Kunsthal KAdE ontvlucht probleemgebouw
Kunsthal KAdE krijgt binnenkort een nieuw onderkomen. De Amersfoortse kunstinstelling bevindt zich echter pas sinds mei 2009 in het huidige – gloednieuwe – gebouw van Juan Navarro Baldeweg aan de Eem te Amersfoort. Komt deze verhuizing niet wat snel? Metropolis M vroeg hoofdcurator Robbert Roos om uitleg.
Volgens Roos ziet het er goed uit. Vol enthousiasme vertelt hij over de nieuwe plannen van KAdE. Al gauw blijkt dat er reden is voor deze optimistische houding, want met het huidige onderkomen blijkt veel mis te zijn.
Rond 2002/2003 was het programma van eisen voor het huidige gebouw aan het Smallepad rond. Robbert Roos raakte pas halverwege 2007 betrokken, in de laatste fase van de voltooiing van het gebouw voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De bouw was toen al in volle gang en de eerste verdiepingen van het gebouw stonden er al. Hoewel Roos direct enkele problemen voorzag, bleken er weinig mogelijkheden tot aanpassing. Hij kon op de valreep slechts een beperkt aantal zaken veranderen, met als resultaat het in mei 2009 geopende ruimtelijke gebouw, dat spannend en veelzijdig was, volgens de hoofdcurator ‘net als Kunsthal KAdE zelf’.
Toch krijg ik bij het horen van de lijst met nadelige kanten van het gebouw meer het idee dat het een kwestie van overleven was. Zo is er in het gebouw maar één kleine transportlift aanwezig, is er maar één ingang om te laden en lossen (de hoofdingang), hebben de 7 vaste medewerkers, 30 vrijwilligers en enkele stagiaires maar één kantoor van 5 x 5 meter tot hun beschikking en kunnen bezoekers nergens in de buurt goed parkeren. Verder mag er niets worden bevestigd aan het akoestische plafond, wat zelfs het ophangen van een beamer bijna onmogelijk maakt, en zorgt de grote ruimte ervoor dat op het gebied van tentoonstelling ‘altijd alles met elkaar te maken moest hebben’.
Dit praktisch en inhoudelijk leed zal volgens Roos in het nieuwe gebouw het Eemhuis aan het Eemplein als sneeuw voor de zon verdwijnen: ‘We gaan er facilitair enorm op vooruit.’ Met ruime kantoren, een zelfstandig auditorium, een betere winkel, een groter restaurant en parkeerplek voor 750 auto’s ziet hij de nieuwe locatie wel zitten. Ook de tentoonstellingspraktijk heeft baat bij de nieuwe plek: de ruimtes zijn meer gezoneerd, waardoor er meer mogelijk is. Want: ‘alles moet kunnen in de multifunctionele kunsthal’. Klein minpuntje is dat in het nieuwe gebouw, in groot contrast met de huidige locatie, geen daglicht binnenkomt. Daarmee geeft Roos meteen toe wat hij aan het oude gebouw zal gaan missen: het licht en de ruimtelijkheid.
Bang dat de 750 parkeerplekken bij het Eemhuis leeg zullen blijven is Roos niet. Het zal lastig worden alle bezoekers naar de nieuwe locatie te trekken, er is immers ook veel energie gestopt de mensen bekend te maken met de huidige locatie. Maar Kunsthal KAdE deed het voor een hedendaags kunstcentrum ‘in de provincie’ de afgelopen anderhalf jaar niet slecht: maar liefst 56.000 mensen wisten de weg naar de kunsthal te vinden. Als het aan de hoofdcurator ligt, worden dat er in het nieuwe gebouw alleen maar meer: ‘De signing is in ieder geval beter en het ligt hemelsbreed maar 25 meter bij het oude gebouw vandaan.’
Roos heeft aan alles gedacht. Er liggen zelfs al plannen voor de openingstentoonstelling: hedendaagse Japanse kunst. Tot slot stelt Roos duidelijk dat de plannen voor het nieuwe onderkomen niets met bezuinigingen te maken te hebben, hij noemt het liever ‘in de toekomst vooruitkijken.’ Als het publiek net zo enthousiast is als de hoofdcurator, komt het wel goed daar in Amersfoort.
Sanneke Huisman is stagiaire bij Metropolis M
Sanneke Huisman