Schrijver en beeldend kunstenaar Jan Cremer (84) overleden
Schrijver en beeldend kunstenaar Jan Cremer is op 84-jarige leeftijd overleden.
“We zijn intens bedroefd en diep getroffen door zijn dood”, meldt zijn uitgever De Bezige Bij. “Hiermee verliest Nederland een icoon, die de kunst en literatuur ten diepste heeft veranderd.” Cremer wordt in besloten kring begraven.
Ik Jan Cremer
Hij werd in 1964 bekend door het boek Ik Jan Cremer. Het zorgde voor een schok in het Nederlandse literaire landschap door de rauwe taal, waarin hij ook uitgebreid schreef over zijn seksuele avonturen. Later volgden er nog een tweede en een derde deel.
In dagblad Trouw werd er schande van gesproken dat “de Smerige Bij” de deels gefantaseerde autobiografie uitgaf uit effectbejag. Een agent in Hengelo nam een exemplaar als pornografie in beslag, al kwam van een definitieve aangifte niets.
“Ik heb gewoon een goed boek geschreven dat ik zelf wilde lezen”, keek de schrijver er later zelf op terug. “Zo is het ook met mijn schilderijen die ik graag wil zien.”
Jan Cremer (1940) is behalve van zijn ‘onverbiddelijke bestseller’ vooral ook bekend als schilder, graficus, beeldhouwer en avonturier. Hij volgde zijn opleiding aan de academie in Arnhem waar hij onder andere bevriend raakte met Klaas Gubbels en Mark Brusse met wie hij samen met enig succes aan de weg timmerde in het kunstenaarscollectief Nada. In Arnhem woonde hij onder andere korte tijd aan de Parkstraat: kort omdat hij teveel met meisjes rommelde volgens pandjesbaas Dubbelman.
Cremer schilderde in 1957 de eerste van een serie doeken die bekend zouden worden worden als ‘Peinture Barbarisme’ (Scheen 1969-1970).In 1958 (achttien jaar oud), hield Jan al een eerste solo tentoonstelling in galerie De Posthoorn te Den Haag. Zijn deelname aan de Haagse Salon (1958) werd een schandaal. Een jaar later exposeerde hij in het Haags Gemeentemuseum en in 1960 in het Stedelijk Museum in Amsterdam. In 1964 verscheen ‘Ik Jan Cremer’. Van dit boek zouden uiteindelijk miljoenen exemplaren verkocht worden.
Met de eerste opbrengsten van zijn bestseller vertrekt Jan in eerste instantie naar New York waar hij o.a. werkte hoofdredacteur voor het popmagazine Hullaballoo en als fotograaf voor het meisjesblad Nugget. Ook schrijft hij een aantal toneelstukken.
Vanaf eind jaren zestig gaat Cremer nog intensiever reizen. Zes maanden per jaar is hij op pad in Amerika, Siberië of Mongolië, Groenland, Africa en Europa.
Tijdens zijn reizen ontwikkelt hij een nieuwe passie: die voor de film documentaire. In 1972 verschijnt zijn film ‘The long white trail’, een verslag van zijn tochten met de Inuït op Groenland.
Veel mensen kennen Jan Cremer als graficus en schilder van typisch Nederlandse thema’s zoals tulpen en landschappen met koeien. Sinds zijn verblijf in de Verenigde Staten in de jaren zestig, diept Cremer dit thema steeds verder uit.
Het werk van Cremer is onder andere te bewonderen in de collecties van Gemeentemuseum Den Haag, Stedelijk Museum Amsterdam, Gemeentemuseum, Arnhem en Museum Fodor, Amsterdam.
Jan Cremer won vele prijzen in binnen- en buitenland waaronder de Jacob Marisprijs in 1960.
Bron: NOS en website Apunto Gallery