metropolis m

Schepping en vernietiging gaan altijd samen in het vloeibare werk van Gaëlle Choisne. De kunstenaar, tot voor kort resident aan de Rijksakademie, valt met zijn interesse in kolonisering, macht en exploitatie, naast liefde en verbinding, in goede aarde. Het is al op meerdere plaatsen in Europa geëxposeerd, zoals dit voorjaar in de Kunsthal Rotterdam.

Het werk van Gaëlle Choisne is verleidelijk en ondoorgrondelijk tegelijk. Onderwerpen als kolonialisme, macht en exploitatie, maar ook liefde en spiritualiteit, benadert zij vanuit de intuïtie die zij ziet als een vorm van verzet tegen een wereld die te veel gebaseerd is op het rationele. Haar werk staat bol van de contradicties en paradoxen, die tevens haar eigen identiteit weergeven. Als dochter van een Franse vader en een Haïtiaanse moeder belichaamt ze de historische strijd tussen deze landen en een geschiedenis van verzet. De dissonantie en het ongemak dat voelbaar is in het werk van Choisne is minutieus geregisseerd. Alles in haar werk gaat uit van de contradictie als natuurlijke balans in de wereld. Haar objecten bezitten een materialiteit die vol emotie zit. Ze zijn aantrekkelijk, maar ook ambigu en soms zelfs wanstaltig. Haar video’s zijn een collage van documentaire elementen, fictie en abstractie. De onderdelen worden samengebracht in fragiele installaties die bewust een zekere mate van verwarring teweegbrengen en waarin het geheel zich nooit in één keer aan de toeschouwer zal onthullen. 

Toen Choisne ongeveer acht jaar geleden voor het eerst in Haïti kwam, vond zij de dialectiek en spanning die zij in haar werk opzoekt in de realiteit uitvergroot. Het eiland met zijn unieke mix van culturen en proces van creolisering, maar ook de gewelddadige schoonheid, de ‘wanhopige vitaliteit’ van Haïti, zou de leidraad worden voor veel van haar werk. De aanwezigheid van water en referenties aan de zee, die zowel een sublieme schoonheid als een vernietigende kracht bezit, zijn daarom veelvoorkomend. De zee vertelt over haar geboorteplek aan de kust van een koloniserende macht en het eiland van haar moeder, maar de zee heeft ook een eigen herinnering en is gebonden aan een verleden van kolonisatie, ontdekkingsreizen en slavernij. Het zout uit de zee verwijst naar het gebruik ervan in voodoorituelen en de kracht die eraan toegekend wordt om bijvoorbeeld zombies weer van een ziel te voorzien. Choisne legt in haar praktijk ook een verzameling aan van beelden uit andere landen en culturen die ze door middel van haar werk in lijn met Oswald de Andrade’s ‘Manifesto Antropófago’ herkauwt en weer uitbraakt.

Choisnes installaties zijn altijd in beweging en in een constante staat van wording. Dit heeft zij onder andere laten zien tijdens de laatste RijksakademieOPEN waar het werk in dialoog werd gebracht met de muziek van de Haïtiaans-Canadese componiste Carmen Brouard, die tijdens de open dagen enkele malen live opgevoerd werd. Het is een ode aan een zwarte, vrouwelijke componist uit het begin van de twintigste eeuw die klassieke muziek combineerde met een Haïtiaanse stijl. Prominent in de presentatie, en als een soort decor voor de performances, werd een video getoond die door middel van een remix en recycling van beelden uit ouder werk, uit archief- en nieuw materiaal een chaotisch en fragmentarisch wereldbeeld weergeven. Het werk toont een collage van filmbeelden die betrekking hebben op de representatie van zwarte mensen, zoals fragmenten uit The Jazz Singer uit 1927, de eerste film met geluid waarin een belangrijke scène door de hoofdrolspeler met blackface gespeeld wordt. Een tekst in de video refereert onder andere aan het negentiende-eeuwse boek Savage Africa dat verhaalt over een ontdekkingsreiziger die verliefd wordt op een Afrikaanse vrouw die niet weet wat een kus is, omdat dat in haar cultuur niet voorkomt. Ook toont de video een still van een nooit afgemaakte film uit 1913 waarin twee zwarte mensen elkaar kussen. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat de intimiteit tussen twee zwarte mensen centraal staat. Deze referenties gaan niet alleen over representatie, maar ook over de politisering van het zwarte lichaam en van de liefde.

Dit laatste is het onderwerp van een nieuw onderzoek dat zich de komende jaren zal ontvouwen, maar wat al eerder centraal stond in de solotentoonstelling TEMPLE OF LOVE die Choisne eind 2018 had in de Parijse Bétonsalon. Hoewel de titel en de schijnbare lichtvoetigheid van het onderwerp doen vermoeden dat Choisne hiermee een andere weg inslaat, vormt de tentoonstelling in werkelijkheid niet meer dan een inversie van haar benadering van dezelfde onderwerpen. De methodologie is dus in lijn met de dialectiek die in al haar werk terug te vinden is. In plaats van verschillende soorten machtsverhoudingen te benaderen vanuit de positie van het conflict, benadert de kunstenaar ze nu vanuit de positieve emotie van de liefde. Zij wil hiermee het gevoel terugbrengen in sociaal-politieke onderwerpen en een tegenwicht bieden aan de banalisering van geweld die in haar ogen zo pijnlijk veel voorkomt. Choisne ziet de liefde als een sociaal-politieke arena van machtsstrijd en verzet, die door middel van het sentiment een andere, directere en geëngageerde relatie kan aangaan met de toeschouwer.

De tempel in TEMPLE OF LOVE verwijst naar een plaats van samenkomst waar Choisne verschillende figuren, zowel mythische als wereldse, samenbrengt die ieder op hun eigen manier een reflectie zijn op de transgressieve aard van liefde om de sociale orde te verstoren. Centraal hierin staan de Babylonische godin Isjtar en voodoogodin Erzulie Dantor. Isjtar is de godin van de liefde, seks en oorlog. Zij is een verstoring van de norm, omdat zij bijvoorbeeld de beschermheilige van prostituees en homoseksuele is en van gender kan veranderen. Erzulie Dantor, ook wel de zwarte maagd genoemd, is de beschermer van alle vrouwen waaronder alleenstaande moeders, sekswerkers en lesbiennes. Beide godinnen representeren insubordinatie en een omkering van hiërarchieën. Ze zijn een reflectie op de complexe en gewelddadige historische en politieke context van liefde. Of het nu het huwelijk betreft of het verbod op homoseksuele en interraciale liefde: de restrictie van liefde is door de geschiedenis een effectieve vorm van sociale controle gebleken die vooral voor lichamen die niet als maatschappelijk correcte norm worden beschouwd nadelig is.

Als hommage en gebaar van verzet, omdat het in Frankrijk voor een zwarte vrouw nog helemaal niet vanzelfsprekend is om een institutionele solotentoonstelling te hebben, incorporeerde Choisne ook in deze tentoonstelling een kunstenaar die tijdens haar leven erg weinig (of erg laat) erkenning heeft gekregen. De Cubaanse Hessie (Carmen Lydia Đurić) woonde sinds het begin van de jaren zestig in Frankrijk en is nu vooral bekend om haar zeer delicate, geborduurde, minimalistische werken. Het mysterieuze en ongrijpbare werk van Hessie ontglipte lange tijd iedere categorisering. Zelf noemde ze haar werk ‘survival art’, mede omdat het door middel van het gebruik van waardeloze en afgedankte materialen bestand trachtte te zijn tegen verval en verlies. Maar Hessie was ook zeer actief in de feministische beweging en haar kunst speelde een belangrijke rol in het vinden en bestendigen van een positie van onafhankelijkheid en het verstoren van de maatschappelijke norm. 

Choisnes werk bestaat uit een web van lagen van betekenis waarvan maar een klein deel aan een toeschouwer wordt ontsloten en een nog kleiner deel hier besproken is. Aan de basis van deze werkwijze ligt het idee dat kennis zelf, zoals wij gewend zijn deze te categoriseren en tot ons te nemen, een westers systeem is, dat als doel heeft de wereld en de mensen te domineren. Obscuriteit is kortom een middel om deze hegemonische methodologie te ondermijnen en tot de kern te komen van wat kennis is of kan zijn. Het moderne westerse denken kent de wereld zonder haar te voelen. De toevoeging van sentiment en intuïtie is daarom een manier om de hiaten in onze kennis en in ons wereldbeeld op te vullen. Dat maakt van het werk van Choisne en haar vertaling van een groot archief aan kennis en verwijzingen naar abstracte vormen een uitnodiging om de ervaring van het kijken, in plaats van alleen in het hoofd, ook in de rest van het lichaam te laten plaatsvinden. En net als de liefde zal dat altijd iets onverklaarbaars hebben. 

Irene de Craen

is schrijver en curator 

Werk van Gaëlle Choisne is te zien in:

Trouble in Paradise. Collection Rattan Chadha 

Kunsthal Rotterdam

7.2 t/m 26.5.2019

Irene de Craen

Recente artikelen