Crisisoverleg in het Stedelijk
Sinds 10 juni, de dag dat Halbe Zijlstra in een brief een desastreus voorstel voor bezuinigingen op cultuur presenteerde, zit de schrik er behoorlijk in bij de kunstsector. Tijd voor crisisoverleg. Donderdagavond 23 juni stroomde het café van het Stedelijk vol met een bezorgd publiek, dat zich wil uitspreken over de gevolgen van de bezuinigingen. Met aan het woord kunstenaars (o.a. Melvin Moti en Jeremiah Day), kunstenaar en mede-initiatiefnemer van Schuilen in het Rijks Eric Jan van de Geer, verzamelaars Martijn Sanders en Alexander Ribbink, galeriehouder Ellen de Bruijne, Marianne Versteegh van belangenvereniging Kunsten 92, museumdirecteur Ann Goldstein, directeur van de Appel Ann Demeester en directeur van de Mondriaanstichting Gitta Luiten was de beeldende kunstsector deze avond breed vertegenwoordigd.
De toon van de avond was dringend en serieus en over een aantal zaken waren de aanwezigen het eens: wees solidair; het is nu tijd voor actie; en deze bezuinigingen gaan niet over geld of beleid maar over ideologie. Ook komt naar voren dat het gebrek aan een centrale organisatie die de belangen van alle beroepsgroepen binnen de beeldende kunstsector behartigt een groot gemis is.
Politieke agenda
Ann Goldstein opent de bijeenkomst met een aanval op de plannen van staatssecretaris Zijlstra en noemt ze cynisch en roekeloos. Bovendien verwijt ze het kabinet een dubbele agenda: ‘Our critical awareness is our power, and to me it is no coincidence that it is a target.’ Ann Demeester haakt hierop in door uit te spreken dat zij deze regering haast als een regime ervaart. Het gemak waarmee feiten worden verbogen en alle tegenargumenten van tafel worden geveegd confronteert Demeester met een Bush-achtige argumentatiewijze: let’s not allow facts to get in the way of the truth. Zij vervolgt, ‘I always considered politics to be the realm of the rational, of arguments, facts and figures. Art is traditionally seen as the realm of the speculative, the irrational, the imagination, and weirdness. Now it seems to have reversed. Politics seem the arena of total irrationality, paradox and speculation.’
Directeur van de Mondriaan Stichting Gitta Luiten haalt fel uit naar de regering en bekent dat ze de bezuinigingen onderschat heeft: ‘Ik heb me nog nooit zo machteloos gevoeld met een kabinet als nu. Lobbyen is zinloos geweest en alle argumenten worden direct tegen je gebruikt. Deze bezuinigingen gaan niet over argumenten. Kunstsubsidies zijn wat mij betreft een teken van beschaving. Met dit kabinet lijkt de beschaving in Nederland met rasse schreden achteruit te gaan.’
Bak-curator Cosmin Costinas constateert dat er een valse aanname heerst waarin we ons neerleggen bij het feit dat er bezuinigd moet worden op cultuur. Hij verzoekt dringend dat we ons vooral niet wijs moeten laten maken dat deze bezuinigingen onvermijdelijk zijn. De bezuinigingsmaatregelen zijn een keuze. Een ideologische keuze.
Het Amerikaanse model
Het kabinet stelt dat kunst, naar Amerikaans voorbeeld, een zaak van de markt zal moeten worden en wekt de suggestie dat particuliere investeerders en bedrijven de bezuinigingen kunnen opvangen. De Amerikaanse kunstenaar Jeremiah Day noemt het Amerikaanse kunstklimaat niet benijdenswaardig en het idee dat de markt zal instappen en de kunst gaat onderhouden ronduit misleidend. Verzamelaar Alexander Ribbink beaamt dit: ‘Wie beweert dat de tweehonderd miljoen euro die gekort wordt op kunst en cultuur gecompenseerd kan worden door mensen als ik, die liegt. Dat geld is er niet. Ik ken de vermogende mensen in Nederland die geïnteresseerd zijn in moderne kunst, en het zijn er simpelweg niet genoeg.’
Galeriehouder Ellen de Bruijne deelt de zorg over het idee dat de kunstmarkt de bezuinigingen nooit kan compenseren en legt de hypocrisie van de maatregelen bloot. ‘In Nederland leven we in de periferie van de grote internationale kunstmarkt. Deze bezuinigingen betekenen het opheffen van een mogelijke internationale link naar de kunstmarkt. Als de regering het idee heeft om de kunstmarkt de bezuinigingen op te laten vangen, waarom sluiten ze dan de postacademische instituten? Waarom voeren ze een btw-verhoging door? Waarom maken ze het nog moeilijker om kunst te schenken aan musea? Waarom worden er zoveel maatregelen genomen die slecht zijn voor de kunstmarkt die het kabinet zegt te willen stimuleren? Misschien ben je dat dan als regering helemaal niet van plan. Deze regering lijkt niet van plan om via het subsidiestelsel cultuur in stand te houden en ook niet via de kunstmarkt.’
Solidariteit
Het motto van de avond is solidariteit. Solidariteit als strategie, die nu nodig is en komende jaren bij het verdelen van de pijn. Want het kabinet zou zich alleen maar kunnen voeden met de verdeeldheid die ook kan ontstaan. Verzamelaar Martijn Sanders benadrukt: ‘Duw mekaar niet van het reddingsvlot. Draag uit dat het om een hele sector gaat en niet alleen de eigen instelling.’
Ondanks de consensus dat de regering niet met redelijke argumenten te overtuigen is, roepen bijna alle sprekers op om toch massaal te gaan protesteren op zondag in Rotterdam en maandag in Den Haag. De hoop leeft dat sommige kabinetsleden, wanneer we in groten getale verschijnen om op te komen voor het belang van cultuur, misschien toch te overtuigen zijn. Niks doen is op dit moment in ieder geval geen optie.
Verschillende mensen in het publiek doen een dringend appèl om te komen op de kunstacademiestudenten die opvallend afwezig zijn, waarschijnlijk vanwege de eindsprint naar de afstudeertentoonstellingen. Een cynische reactie vanuit het publiek luidt: ‘Gefeliciteerd met je tentoonstelling. Er is geen toekomst.’
Wat nu?
Tijdens de bijeenkomst worden oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid met bijval van het publiek ontvangen. Maar constructiever is het plan een centraal orgaan voor de beeldende kunstsector op te richten. Want de vakbonden laten het afweten, aldus Eric Jan van de Geer van het kunstenaars actiecomité Schuilen in het Rijks. De fragmentatie in de kunstsector is de afgelopen weken pijnlijk zichtbaar geworden. De podiumkunsten hebben zich goed georganiseerd en kunnen zich wapenen met cijfers en data. In de beeldende kunst is zo’n structuur er nog niet. We moeten ons beter en centraler organiseren, is de conclusie van Gitta Luijten, Marianne Versteegh (Kunsten 92), Ann Demeester en Eric Jan van de Geer.
Maar eerst is het tijd voor actie. Neem je verantwoordelijkheid zondag bij de actie Boijmans Bezet, de Mars der Beschaving en maandag bij de protesten in Den Haag. Of zoals Eric Jan van de Geer het met een in Rotterdam gekoesterde wijsheid verwoordt: ‘Niet lullen maar poetsen.’
Jolien Verlaek