Ziekte, zombies en de zee – over het werk van Clémence Lollia Hilaire
Het werk van Clémence Lollia Hilaire is niet altijd even prettig om naar te kijken. In haar spookachtige installaties en video’s komen geregeld zombies en andere geestverschijningen voor. Het onveilige gevoel dat ze hiermee oproept, dient haar onderzoek naar de vrouwelijke ervaring, chronische ziekte en het gevoel een buitenstaander te zijn. Bij Galerie Fons Welters is momenteel een expositie van haar werk te zien.
Het werk van kunstenaar Clémence Lollia Hilaire is, kort gezegd, spookachtig. Niet alleen in de zin dat er spoken en geesten in rondwaren, maar vooral omdat het je achtervolgt en blijft hangen in je gedachten. Lang na het zien van haar werk dringt het zich nog aan me op en schieten de beelden op willekeurige momenten door mijn hoofd. De werken die me opvielen waren de sculpturen waarin Hilaire hairextensions verwerkte, zoals The silt has risen from the ocean floor and overturned everything (2020) en She sheds her hair like a snakeskin and produces cultural grease (2022). Lange lokken nephaar hangen in dikke gematteerde strengen, uitgerekt en vastgepind in metalen geraamten. Gebroken stukken klei en gruis markeren de plek waar het haar zich schijnbaar in de grond heeft geboord, waarmee Hilaire het gewicht als de kracht ervan benadrukt, maar ook de kwetsbaarheid van het werk, hoe breekbaar het is. De sculpturen zijn griezelig, de materie lijkt enigszins misplaatst, alsof ze ‘sporen van iets anders’ meedragen,1 zelfs sporen van iemand anders.
Hilaire vertelt openhartig over hoe ze kunstenaar is geworden. ‘Het is niet iets wat ik altijd al wilde doen. Ik heb de middelbare school afgemaakt en toen was er plots een gebrek aan verbeelding, ik wist niet wat ik moest doen. Ik was bijna filosofie gaan studeren, maar mijn vader zei “Doe het niet!”’, vertelt Hilaire lachend. ‘Ik moet er altijd om lachen met mijn vrienden. Zij wilden juist naar de kunstacademie en hun ouders raadden het ze af, maar in mijn geval was het precies andersom.’ Hilaire verliet Guadeloupe op zeventienjarige leeftijd om textielontwerp te gaan studeren in Frankrijk. ‘Tijdens het ontwerpen nam ik steeds meer vrijheid en kwam zo terecht bij kunst en onderzoek. Het ging eigenlijk vanzelf.’
‘Omdat zeewier een hydrofiel materiaal is, ligt er bij vochtig weer soms een hele plas water onder de sculptuur, maar nu de lucht echt droog is, hoor je het af en toe kraken. In zekere zin is het echt leven.’
Ik spreek Hilaire bij De Ateliers, waar ze net haar tweejarige werkperiode aan het afronden is. Het gesprek gaat al gauw over de zombies die figureren in de videoinstallatie die ze tijdens haar eindpresentatie in Amsterdam toonde. Het zijn weliswaar heel andere figuren dan geesten en spoken, maar ze zijn evengoed angstaanjagend. Hilaire vertelt dat geesten en zombies een goede representatie bieden van de dingen waardoor een samenleving op een bepaald moment bespookt wordt. Haar langdurige interesse voor klassieke horrorfilms bracht haar ertoe de culturele geschiedenis van zombies te gaan onderzoeken. Het concept en de naam zijn afkomstig uit de Haïtiaanse folklore, vertelt ze. Ze kwam erachter dat het Westen pas kennismaakte met de zombie door het boek The Magic Island (1929) van ontdekkingsreiziger W.B. Seabrook, dat de basis vormde voor de eerste zombiefilm White Zombie (1932). Hilaire raakte geïntrigeerd door het koloniale perspectief op de folklore uit de Caraïben en de mythologieën achter de ondode figuur, die ze onderzocht in twee recente videowerken, Still Zombie (2022) en Harvest (2023).
In De Ateliers is Hilaire net haar werkruimte aan het inpakken. Kunstwerken staan in rijen langs de muur, de vloer ligt bezaaid met bouwmaterialen en gereedschap. Ze staat met haar rug naar de sculptuur non-native on a rack (2023), waarvan de angstaanjagende vormen voortdurend mijn aandacht trekken. Aan een droogrek hangt iets dat lijkt op huid of aan elkaar klevend haar, verstrengeld met een dik, gedraaid maritiem touw. Tot mijn verbazing blijkt het zeewier te zijn, geoogst door Hilaire zelf. ‘Zeewier heeft heel specifieke eigenschappen. Je kunt het bewerken zodat het bijna op leer of huid lijkt, door het op een specifieke manier te mengen en te drogen’, vertelt ze. ‘Omdat het hydrofiel materiaal is, ligt er bij vochtig weer soms een hele plas water onder de sculptuur, maar nu de lucht echt droog is, hoor je het af en toe kraken. In zekere zin is het echt levend.’
Hilaire vertelt dat ze het zeewier oogstte in april, op dezelfde dag dat ze een hysteroscopie (baarmoederonderzoek) onderging. ‘Sindsdien heeft het hier in de ruimte gelegen en heb ik alle materiële veranderingen nauwlettend in de gaten gehouden.’ Het afgelopen jaar is haar artistieke praktijk nauw verweven geraakt met haar ervaring van de diagnose endometriose, die ze kreeg naar aanleiding van het onderzoek. Begin 2023 viel Hilaires onderzoek naar zeewier samen met een dramatische toename van chronische pijn: ‘Het kwam op een punt dat ik er elke maand een hele week uit lag.’ Ze begon het hele proces van diagnose, echo’s, gesprekken met artsen en doorverwijzingen heen en weer, op te nemen in haar artistieke onderzoek. ‘Het was nooit bedoeld als kunstwerk, maar ik maak normaal gesproken al geen onderscheid tussen mijn leven en mijn kunstpraktijk – en in dit geval had ik die keuze niet eens.’ Harvest volgt de verhalen van de kunstenaar zelf en van drie tieners, Arnacha, Besty en Lucy. In de video worden clips van Hilaires eigen hysteroscopie afgewisseld met beelden van de wachtkamer van een dokterspraktijk, waarin de drie meiden – hier verkleed als en in de rol van zombies – wachten om een soortgelijke procedure te ondergaan.
Endometriose is een aandoening waar nog altijd deprimerend weinig over bekend is. Het wordt gekenmerkt door weefsel dat buiten de baarmoeder groeit en extreme menstruatiekrampen, overmatig bloedverlies, pijn tijdens de seks of het urineren kan veroorzaken. Het wordt relatief weinig gediagnosticeerd omdat de symptomen vaak worden weggewuifd of genegeerd door vrouwen en hun omgeving die denken dat hun ongemak ‘normaal’ is. Onderzoek toont aan dat voor Zwarte vrouwen de kans op de diagnose endometriose en de juiste behandeling nog kleiner is.2
Ikzelf kreeg ook dit jaar de diagnose endometriose en mijn ervaring kent pijnlijk veel overeenkomsten met die van Hilaire. Kijkend naar Harvest komen beelden bovendrijven van mijn voeten omhoog in de beugels terwijl ik kreun en hijg van de haast ondraaglijke pijn. Anders dan Hilaire kon ik het niet verdragen om mee te kijken op het scherm, naar de binnenkant van mijn eigen lichaam. Ook haar video is voor mij te pijnlijk om naar te kijken, ik pers direct instinctief mijn benen tegen elkaar. Iedereen die weleens een uitstrijkje heeft laten maken of een hysteroscopie heeft ondergaan, kent het gevoel. In Harvest worden echter de herkenbare beelden van ziekenhuisgangen verstoord door de drie tienerzombies. Het enige bloed dat we zien is dat van de mannelijke gynaecoloog als hij gruwelijk aan zijn einde komt.
De installatie als geheel verraadt Hilaires diepgaande verbondenheid met de zee. ‘Ik heb altijd interesse gehad in de zee, wat eruit voortkomt en eroverheen is vervoerd, de rol ervan in het ontstaan van het modernisme door dwangarbeid.’ Ze vertelt verder over die ene dag in april: ‘De dag dat ik naar de zuidkust van Nederland afreisde om zeewier te oogsten, had ik intense pijn, ik kon niet eens normaal zitten. Maar ik heb het drie uur lang uitgehouden aan boord van een vissersboot.’ Daar begeleidde ze de zeilers die zeewier kweken voor klimaatonderzoek. ‘Terwijl ik die mannen hielp om het zeewier uit het water te trekken, had ik constant een diepe pijn in mijn buik. Het zware werk maakte die pijn wakker en op de een of andere manier legde ik toen het verband tussen de bruine zeewiervezels en de vezels van de endometriose die zich om mijn voortplantingsorganen wikkelen.’
In de installatie verwijst Hilaire ook naar naar het boek Medical Bondage: Race, Gender, and the Origins of American Gynecology (2017) van historica Deirdre Cooper Owens, over het werk van de zogenaamde ‘vader van de moderne gynaecologie’, James Marion Sims, die actief was ten tijde van de slavernij in Alabama in de Verenigde Staten. Tien tot slaaf gemaakte vrouwen tussen de 16 en 25 jaar – meisjes, eigenlijk – werden zonder toestemming en zonder verdoving door hem geopereerd. Van drie van hen zijn de namen vastgelegd: Arnacha, Besty en Lucy – de drie tieners die centraal staan in Harvest. ‘Ik wilde ze weer tot leven wekken’, legt Hilaire uit. ‘Deze installatie is één grote collage van verhalen dwars door de tijd heen, een mix van mijn eigen ervaringen, die van die drie jonge vrouwen, en van de geschiedenis van de moderne gynaecologie.’
Met de figuur van de zombie, zeewier en nephaar vervaagt Hilaire de grenzen tussen leven en dood, verleden en heden. Het is dan ook geen verrassing dat ze zich sterk laat beïnvloeden door Jacque Derrida’s concept van hauntology, dat ook het onderwerp was van haar bachelorscriptie Big chop – Hair-raising stories on Colonial Ghosts and Floating Identities. Ze ontving er de Rietveld Scriptieprijs voor in 2020 toen ze afstudeerde in Fine Arts. Haar beslissing om aan de Rietveld Academie te studeren werd deels ingegeven door haar ervaringen met racisme en haar ervaringen van leven in Frankrijk, de voormalige kolonisator van Guadeloupe. ‘Voor iemand uit Guadeloupe is het onderscheid tussen metropool en kolonie er nog steeds voelbaar in de maatschappij’, vertelt Hilaire. ‘Ik weiger mezelf te zien als perifeer of gemarginaliseerd, maar die manier van denken lekt in alles door, ook in hoe mensen naar jou kijken. Maar ook in Nederland werd ik natuurlijk geconfronteerd met racisme, met gezien worden als een buitenstaander.’ In haar scriptie brengt Hilaire kritische verkenningen van de zombie als cultureel symbool in verband met de heroplevingen van de natural hair movement onder jonge Zwarte vrouwen, Caribische filosofie en kritische cultuurtheorie. Zo is ze via een omweg alsnog bij de filosofie terechtgekomen.
‘Terwijl ik die mannen hielp om het zeewier uit het water te trekken, had ik constant een diepe pijn in mijn buik. Het zware werk maakte die pijn wakker en op de een of andere manier legde ik toen het verband tussen de bruine zeewiervezels en de vezels van de endometriose die zich om mijn voortplantingsorganen wikkelen’
We bespreken haar vele Zwarte filosofische en artistieke rolmodellen, zoals Stuart Hall en David Hammons, en blijven even hangen op Donald Rodney. Deze Brits-Jamaicaanse kunstenaar leed aan de chronische ziekte sikkelcelanemie, een erfelijke aandoening die vooral voorkomt bij mensen van Afrikaanse, Caribische, Midden-Oosterse en Aziatische afkomst. ‘Tijdens een van de vele operaties die hij hiervoor moest ondergaan, werd een stuk van zijn huid verwijderd’, vertelt Hilaire. ‘Hij bouwde er een miniatuurhuisje van dat hij de titel My Mother. My Father. My Sister. My Brother (1996-7) gaf. Het heeft me altijd doen denken aan de vissershuisjes in Guadeloupe. Rodney komt uit Jamaica waar ze een vergelijkbare architectuur hebben. Dat hij het huisje bouwde van zijn eigen lichaam en die verbinding met chronische ziekte… Ik heb dat werk altijd al prachtig gevonden, al begreep ik nooit zo goed waarom. Nu blijkt dat alles erin samenkomt.’
Van klei tot stof, huid, haar en zeewier – het werk van Hilaire leeft. Het laat sporen en markeringen achter van wat ze zelf cultural grease noemt. De kracht van haar werk zit in hun materiële aanwezigheid, waarmee tegelijkertijd de afwezigheid van iets of iemand anders wordt benadrukt. Ze balanceert materialisme en ontologie, hiaten en vergissingen over over huidskleur, de koloniale geschiedenis en slavernij op zo’n manier dat het je blijft achtervolgen. Levende doden laten zich niet te ruste leggen.
Een expositie van Hilaires werk is momenteel te zien bij Galerie Fons Welters. T/m 26/4
Deze tekst is uit het Engels vertaald door de redactie
1 Esther Peeren, ‘Attending to Ghosts: Cultural Analysis, Close Reading and the Cultural Imagination’, inauguratie Universiteit van Amsterdam, 27.9.19, p. 14
2 Danielle Perro et al., ‘Endometriosis: Black Women Continue to Receive Poorer Care for the Condition’, The Conversation, 30.3.23
Evie Evans
is a writer and researcher working around how coloniality occupies our past, present and future