
‘Wat is natuur en wat betekent dat woord überhaupt?’– in gesprek met kunstenaar Vera Mennens
Dit weekend nog te zien in de groepsexpositie Van Raster naar Vector: Nederland Winstlandschap bij Radius CCA: de videokunstwerken van Vera Mennens, waarin de kunstenaar door heidelandschappen, duinen en andere natuurgebieden wandelt en fictieve gesprekken met overleden natuurbeschermers en onderzoekers voert. ‘Pionierend natuurbeschermer Eli Heimans is me steeds een stap voor, als een gids die al weet wat ik nog aan het ontdekken ben.’
Het is een zonnige dag in Eindhoven. Kunstenaar Vera Mennens en ik zitten in haar achtertuin, onder het raam van haar werkkamer op de eerste verdieping. Het gezang van vogels begeleidt ons gesprek over Mennens werkproces, de rol van natuurbeschermer en onderwijzer Eli Heimans (1861-1914) daarin, en de grote vragen die ze zich afstelt – vragen die vaak onbeantwoord blijven.
Na haar afstuderen als fotograaf aan St. Joost School of Art & Design in Breda in 2013, ontdekte Mennens video-essays tijdens haar Artistic Research Master (2015-2017) op de KABK in Den Haag. Dit werd haar centrale medium. Met elk nieuw video-essay duikt Mennens dieper in haar vragen over de betekenis van natuur binnen het Nederlandse landschap en hoe mensen – inclusief zijzelf –zich tot deze natuur verhouden. In haar werk verkent ze hoe archieven begrippen zoals ‘natuur’ categoriseren, voert ze fictieve gesprekken met overleden natuurbeschermers en onderzoekers door hun geschriften, en brengt ze deze samen door middel van speelse speculatie en persoonlijke ervaringen die ze opdoet tijdens wandelingen in specifieke natuurgebieden, zoals onder andere het heidelandschap van De Kampina, de duinen bij het Zwanenwater en het draslandschap van De Groote Peel.
Nele Brökelmann
Hoe ben je Eli Heimans tegengekomen en wie is hij?
Vera Mennens
‘Als kind wandelde ik vaak met mijn familie in het Geuldal bij Epen, waar we meestal in Restaurant Ons Krijtland aten. In 2016 kwam ik erachter dat Heimans een boek met die titel heeft geschreven (Uit ons Krijtland, 1911), en dat het restaurant naar dit boek is vernoemd. Eli Heimans was een Nederlandse onderwijzer, schrijver en natuurbeschermer die een sleutelrol vervulde in het toegankelijk maken van veldbiologie voor een breed publiek. Zijn liefde voor de natuur, die ontstond in zijn jeugd in Zwolle, vormde de basis van zijn werk. Hij gebruikte zijn onderwijstalent om boeken en artikelen te schrijven die de natuur dichter bij de gewone burger brachten, zoals Door het rietland (1896), Hei en dennen (1897), en In de duinen (1899), in samenwerking met Jac. P. Thijsse. Als medeoprichter van het tijdschrift De Levende Natuur en de Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging, legde Heimans de basis voor natuurbescherming in Nederland en droeg hij bij aan de oprichting van Natuurmonumenten. Hij wordt herinnerd als een pionier die wetenschap en educatie combineerde om de waardering voor de natuur in Nederland te bevorderen.’


Brökelmann
Wie is Eli Heimans voor jou?
Mennens
‘Toen ik zijn teksten begon te lezen, raakte ik gefascineerd door hoe hij de lezer moeiteloos meeneemt op de wandelingen die hij beschrijft, waardoor je zelf het landschap door zijn ogen ervaart. Zijn vooruitziende blik en inzet voor natuurbescherming, zoals zijn rol in de oprichting van Natuurmonumenten en de redding van het Naardermeer, hebben me doen inzien hoe cruciaal het is om de natuur te behouden. Hij zag al vroeg in dat zonder bescherming onze natuurgebieden zouden verdwijnen, een bewustzijn dat ik nu pas echt begrijp.’
Brökelmann
Wat voor rol speelt Heimans in je werk?
Mennens
‘Ik gebruik Heimans als gesprekspartner in mijn werk. Dit omdat zijn diepe liefde voor de natuur en zijn vermogen om die passie via zijn schrijfstijl over te brengen, mij enorm inspireren. In mijn eigen werk voelt het alsof Heimans mij steeds een stap voor is, als een gids die al weet wat ik nog aan het ontdekken ben. Door me in zijn onderzoek en teksten te verdiepen, realiseer ik me hoeveel ik eigenlijk nog niet wist over de vorming en geschiedenis van het Nederlandse landschap. Heimans helpt me om dieper na te denken over de huidige toestand van de natuur in Nederland en om met meer inzicht en waardering naar onze omgeving te kijken. Zijn aanwezigheid in mijn werk vormt een voortdurende herinnering aan het belang van natuurbehoud en het begrijpen van de complexe relatie tussen mens en natuur.’
Mennens werken zijn aandachtige verkenningen. In haar video-essays geeft een langzaam draaiende camera een indruk van het landschap waar de verteller zich in bevindt. Deze beelden worden gecombineerd met close-ups van planten en materialen in archieven. De materialen worden vaak door Mennens of de handen van archivarissen behoedzaam aan de camera getoond. Een voice-over, ingesproken door Mennens zelf, is ingebed in lagen van field-recordings die zijn opgenomen tijdens haar wandelingen.
Brökelmann
Hoe voer je een dialoog met iemand die al lange tijd overleden is?
Mennens
‘In het begin heb ik Heimans beeldende beschrijvingen van zijn wandelingen omgebouwd tot een soort gesprek. Gaandeweg ontwikkelde dit zich. Hij begon me ook over andere dingen te vertellen, zoals de huidige toestand van de natuur en het klimaat. Ik stelde mij altijd voor dat hij daar heel verdrietig over zou zijn, en daarom komt hij ook vaak moedeloos over in mijn werk. Ik probeer hem dan te overtuigen dat mensen weldegelijk hun best doen om de boel een beetje recht te trekken. De vragen die ik probeer te beantwoorden heeft hij al lang beantwoord, maar hij weet natuurlijk niet wat er nu gebeurt. Deze afstand in tijd voelt nodig om een dialoog in mijn werk mogelijk te maken. Het voeren van deze dialogen op papier maakt mijn werkproces ook minder eenzaam.’

Brökelmann
Is Heimans je enige gesprekspartner in je video-essays?
Mennens
‘Voorheen was Heimans inderdaad mijn belangrijkste gesprekspartner, maar in het aankomende essay Langs heide, duin en drasland (2025), ga ik ook “in gesprek” met bioloog en geoloog Tera van Benthem Jutting (1899-1991). Voor het video essay Shifting Dunes (2022) heb ik het Heimans-diorama in het aquariumgebouw van Artis onderzocht en gefilmd. Het diorama is in 1926 ter ere van Heimans gebouwd, in samenwerking van Heimans’ voormalige compagnon, Jac P. Thijsse, Artis, en de Heimans Stichting, onder leiding van preparateur en fotograaf Paul Steenhuizen. Van Benthem werkte destijds bij het Zoölogische museum in Amsterdam en al de jaren dat ze verbonden was aan dit instituut hield ze gedetailleerde dagboeken bij waarin zij haar werkzaamheden en de ontwikkelingen binnen de natuurbeschermingsbeweging beschreef. Ik koos ervoor met haar in gesprek te gaan vanwege de narratieve potentie van het vrouwelijke dialoog, maar ook omdat ze onderdeel was van het team dat onderzoek deed naar en objecten verzamelde voor het Heimans diorama en dit dan ook uitvoerig beschreef in die dagboeken. Door haar inzichten van toen te combineren met mijn hedendaagse observaties en onderzoek moet er een nieuw narratief ontstaan dat het publiek meeneemt richting een pad naar herwaardering van onze relatie met natuur.’
Brökelmann
Heb je de dagboeken van Benthem Jutting in het archief in het echt bekeken?
Mennens
‘Ik ga binnenkort naar het Zeeuws Archief om haar dagboeken te bekijken. Ze zijn wel door een familielid uitgetypt, maar de originele pagina’s zijn nog niet gedigitaliseerd. Het is echt iets bijzonders om iemands dagboek in het echt te zien; dat is heel waardevol, ook al zal ik het door het handschrift waarschijnlijk niet eens kunnen lezen.’
Brökelmann
Heb je ook originele objecten van Heimans gezien?
Mennens
‘Ja, in het Naturalis depot heb ik de stenencollectie van Heimans bekeken. Eerder had ik een foto gezien van hoe één deel van zijn werkkamer eruitzag. Op basis van die foto en hoe hij zijn stenen had opgeborgen kon ik me een voorstelling maken van hoe nauwkeurig en liefdevol hij met zijn werk om ging. Ook heb ik via de Heimans en Thijsse Stichting veel originele tekeningen en teksten van Heimans mogen inzien, waaronder zijn allerlaatste briefkaart aan zijn vrouw, verstuurd op de avond van zijn overlijden.’
Brökelmann
Hoe zie je de relatie tussen feiten en fictie in je werk?
Mennens
‘Mijn werk is opgebouwd vanuit archiefonderzoek naar specifieke landschappen en gebieden, gecombineerd met wandelingen die ik in het nu maak. Ik werk vaak samen met deskundigen en wetenschappers om ervoor te zorgen dat ik de feiten niet verkeerd interpreteer of te ver ga. Op deze manier kan ik een eigen gesprek voeren, terwijl ik duidelijk laat zien hoe de mens de natuur vaak ondergeschikt heeft gemaakt en dat de gevolgen daarvan nog niet helemaal worden ingezien.’
Brökelmann
Gebruik je de gesprekken met de archivarissen ook in je werk?
Mennens
‘Nee, de gesprekken die ik in het archief voer zijn heel informatief en deze informatie gebruik ik alleen voor het te geschreven narratief voor het video-essay. Ik gebruik ze niet letterlijk in mijn werk, omdat het dan al snel een documentaire zou worden, en dat is mijn werk gewoon niet.’
Brökelmann
Welke elementen van de natuurgebieden waarop je inzoomt in je video-essays trekken je aandacht en waarom?
Mennens
‘Voor Shifting Dunes (2022) koos ik de duinen vanwege de verbouwing en (tijdelijke) opslag van het Heimans Diorama. Dit diorama, een levensgroot duinlandschap met opgezette dieren, werd in 1926 geopend om Amsterdammers te laten zien hoe de natuur eruitzag. Door de verbouwing verdween voor mij een deel van het bewijs van hoe natuur vroeger werd gerepresenteerd. In mijn aankomende werk Langs heide, duin en drasland (2025) zoom ik in op de heide, duin en het drasland. De heide vind ik een interessant gebied omdat het lijkt alsof haar bloeiperiode steeds vroeger en korter wordt door de opwarming. Het duingebied van Nederland is een prachtig voorbeeld van hoe de mens een samenwerking moet blijven aangaan met dit stuk natuur om zich te kunnen blijven beschermen tegen de zee. En het drasland, een gebied dat ooit werd afgegraven om turf te winnen, is nu schaars. We beginnen nu pas te begrijpen dat we dit soort gebieden eigenlijk nodig hebben voor CO2-opslag.’
Brökelmann
Heb je bepaalde verwachtingen wanneer je een natuurgebied binnengaat dat je eerder in het archief hebt onderzocht?
Mennens
‘Ik verwacht vaak dat wat ik heb gelezen ook daadwerkelijk in het natuurgebied aanwezig zal zijn. Maar omdat het om historische materialen gaat, is dat meestal niet het geval. Ik vind het heel confronterend wanneer natuurlijke onderdelen waar Heimans en zijn tijdgenoten over schrijven, bepaalde planten, dieren of vlindersoorten, sterk verminderd zijn, zoals bijvoorbeeld de gewone hamster en de boshommel. De brede raai, boswalstro en het dwergblauwtje zijn zelfs verdwenen. Dat wekt een melodramatisch gevoel in me op.’
Brökelmann
Hoe ga je met dit overweldigende gevoel om?
Mennens
‘Ik vind het leuk om erachter te komen welke historische ontwikkelingen aan het verlies van bepaalde soorten ten grondslag liggen en vind het belangrijk dat deze relaties zichtbaar worden gemaakt. Ik doe dit werk ook voor mezelf, omdat ik anders ook niet uit die machteloosheid van het individu kan stappen. En telkens beland ik weer bij dezelfde vraag: wat is natuur en wat betekent dat woord überhaupt?’
In 2023 heeft Mennens haar tweede masteropleiding afgerond, gericht op het archiveren van bewegend beeld: Preservation and Presentation of the Moving Image (2021-2023) aan de UvA. Ze wilde erachter komen hoe archieven specifieke werken, van filmrollen tot mediakunst, opslaan en bewaren. Mennens werkt nu ook als beeldarchivaris bij Het Flevolands Archief. Flevoland sluit inhoudelijk en qua maakbaarheid van het landschap goed aan bij haar artistieke praktijk. Het ontstaan van de provincie, vanaf het moment dat de Zuiderzee werd afgesloten en omgevormd tot polder, inclusief de planning van natuurgebieden, is vastgelegd op film en foto’s.
In 2017 is Mennens het langlopende onderzoek The Three Stages (2017-ongoing) begonnen. In de loop der tijd is uit dit ‘project’ haar praktijk gegroeid. Naast haar video-essays, publiceert Mennens ook teksten, zoals onder andere Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) (2021), met tekeningen van planten en stenen, en foto’s van landschappen uit archieven. Ze heeft ook een textielwerk gemaakt: Zur Geologie des Gerolsteiner Landes (2020). Door het weven konden, volgens Mennens, de tactiliteit van de originele tekeningen en kaarten van Heimans vertaald worden. Ook in haar video-essays weeft Mennens, maar dan met verschillende beelden, eigen indrukken en teksten.
Brökelmann
In je langlopende onderzoek The Three Stages (2017-ongoing) verken je veel archieven en wandel je door landschappen. Hoe ben je hiermee begonnen?
Mennens
‘Tijdens mijn afstuderen van de Master Artistic Research (2017) onderzocht ik de vorming van Europa. Na mijn afstuderen wilde ik dat onderzoek voortzetten. Ik ging naar het Stadsarchief in Maastricht om een foto van een tekening te bekijken waarop Napoleon te zien is terwijl hij de ENCI-steengroeven bekijkt. Precies 103 jaar later, in 1914, had ook Heimans daar gewandeld, rond de Sint-Pietersberg, en zijn ervaringen opgeschreven. Bij mijn bezoek aan het archief, weer 103 jaar later, ontdekte ik naast de afbeelding van Napoleon ook de wandeling van Heimans. Door dit toeval kwam de titel The Three Stages tot stand, refererend aan het verleden, heden en de toekomst. De wandeling van Heimans, was de eerste die ik na ben gelopen, en daaruit is ook het eerste gesprek en werk Mount Saint Peter (2018) met hem ontstaan.’
Met 'Zur Geologie des Gerolsteiner Landes' (2020) heeft Mennens de tactiliteit van de originele tekeningen en kaarten van Heimans naar een weefkunstwerk vertaald

Brökelmann
Heeft geschiedenis altijd een belangrijke rol gehad in je artistiek process?
Mennens
‘Ja, maar tijdens mijn fotografieopleiding keek ik nog eerst hoe de geschiedenis in het landschap terug te zien was. Nu doe ik het andersom: ik ga eerst het archief in om te begrijpen hoe begrippen zoals natuur en natuurbescherming zijn gerepresenteerd. Mijn doel is om beter te begrijpen wat we bedoelen met natuur in de context van het Nederlandse landschap, omdat dit landschap zo’n geconstrueerde vorm van natuur is.’
Brökelmann
Hoe kies je waarop je focust in je onderzoek?
Mennens
‘Ik richt me specifiek op de perceptie van natuur binnen de afgelopen 150 jaar. Net daarvoor, in 1871, verdween het laatste oerbos van Nederland. Als indirecte reactie is rond 1900 in Nederland de natuurbeschermingsbeweging opgekomen door onder andere Heimans. Binnen dat tijdskader kun je heel goed de stappen, inclusief de industrialisatie, vervolgen hoe we er nu zo voor komen zijn te staan.’
Brökelmann
Hoe ziet dat onderzoek er dan uit?”
Mennens
‘Mijn onderzoek bestaat uit twee delen. Het eerste vindt plaats in de archieven, waar ik samen met de conservators of archiefmedewerkers onderzoek doe. Het tweede komt tot stand in de natuur, waar ik inzoom op een bepaald gedeelte van het landschap dat tekenend is voor dat ene gebied. Vaak kies ik de specifieke landschappen, zoals het heuvellandschap in Zuid-Limburg, de duingebieden in Noord-Holland en de vennen, stuifzand en heide in Noord-Brabant, omdat ik ze heb gekoppeld aan een tekst. Voor elk video-essay selecteer ik dan twee tot drie kernlandschappen en kijk ik bijvoorbeeld naar diens cultuurhistorische aspecten, om te begrijpen en in kaart te brengen waarom we op bepaalde manieren naar natuur kijken en hoe we deze gebruiken.’
Brökelmann
Kun je een voorbeeld geven van dit ‘gebruiken’ van natuur?
Mennens
‘In Nederland verhouden mensen zich vaak tot het natuurlijke landschap als een gecontroleerd en beheerd decor, waarbij de oorspronkelijke wildheid is vervangen door een georganiseerde en gecultiveerde omgeving. Het landschap is door menselijke ingrepen zoals ontbossing, landaanwinning door het droogleggen van moerassen en het inrichten van polders, en het creëren van stedelijke en landbouwgebieden, omgevormd tot een ordelijk geheel. Daardoor ervaren we natuur als een gepolijst en beheerd product. Deze benadering leidt vaak tot een oppervlakkig begrip van de ecologische processen en een beperkte waardering voor de natuur in zijn oorspronkelijke, ongetemde staat. Hierdoor zijn veel mensen zich niet bewust van de ruigere, oorspronkelijke natuur die ooit het land bedekte, wat hun interactie met en begrip van het huidige landschap beïnvloedt.’
Brökelmann
Hoe maak je deze informatie onderdeel van je onderzoek?
Mennens
‘Dit soort informatie komt allemaal naar boven in de tweede onderzoeksfase. Voor deze “deep map” breng ik dus niet alleen de topografische, maar ook alle andere mogelijke “lagen” van het landschap in kaart. Daarnaast vind ik het ook heel leuk om zo veel mogelijk kennis op te doen over alles wat er in deze gebieden groeit, hoe de planten heten en waarom. Boerenwormkruid heet bijvoorbeeld zo omdat boeren het gebruiken om vee te ontwormen. Kaasjeskruid komt aan zijn naam omdat de vruchten op Goudse kazen lijken.’

Brökelmann
Hoe kom je bij deze lagen en hoe verbeeld je ze?
Mennens
‘Om de verschillende lagen van een landschap te verbeelden, combineer ik persoonlijke ervaringen die ik opdoe tijdens mijn wandelingen met diepgaand onderzoek naar de geschiedenis, ecologie en cultuur van het gebied. Dit resulteert in een meerlagige representatie die bestaat uit drie elementen: de gesproken essayistische tekst, videobeelden, en opnames van omgevingsgeluiden. De tekst biedt een reflectieve en analytische laag die mijn persoonlijke verbinding met het landschap en de historische context onderzoekt. De videobeelden brengen de visuele aspecten van het landschap in beeld, terwijl de opnames van omgevingsgeluiden de sfeer en de auditieve ervaring van de omgeving vastleggen. Samen vormen deze drie lagen een rijke en gelaagde weergave van het landschap, die de kijker uitnodigt om het niet alleen te zien, maar ook te voelen en begrijpen in zijn volledige complexiteit.’
Tegen het einde van ons gesprek begeven we ons naar de achterkant van Mennens’ tuin, waar we in de schaduw kunnen schuilen. Pas vanaf hier vallen me de vele planten en het glazen tuinhuisje vol stekjes op. Mennens vertelt dat haar partner en zij iets te enthousiast zijn gaan planten en nu eigenlijk niet genoeg ruimte hebben voor alle stekjes. Het is een mooie weerspiegeling van de liefde die Mennens voor de natuurgebieden en hun plantenrijkdom in haar werk uit.
Brökelmann
Hoe beantwoord je de grote vragen binnen je werk?
Mennens
‘In mijn werken stel ik altijd een bepaalde vraag centraal, die in het voorgaande essay niet beantwoord kon worden. Voor het aankomende essay is dat bijvoorbeeld de vraag hoe onze relatie met de “natuur” in de laatste eeuw is veranderd en waarom een nieuw (visueel) perspectief de toekomstige relatie kan helpen bepalen en positief veranderen. Ik neem deze vraag op in het volgende essay, in de hoop een antwoord te vinden, maar meestal komt er een nieuwe vraag bij. (lacht) Zo schuift het steeds op. Het voelt alsof elk volgend deel een uitgebreider stuk wordt, in een poging een antwoord te vinden op de abstracte en grote vragen die ik stel. Ik leg mezelf niet op dat ik een antwoord moet hebben, maar ik hoop wel dat iemand anders er iets mee kan en dat ik erna ook verder kan met een nieuwe vraag.’
De groepsexpositie Van Raster naar Vector: Nederland Winstlandschap (2024), waar werk van Vera Mennens te zien is, is nog t/m aanstaande zondag 25 augustus te bezoeken in Radius CCA
Nele Brökelmann
is beeldend kunstenaar