Nederlandse Lente
Niks doen is geen optie. Er moet op korte termijn een omslag bewerkstelligd worden. Jorinde Seijdel reageert op de actieplannen tegen de culturele kaalslag.
Sinds 10 juni heerst er echte ontzetting in de culturele gemeenschap. Eindelijk is ten volle doorgedrongen dat er werkelijk iets onherroepelijks staat te gebeuren, dat van directe invloed zal zijn op ons dagelijks leven. Op weg naar 27 juni staan we elke dag op met het gevoel dat er iets op handen is. De wereld lijkt nu al veranderd. Maar naarmate de dag vordert stuiten we op de onverschilligheid van het overgrote deel van de rest van Nederland, die onbewogen verder gaat en hoogstens verveeld zijn schouders ophaalt. Hier kunnen we beter niet te verontwaardigd over zijn, gezien het feit dat de meesten van ons zelf ook niet bepaald actief op de bres springen voor de ‘issues’ van andere groepen – kunstprojecten en debatjes over activisme hebben nu eenmaal hun tekortkomingen.
Nu het cruciaal is om in groten getale te demonstreren, wreekt het gebrek aan daadwerkelijke onderlinge compassie en aan een gedeeld gevoel van verantwoordelijkheid zich. Het is zeer de vraag of het maandag in Den Haag lukt om het plan van Halbe Zijlstra een halt toe te roepen. Al slepen we zelf onze moeder, broer, zus of buurman aan hun haren mee, zoals Jeremiah Day in een recente oproep bepleit, we kunnen hoogstens hopen dat ons minder bekende anderen ook komen en de gelegenheid aangrijpen om hun eigen onvrede over de regering ten toon te spreiden. De opkomst moet zo massaal zijn dat het kabinet op haar grondvesten wankelt en niet meer wegkomt met laatdunkendheid en ongenaakbaarheid.
Deze regering toont zich tot op heden immers bijna onaantastbaar en heeft nog geen krimp gegeven, ondanks dat alle mensen die het kunnen weten en er meer of minder toe doen, van verschillende politieke gezindheid en met uiteenlopende professionele belangen en expertises, van rechtse mecenas tot activistisch kunstenaar, gevraagd en ongevraagd in alle toonaarden duizend maal betoogd en beredeneerd hebben dat en waarom dit cultuurplan niet deugt. Zelfs degenen die voor forse bezuinigingen zijn, zijn tegen dit plan. In de hoorzitting van de Tweede Kamer op 20 juni werd alles door de opgeroepen deskundigen nog eens haarscherp samengevat en benoemd.
‘So what’? Wat behelzen de publieke protesten waarin we ons nu koortsachtig verliezen eigenlijk, in politieke zin? Kunnen ze verandering teweeg brengen of zijn het slechts ludieke spasmes en krachteloze uitingen van een uitgehold democratisch systeem, die eerder sociale vooroordelen over kunst bevestigen, dan dat ze serieus worden genomen als vormen van verzet?
Waar velen op deze gespannen dagen tegen wil en dank van doordrongen raken, is het besef dat onze politieke participatie een vormenspel is zonder echte consequentie. We stuiten op de grenzen van de representatieve democratie, waarbij de burger feitelijk alleen bij verkiezingen zijn stem echt kan laten gelden. Politiek en gemeenschappelijk handelen en processen van openbaar debat worden gefrustreerd in een neoliberale ruimte die niet werkelijk publiek meer is. Hier komt bij dat we ons in de Nederlandse kunst en cultuur aandoenlijke amateurs tonen in het organiseren van verzet en het mobiliseren van de menigte. Echt activisme maakt nauwelijks deel uit van onze kunstscene, al doen we soms alsof.
Waar we het over eens zijn: niks doen is geen optie en er moet op korte termijn een omslag bewerkstelligd worden. Dat lijkt alleen mogelijk vanuit een oprechte en demonstratieve solidariteit met andere gebieden en sociale groepen – alleen dan kunnen we die ook terugverwachten. Het tegenhouden van één cultuurplan mag niet alleen de inzet zijn; het gaat uiteindelijk om het bevragen van de institutionele set-up van de democratie en dus van het kille bewind dat ons land bestuurt. Dit kan alleen vanuit een meer radicale en minder onschuldige attitude. Niet dat we direct met <em>The Anarchist Cookbook </em>aan de slag moeten, of contact moeten zoeken met deskundigen van <a href="http://en.wikipedia.org/wiki/Otpor!">Otpor!</a> of <a href="http://www.canvasopedia.org/">CANVAS</a> (hoewel?), maar misschien moeten we wel bepaalde vormen van geweldloos verzet en burgerlijke ongehoorzaamheid gaan overwegen. Er hangt op dat gebied al iets in de lucht, want het is vast niet voor niks dat de denkbeelden en geschriften van figuren als Gene Sharp <em>(Waging Nonviolent Struggle: 20th Century Practice and 21st Century Potential</em>, 2005) en Stéphane Hessel (<em>Indignez vous!</em>, 2010) in Amsterdamse culturele instellingen tegen het licht worden gehouden. Het is zeker wel tijd voor een Nederlandse Lente, misschien kan die aanvangen in de herfst, op de derde dinsdag in september.
Jorinde Seijdel is hoofdredacteur van Open. Cahier over kunst en het publieke domein (SKOR)
Jorinde Seijdel