. De ruimte op de begane grond, waar ook vaak de Artist Talks plaatsvinden, is totaal onherkenbaar. De ingang is afgesloten met een geroest hek Blue Rust (2024). Via de achterkant kun je installatie inlopen. Het is behoorlijk donker. Op drie schermen neemt Zhang je mee diep de mijnen in. De filmschermen van In Emptiness There is No Form (2024) staan op de grond en de geluidsinstallatie heeft Zhang net boven stahoogte geconstrueerd, waardoor het geluid intenser is. Het versterkt het claustrofobische gevoel. De mijn is nog altijd in gebruik en bevindt zich bij het dorp waar Zhang is opgegroeid.

Met de titel Underbelly heeft Teets een werkend framewerk weten te construeren. Ze omschrijft haar rol als curator van deze ongewone tentoonstelling als die van een verloskundige. De kunstenaars waren immers al bekend met hun thema’s. Teets heeft een begeleidende rol ingenomen

Met ‘onderbuikgevoel’ wordt veelal verwezen naar iets ongezien blijft, maar wel je aandacht vraagt. Kunstenaar Samuel Mackiewicz speelt het spel van onthullen en verhullen met verve. Zijn werken zijn nadrukkelijk geen schilderijen, maar een prints. Hij begint dan wel met gesso, acryl en tempera, daarna maakt hij een foto ervan die weer digitaal bewerkt. Die foto print hij dan weer op papier en bewerkt hij soms met een vloeistof. Laag over laag ontstaat een zorgvuldig beeld dat precies op de grens van abstractie en figuratie balanceert. Ik denk oogholtes te herkennen, maar het kunnen ook raamkozijnen zijn. En een neusgat, of is het een navel?

Kunstenaar Félix Keslassy heeft eigenhandig uit een gebouw net buiten Amsterdam dat zou worden gesloopt verschillende trappen meegenomen. De wenteltrappen liggen en hangen in de ruimte. Ze zijn bedekt met een laagje stof. Op sommige plekken ontwaar je ineens een stukje gezicht of een klauw. Keslassy hoorde verhalen over mensen die trappen hebben gezien in een bos. De Europese mythe fascineerde hem. Mensen geloven dat deze visioenen van trappen leiden tot schatten en andere dimensies, maar ook naar de hel. Vermiste kinderen zouden bovendien deze trappen in het bos opgelopen zijn. Keslassy pleit voor een herwaardering van het mystieke en de bijbehorende kennis. In een performance die bij De Ateliers plaatsvindt, speelt het instrument de theremin een belangrijke rol. Wie dat wonderlijke instrument gebruikt, lijkt geluiden te creëren enkel door handen in de lucht te bewegen.

Kunstenaar Klaartje van Essen refereert ook naar stof in haar werk The Time we shared the Sound of Dust (2024). Ze vertelt over een jeugdherinnering waarbij ze vele uren in stilte heeft doorgebracht samen met haar zus. Woven Process Matter (2024) is een sculptuur in de vorm van een pilaar die ze maakte van de stucloop waarmee ze de vloer beschermde om The Time we shared the Sound of Dust te maken. Kaasdoek bewerkte Van Essen met gips en rode kool. Van bijenwas maakte ze krijtjes. Ook kunstenaars Anthony Ngoya en Neda Mirhosseini verwerken op een bijzondere manier (jeugd)herinneringen in hun werk. Zo laat Ngoya zijn vader aan het woord over zijn migratie van Congo naar Europa en maakt hij prachtige sculpturen in de vorm van enorme lantaarns die zachtjes bungelen als schommels in een speeltuin. De kleinere lantaarns waarin kaarsen branden hebben rugzakriempjes gekregen, zodat ze makkelijk mee kunnen op reis. Mirhosseini maakt zachte tekeningen van stillevens van glazen en servies, die ‘samenheid’ en verbondenheid verbeelden en portretten van familie en vrienden uit Teheran die ze mist tijdens haar verblijf aan de Ateliers. Maar ook zien we leftovers van lege flessen en gebruikt servies, als bewijs van de gezellige avonden met medekunstenaars hier aan De Ateliers.

Samen met de kunstenaars heeft Jennifeer Teets ook een publiek programma gecureerd dat plaatsvindt op 1 en 8 juni in het Woonhuis. Het Woonhuis is de voormalige conciërgewoning die sinds vorig jaar onder andere wordt gebruikt als projectruimte. Tijdens het publieksprogramma zullen ook sprekers van buiten de kunst, gespecialiseerd in onderwerpen die door de kunstenaars worden aangesneden, aan het woord komen. Vergeet ook niet het Woonhuis te bezoeken tijdens je bezoek aan de tentoonstelling. In twee ruimtes ervan toon W. Rossen nieuwe olieverfschilderijen waarin hij zorgvuldig inzoomt op hedendaagse objecten als laptops, koffers en een waterflesje. Tijdens een lange wandeling wilde hij een slok water nemen uit dat flesje. Hij vergrootte zijn blik in het flesje zodanig, dat het schilderij ook een lens lijkt te verbeelden. De bodem van het flesje maakt als een prisma allerlei kleuren zichtbaar.

Alle foto’s zijn gemaakt door de auteur

De Ateliers Offspring 2024: Underbelly is gecureerd door Jennifer Teets en geopend t/m 9 juni, elke woensdag t/m zondag van 12:00 – 18:00. Kijk hier voor meer informatie over de expositie en het publieksprogramma: https://www.de-ateliers.nl/offspring-2024-underbelly/

Deelnemende kunstenaars: Klaartje van Essen, Bart Houwers, Gvantsa Jgushia, Félix Keslassy, Samuel Mackiewicz, Neda Mirhosseini, Anthony Ngoya, W. Rossen, Katie Watchorn en Leah Zhang

Lotte van Geijn

is beeldend kunstenaar en schrijver

Gerelateerd

Recente artikelen