metropolis m

beeld via sobaku.ru

Dat Manifesta 10 in een lastig parket zit mag duidelijk zijn. Kunstenaars uit diverse landen hebben al meerdere keren opgeroepen tot een boycot van de biënnale. Eerst nadat in Rusland een homovijandige wet werd ingevoerd, vervolgens nadat Rusland de Krim in Oekraïne bezette. Keer op keer zijn de Manifesta Foundation en hoofdcurator Kasper König gedwongen te reageren op het protest.

Manifesta 10 zit als biënnale in het defensief. Van haar plan om het eigen 20-jarig jubileum te vieren in de evenzo jubilerende Hermitage (250 jaar oud) in een tentoonstelling die, zoals het nog steeds officieel heet, ‘de rol van het historisch erfgoed in het kader van museumcollecties, en hun relevantie in de huidige kunsthistorische context onderzoekt’, lijkt weinig terecht te komen.

In plaats van kunsthistorische reflecties worden politieke stellingnames verlangd.

Kantoor Manifesta in St. Petersburg

Directeur van de Manifesta Foundation Hedwig Fijen moet zich roeren in interviews, net als locatie-directeur Michael Piotrowski van de Hermitage (dit interview is later herplaatst op site Manifesta ). Ook de voorzitter van het bestuur van de Manifesta Foundation Viktor Misiano maakt overuren, zoals blijkt uit zijn uitgebreide argumentatie voor en tegen het houden van de biënnale in St. Petersburg.

Tot nog toe is het officiële standpunt dat de biënnale gewoon doorgaat, met als belangrijkste argument dat Manifesta een onafhankelijke organisatie is, geen representant van staat of stad, met culturele uitwisseling en het debat daarover als doel.

Hoewel die onafhankelijkheid bij een tentoonstelling die plaatsvindt in een jubilerend staatsmuseum (de Hermitage) met een door de lokale overheid geleverd budget van enkele miljoenen, wel erg rooskleurig wordt voorgesteld, meent de Manifesta-organisatie dat zolang de culturele uitwisseling in vrijheid kan plaatsvinden – zonder censuur, zelfs zonder zelfcensuur – er geen reden is zich terug te trekken.

Isolatie van Rusland is geen oplossing, menen Fijen en König stellig.

In tegendeel. Er valt in Rusland en St. Petersburg nog het nodige missionaire werk te verrichten, zeggen ze in hun verklaring van vorige week. Er is in Rusland geen artistieke infrastructuur die een toestroom van internationale kunst garandeert, met gevolg dat de lokale kunstscene van St. Petersburg snakt maar een kunstevenement als dit. Iedereen ter plekke zou heel erg voor het doorgaan van de biënnale zijn.

Het is het argument waarmee ook de deelnemende kunstenaars zich hebben laten overtuigen, ten minste die uit Nederland, die in NRC Handelsblad hun beslissing deel te nemen mochten verantwoorden. Erik van Lieshout, Marlene Dumas en Rineke Dijkstra geven aan geen enkele vorm van censuur te tolereren.

beeld via sobaku.ru

Waar in het Westen door sommige opiniemakers en kunstenaars (zoals AICA en Bas Heijne) fel is aangestuurd op een boycot, reageert de Russische pers nogal laconiek. Er is in tal van media keurig gewag gemaakt van de situatie waarin de Manifesta zich bevindt, en haar keuze door te gaan in plaats van gehoor te geven aan de oproep van kunstenaars als Yuri Leiderman, Pussy Riot en Chto Delat.

Vorige week is er massaal, zij het steeds vrij summier, bericht over de beslissing van de Manifesta niet te zwichten voor het protest. In een reeks van ogenschijnlijk door een nieuwsdienst verspreide berichten duikt op allerlei krantensites min of meer hetzelfde verhaal op (zoals op gazeta.ru). Zelfs bekende culturele opiniesites als colta.ru nemen kennis van de bekendmaking van vorige week zonder er nog veel woorden aan vuil te maken.

Na een zomer en een najaar van veel debat over boycots en censuur, onder andere naar aanleiding van een paar prominente gevallen in Wenen (boycot) en de Oekraïne (censuur), lijken de Russische media genoeg te hebben van het onderwerp. Er wordt openlijk getwijfeld over het nut van boycots in de kunst, zoals door Olga Mamaeva op colta.ru die in haar betoog onder anderen Chto Delat aanhaalt die afgelopen zomer een boycot van Manifesta nog zag als contraproductief en schadelijk voor de belangen van kunst in Rusland. Pas na de laatste oproep tot een (tijdelijke) boycot begin maart, en de lauwe reactie van de Manifesta daarop, veranderde Chto Delat van standpunt.

Russische kunstenaars hebben last van een dubbele moraal. Al te ethische scherpslijperij hoef je niet van ze te verwachten

Het meest pittige recente commentaar komt van Maria Kravtsov,
hoofdredacteur van Garage Magazine, het blad van het kunstcentrum van mevrouw Abramovich, en een duidelijke voorstander van de Manifesta. ‘Waarom boycots in Rusland niet werken’, stelt ze op 21 maart in een betoog op de cultuursite Look at me, waar ze wel vaker als ‘deskundige’ opduikt.

Niet alleen is het moeilijk om te luisteren naar andermans argumenten en verwijten, stelt Kravtsov, Russische kunstenaars hebben ook last van een dubbele moraal. Al te ethische scherpslijperij hoef je niet van ze te verwachten, want de ene keer zijn ze tegen en de andere keer voor. Als voorbeeld noemt ze een prijs waar een stel kunstenaars tegen ageerde, om een jaar later blij te zijn met hun nominatie.

Kravtsov eindigt haar ik-zal-jullie-wel-even-uitleggen-hoe-het-werkelijk-zit-betoog met een sneer naar Chto Delat, die in haar ogen een gebaar voor eigen gewin heeft gemaakt. Chto Delat, een groep die vooral in het Westen geliefd is, zo stelt ze, doet wat de westerse kunstkringen van ze verwachten: een protestactie die hen vermoedelijk meer oplevert dan dat deelname aan de Manifesta zou doen.

Heel veel meer commentaar op de recente ontwikkelingen rondom de Manifesta is er verder niet te vinden, waardoor de indruk ontstaat dat de discussie in Rusland al maanden voor het begin van de tentoonstelling op dood spoor zit.

Wat voor de Manifesta mogelijk problematischer is dan de spagaat waarin ze zich gemanoeuvreerd ziet, en de daarbij horende keuze tussen censuur of zelfcensuur. Een Manifesta zonder discussie over de eigen belangen is geen Manifesta. Deze biënnale leeft van reuring, van kwestieuze politieke verhoudingen waar ze ook zelf het product van is.

Zonder openlijk betuigde (zelf)reflectie, en publieke belangstelling daarvoor, heeft de biënnale pas echt een groot probleem.

Op internet kwam ik een foto tegen van een recente bijeenkomst op de universiteit. Coördinerend projectleider van de biënnale Thomas Engelbert gaf aan studenten van de Staatsuniversiteit voor Architectuur en Bouw in St. Petersburg een inleiding in de geschiedenis van de Manifesta en lichtte enkele nieuwe plannen uit de komende tentoonstelling toe. Ik tel 23 belangstellenden in de veel te grote zaal.

Hedwig Fijen beeld via sobaku.ru

Manifesta 10 mag hopen dat de Russische overheid straks na opening van de tentoonstelling in de Hermitage zo vriendelijk is toch nog een kunstwerk uit de tentoonstelling te verwijderen, en niet alles voor lief te nemen.


Met dank aan google translate, en excuses voor de mogelijke misinterpretaties.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen