Vlaamse lente
Vlaamse lente
Nieuwe kunstcentra openen in België
In Vlaanderen en Brussel zijn op dit moment twee officiële musea voor hedendaagse kunst: het MuHKA in Antwerpen en het SMAK in Gent. Er zijn weliswaar meer musea die hedendaagse kunst presenteren, zoals het PMMK in Oostende of het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel, maar hier wordt de hedendaagse kunst slechts als een onderdeel van een bredere programmering gebracht. Twee echte musea voor hedendaagse kunst dus, het is een schaarse score. In de laag onder de musea blaakt het echter van de nieuwe initiatieven. Wiels en argos in Brussel, Extra City in Antwerpen, Netwerk in Aalst, en dat is nog maar een selectie.
De meeste van deze initiatieven worden gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap, maar er komen ook inkomsten uit andere kanalen, uit de hoek van de stad of de provincie en uit de privésector. De bijdrage van kunstverzamelaars, zowel financieel als inhoudelijk, is van niet te onderschatten belang voor de Vlaamse kunstscene. Maar het welslagen van een instelling voor hedendaagse kunst hangt natuurlijk niet alleen van de instroom van geld af. Van cruciaal belang is de inhoudelijke programmering en de wijze waarop een platform functioneert in een stad. En de allerbelangrijkste vraag is: wie is de directeur of de curator? Alle subsidies, beginselverklaringen, ontstaansgeschiedenissen en beheerraden ten spijt, het is de directeur of de curator die de instelling maakt, of juist niet. In dat opzicht is het opmerkelijk dat de doelstellingen van de verschillende, nieuwe initiatieven opvallend veel overeenkomsten met elkaar vertonen. Bijna allemaal hebben ze het over een ‘lokale, nationale en internationale programmering’, over ‘drie tot zes thematische groeps- of solotentoonstellingen per jaar’, over ‘het belang van randprogrammering’ en over ‘de heropleving van de buurt’ waarin ze zich bevinden.
Brussel spant op dit moment de kroon wat betreft nieuwe kunstinstellingen. De hoofdstad heeft vooralsnog geen museum voor hedendaagse kunst, wat ongetwijfeld de reden is voor de toename van de Brusselse kunstinitiatieven. Eind mei dit jaar moet hier Wiels Centrum voor Hedendaagse Kunst haar deuren gaan openen, in de voormalige brouwerij Wielemans-Ceuppens. Volgens directeur Dirk Snauwaert zag het idee voor Wiels het licht, dankzij de huidige raad van bestuur, waarin onder anderen de kunstenaars Luc Tuymans, Ann Veronica Janssens en MuHKA-directeur Bart De Baere zitting nemen.
Wiels richt zich op de actuele kunstwereld en het bevorderen van een intellectueel debat hierover. Men belooft een dynamische programmering, zes tentoonstellingen per jaar, randactiviteiten als lezingen en workshops, noem maar op. Ambitieuze plannen, kortom. De renovatiewerken (prijs: 11,2 miljoen euro overheidsgeld) bleven aanvankelijk echter nogal voortslepen en nog altijd blijft men voorzichtig over wat er precies in Wiels te verwachten valt. Maar de aanhouder wint, en dus ziet het ernaar uit dat Brussel binnenkort een serieus kunstplatform rijker is.
Een andere nieuwkomer in de Brusselse kunstscene is de Elektriciteitscentrale – Europees Centrum voor Hedendaagse Kunst, dat in juni van vorig jaar van start ging. Dit project van de Stad Brussel is het razendsnel uit de grond gestampte geesteskind van cultuurambtenaar Henri Simons. De politicus had zich ten taak gesteld het gat in de Brusselse cultuurmarkt te dichten, maar bij de laatste verkiezingen zag Simons zijn schepenambt aan zich voorbijgaan. Het lot van de Elektriciteitscentrale ligt nu in de handen van een nieuw verkozen politicus.
Directeur Pascale Salesse begon vlak voor de zomer laagdrempelig met Zoo, een groepstentoonstelling over dieren in de hedendaagse kunst. Hoewel de werken op de tentoonstelling lang niet slecht waren, bleef de tentoonstelling als geheel te frivool waardoor deze niet echt goed ontvangen werd. Ondertussen kan de Elektriciteitscentrale, opgezet naar voorbeeld van het Parijse Palais de Tokyo, wel bogen op een geschikte ligging in de trendy Dansaertwijk en op een gebouw dat goed functioneert als tentoonstellingsruimte.
Argos, een kunstinstelling die eind jaren tachtig werd opgericht, is al lang actief in de Brusselse kunstscene. Tot dusver organiseerde argos, dat zich aanvankelijk richtte op video en audiovisuele kunst, jaarlijks een festival voor nieuwe media, dat zich over verschillende locaties in de stad verspreidde. Daarnaast maakte het tentoonstellingen met kunstenaars als Aernout Mik en Markus Schinwald.
Argos heeft sinds kort veel meer tentoonstellingsruimte gekregen, wat zijn weerklank heeft op de programmering. Als gevolg van de uitbreiding en verbouwing, geleid door het Rotterdamse architectenbureau MVRDV, maar ook omdat een nieuw inhoudelijk programma geschikter leek, heeft het voormalige platform voor audiovisuele kunst het aanbod verbreedt naar de hedendaagse kunst (zij het met videokunst als vaste kern). De Griekse curator Katerina Gregos werd voor een jaar in de arm genomen, ‘omdat het belangrijk was met iemand samen te werken die over een internationaal netwerk beschikt’, aldus directeur Frie Depraetere. Eerste resultaten van de verandering: de openingstentoonstelling Being in Brussels, over internationale kunstenaars die wonen en werken in Brussel. Deze tentoonstelling mocht dan een beetje tegenvallen, Argos nam revanche met de daaropvolgende tentoonstelling over de projecten van MVRDV en een overtuigende, nieuwe installatie van Ana Torfs getiteld Anatomy.
Antwerpen dan, waar in de herfst van 2004 Extra City met veel aplomb van start ging. Het door de Vlaamse Gemeenschap zwaar gefinancierde initiatief begon ambitieus met enkele, grote tentoonstellingen. Afgelopen zomer barstte echter de bom en werden de initiatiefnemers, annex curatoren van het eerste uur Wim Peeters en Marie Denkens, bedankt voor bewezen diensten. Financiële en vertrouwensproblemen lagen aan de basis van deze paleisrevolutie. Het pijnlijke verhaal deed Extra City weinig goed.
Maar inmiddels is Anselm Franke, voorheen curator in KW Institute for Contemporary Art in Berlijn, aangesteld als artistiek directeur. En voor de derde keer op rij verandert Extra City van locatie. Het eerste gebouw had men slechts tijdelijk ter beschikking, het tweede was een ijskoude loods aan de haven en de derde locatie is op het moment dat ik dit schrijf, nog maar net bekend gemaakt. Het veelbesproken kunstbastion gaat in maart van start met een groepstentoonstelling getiteld No Matter How Bright The Light, the Crossing Occurs at Night, over geesten en verschijningen, en een eerste architectuurproject met nieuw werk van Anri Sala. Nieuwe directeur, nieuwe locatie, veelbelovende tentoonstellingen: dit lijkt op een heuse wederopstanding van Extra City.
Ook in de kleinere, Vlaamse steden doet men pogingen om kunst op een professionele manier te brengen. Netwerk in Aalst bijvoorbeeld, is een kunstencentrum waar niet alleen de presentatie, maar ook het werkproces van belang is. Vier jaar geleden verhuisde Netwerk naar een fabrieksgebouw buiten het centrum van Aalst. Na meer dan 25 jaar heeft het initiatief een stevige reputatie opgebouwd en is het ondanks de situering in de periferie een soort leverancier geworden van Vlaams talent.
Z33 in Hasselt was voorheen een wat voorspelbaar provinciaal centrum, maar kreeg in 2002 een relatief doortastende facelift. Ondanks een situering die naar Belgische maatstaven ver weg van alles is – is de stijl van Z33 opvallend fris. Artistiek directeur Jan Boelen besloot niet alleen hedendaagse kunst, maar ook design te tonen, juist omdat die keuze in Vlaanderen niet zo vanzelfsprekend is. Design is functioneel en dat vinden Vlamingen artistiek niet echt te verdedigen, al is die opvatting inmiddels wel aan het veranderen. Z33 begaf zich toch op het pad van de toegepaste kunst en kan intussen prat gaan op een zeer behoorlijk programma, waarvoor je best een paar uur rijden over hebt.
En dan zijn er nog heel wat andere, nieuwe, door de overheid of door de privésector gefinancierde initiatieven, elk met hun eigen verdienste en betekenis. Dat hele middenveld zorgt voor een diverse, en ook meer ontspannen invulling van de hedendaagse kunstinstellingen in Vlaanderen. In een minder grote instelling kan er immers makkelijker geëxperimenteerd worden. Ze mogen het probleem van te weinig musea dan maar gedeeltelijk oplossen, er valt veel te zeggen voor dit sprankelende, nieuwe netwerk van kunstinitiatieven.
WIELS
Centrum voor Hedendaagse kunst
Van volxemlaan 354
Brussel – Vorst
www.wiels.org
Extra City
Klamperstraat 40
Antwerpen
www.extracity.org
Elektriciteitscentrale – Europees Centrum voor Hedendaagse Kunst
Sint-Katelijneplein 44
Brussel
Z33
Zuivelmarkt 33
Hasselt
www.z33.be
Argos
Werfstraat 13 rue du Chantier
Brussel
www.argosarts.org
Els Fiers