Zelf museumpje spelen
Zelf museumpje spelen
Geïnspireerd door het computerspel Football Manager, waarin je trainer bent van een topclub in het voetbal, droomt Juha van ’t Zelfde van het spel Museum Manager, waarin je een topmuseum mag runnen.
Het zal in 1995 geweest zijn dat ik mijn eerste kopie van Championship Manager 2 op de kop tikte. CM2 was een computerspel waarin je manager kon worden van alle grote (en kleine) clubs in de Engelse, Spaanse en Italiaanse voetbalcompetities. De eerste editie verscheen in 1992, en na een naamswijziging in Football Manager (FM) in 2005, is het spel uitgegroeid tot hét sportmanagementspel, met voetbalcompetities en bijbehorende spelers uit alle continenten.
Het spel begint met het aanmaken van een profiel en het kiezen van een club uit een van de vele competities in de wereld. Laten we voor dit voorbeeld FC Barcelona nemen, de meest succesvolle club van 2009, met beroemde spelers als Lionel Messi, Thierry Henry en Zlatan Ibrahimovic. Wanneer je je profiel aanmaakt wordt er meer van je gevraagd dan alleen je naam en leeftijd in te vullen. Je maakt ook een keuze hoe je bij de club binnenkomt als manager: als voormalig topvoetballer (type Rijkaard), als gelouterde coach (type Van Gaal), of als onbekende rookie zonder ervaring (type Van ‘t Zelfde). Laten we beginnen als onbekende trainer: Juha van ‘t Zelfde, dertig jaar, half Nederlands, half Fins.
De volgende stap is dat je welkom wordt geheten door voorzitter Joan Laporta, de beroemde vriend van Johan Cruijff. Namens het bestuur spreekt hij zijn vertrouwen uit in jouw aanstelling, en zegt te verwachten dat je de club kampioen zult maken. Met spelers als Messi, Henry en Ibrahimovic in je selectie moet dat te doen zijn natuurlijk. Maar mocht je versterking nodig hebben, krijg je ook nog de beschikking over een transferbudget van vijftien miljoen euro. Barcelona heeft een stadion van 98.000 stoelen, trainingsfaciliteiten van wereldniveau, een state of the art jeugdopleiding, en een totale begroting van 664 miljoen euro. Verder heb je een staf bestaande uit een assistent, trainers, jeugdtrainers, fysiotherapeuten en scouts. Kortom, alles is zoals het in het echt ook is, en je voelt de verantwoordelijkheid voor de toekomst van de club.
Wat de spelervaring van FM zo bijzonder maakt is de duizelingwekkende hoeveelheid statistieken en data die voorbijkomt. Spelers hebben meer dan dertig verschillende eigenschappen, onderverdeeld in technische, mentale en fysieke kwaliteiten, die gewaardeerd worden met een cijfer van 1 tot 20. De kleine Wereldvoetballer van het Jaar Lionel Messi heeft bijvoorbeeld een 20 voor flair en techniek, maar een 9 voor kracht en een 10 voor agressiviteit. Ook de managers, trainers en scouts hebben statistieken die hun kwaliteiten in kaart brengen. Al deze gegevens fluctueren, ze kunnen omhoog en omlaag, afhankelijk van hoe je omgaat met spelers, hoe je de staf inzet, hoe je de trainingen vormgeeft, met welke tactiek je speelt, of je wedstrijden wint, hoe goed de andere clubs het doen, hoeveel inkomsten je genereert, hoe je op de pers reageert en hoe het publiek op jou reageert. Word jij beter, dan worden de spelers beter, en vice versa. Het gevolg hiervan is dat je echt het gevoel hebt dat jij de club leidt, en dat jouw keuzes bepalend zijn voor het succes van de club. Voetbal is daarna nooit meer hetzelfde. De eerstvolgende keer dat je een voetbalwedstrijd in het echt ziet, kijk je door de ogen van een FM-manager. Sterker, je zou willen dat echte managers ook FM zouden spelen om hun club beter te maken.
Terwijl ik Football Manager 2010 onlangs speelde, bedacht ik me hoe tof het zou zijn om dit te vertalen naar de museumwereld. Dat je dan directeur kunt worden van Tate Modern, of dichterbij huis het Stedelijk Museum Amsterdam. Dat Alexander Ribbink je welkom heet, zijn vertrouwen uitspreekt en je de collectie, het gebouw en de staf toevertrouwt. Tegelijkertijd stelt hij ook een budget beschikbaar dat je vrijuit kunt besteden. Opeens moet je kiezen tussen de aankoop van een nieuw werk van Olafur Eliasson, de aanstelling van een nieuw hoofd marketing, of de ontwikkeling van de strategie van het museum op gebied van internet en nieuwe media. Dat nieuwe werk is kostbaar, maar zal nieuwe bezoekers trekken en internationaal veel aandacht krijgen. Het nieuwe hoofd marketing kan een diepte-investering betekenen voor de organisatie, en alle afdelingen beter zichtbaar maken. De online strategie zal het museum meer benaderbaar en toegankelijk maken, maar neemt veel tijd in beslag en vergt veel externe (en kostbare) expertise.
Net als in FM kun je in Museum Manager – want zo gaat dit spel natuurlijk heten – bij een kleinere organisatie beginnen en opklimmen naar een hogere divisie. In de voetsporen van Willem Sandberg maak je van het Stedelijk een eigenzinnig museum met een bijzondere collectie, dat midden in de samenleving staat en actief op zoek gaat naar samenwerking met andere disciplines. Dit heeft gevolgen voor de relatie met de gemeente, sponsors en andere partners. Wanneer je succesvol bent, zal MoMA je vragen manager te worden van hun museum, net als in de voetbalwereld gebeurt. Opeens heb je een immense collectie, astronomische budgetten, en een deskundig internationaal netwerk. Maar er worden ook resultaten van je verwacht. Kun je de druk aan?
Ik kan niet wachten om Museum Manager te spelen. De eerstvolgende keer dat ik een museum bezoek kijk ik door de ogen van een MM-manager. Sterker, ik zou willen dat meer echte managers MM zouden spelen om hun museum beter te maken.
Juha van ’t Zelfde is oprichter van Non-fiction, Office for Cultural Innovation, Amsterdam
Juha van ’t Zelfde