Welkom op het internet!
Nog niet zo lang geleden werd het World Wide Web beschreven als ‘World Wide Waiting’. Maar de tijden zijn veranderd. Door de opstand in Teheran werd duidelijk dat geen nieuwsprogramma verslag kon doen van de dramatische gebeurtenissen zonder de razendsnelle en accurate assistentie van internet.
Toen de protesten in Teheran plaatsvonden in de zomer van 2009, waren we allemaal getuige van een interessant moment: voor het eerst was er een archief op internet aanwezig van het heden: er verschenen ontelbare foto’s, films en berichten over de gebeurtenis op internet.
Nog niet eens zo lang geleden was de kennis van het heden beperkt tot de eigen persoonlijke context, aangevuld met een compacte samenvatting van het wereldnieuws op tv of de krant. We wisten niet veel over het heden, terwijl we in elke bibliotheek gedetailleerde informatie konden opzoeken over de Tweede Wereldoorlog, de geschiedenis van de auto-industrie, de politieke situatie in Afrika, de ontwikkeling van de communicatietechnologie, de ziekten die Europa teisterden, et cetera. Alleen over het verleden kon gedetailleerde informatie worden opgevraagd, niet over het heden, tenzij je natuurlijk de president van Amerika was en een hele horde experts, consultants en denktanks om je heen had. Dat is veranderd. Langzaamaan en min of meer onopgemerkt is het internet veranderd in een archief van het heden.
En dat ging inderdaad langzaam. Een decennium geleden kon het nog weken duren voordat je feitelijke informatie op internet had gevonden, als je niet precies wist waar je naar moest zoeken. De afkorting www werd cynisch vertaald als world wide waiting, en dat lange wachten betrof toen ook de zoekmachines. In die tijd was het belang van een webpagina af te lezen aan de hoeveelheid links naar die pagina, dus het duurde weken voordat een nieuwe pagina naar de eerste zoekresultaten op je scherm wist op te klimmen. Je kon je niet gewoon even bij Google aanmelden en zeggen: ‘Hallo hier ben ik’. Pas toen de blogs, foto- en videoplatforms als Flickr en YouTube werden uitgevonden, kreeg het heden vat op internet. En nu deze services via de nieuwe smart smart mobile phones verbonden zijn met Facebook en Twitter kunnen ze zelfs hun eigen uitzendstation worden. Het internet is aangekomen in het heden, het doet live en direct verslag van het nu aan jou.
Als gevolg daarvan is het heden, het bijwonen van een gebeurtenis op een bepaald tijdstip en locatie, niet meer hetzelfde als voorheen: directheid is niet meer de meest intense vorm van perceptie. Vandaag de dag weet je misschien wel meer van een gebeurtenis terwijl je niet op de plek zelf bent, iets wat we bijvoorbeeld al ervaren bij een voetbalwedstrijd. De sfeer van zo’n wedstrijd kan geweldig zijn, maar je mist gemakkelijk en belangrijke beweging binnen het spel omdat je nooit precies weet waar je naar moet kijken, terwijl een wedstrijd via tv via de meest onmogelijke gezichtspunten te volgen valt.
Nog een voorbeeld: wie Flickr, YouTube, Twitter, Facebook en relevante blogs checkte gedurende de protesten tijdens de verkiezingen in Iran van 2009, had meer gedetailleerde informatie over wat er op de straten van Teheran gebeurde dan een automonteur uit een buitenwijk van Teheran. En dit ondanks het feit dat je een dergelijke situatie in een vreemd land veel beter kunt beoordelen als je er zelf woont omdat je dan weet hoe mensen, huizen en sociale gewoonten met elkaar samenhangen. Omdat het heden nu wordt begeleid door een dikke laag informatie kun je heel veel details te weten komen. Details van mensen die daar echt nu zijn. Ook al moeten sommige mensen hun identiteit verbergen vanwege politieke redenen, ze kunnen hun stem verheffen in de moderne media en produceren wat men een ‘statistische waarheid’ zou kunnen noemen, een statistische waarheid die men niet kan ontkennen. In die zin is het zichtbaar zijn via moderne media soms meer publiek dan ergens zelf aanwezig zijn (en soms niet minder gevaarlijk). Die mogelijkheid een stem te verheffen in de nieuwe publieke ruimte is belangrijk voor ons allemaal.
Het maakt niet uit of het nu over regeringsbesluiten gaat of over de politiek van bepaalde bedrijven: sinds we leven in het tijdperk van het archief van het heden kan iedereen op onderzoek uit gaan en is het heel efficiënt geworden om deze kritiek of dit onderzoek publiek te maken. De media garanderen je niet dat je het gevecht gaat winnen, maar de publieke aandacht als gevolg van de media oefent wel een zekere druk uit die je helpt het doel te bereiken. Daarom is het hoog tijd dat de bekende slogan think global, act local wordt omgedraaid naar think local, act global. Een strategie overigens, die in de kunstwereld al lang wordt toegepast. Omdat de lokale kunstwereld te klein was om lucratief te zijn, zowel in financieel als inhoudelijk opzicht, hebben kunstenaars altijd al voor een internationale markt geproduceerd. En die truc is nu voor ons allemaal relevant geworden.
Er is een nieuw archief van het heden die ons, het publiek, een meer directe stem verschaft, en dat archief is een zeer machtig medium. Dat roept vanzelfsprekend nieuwe vragen en problemen op: welke informatie ‘mag’ gevonden worden, welke moet verborgen blijven? Wat is er weggehaald uit het archief? Wie heeft de macht of de controle over het archief van het heden? Welke economische investeringen worden gedaan, om welke redenen? Welke technologische beslissingen duwen het een bepaalde richting op? Of om kort te zijn: wat voor soort archief wordt er voor ons geproduceerd, en wat is het alternatief dat we echt zouden willen hebben? Voorheen moesten we ons er bewust van zijn wat gehoord kon worden. Nu moeten we ons bewust zijn van wat aanwezig mag zijn.
Mercedes Bunz is journalist en media & technologie redacteur van The Guardian, Londen
Mercedes Bunz