Nederlandse kunstmusea trekken te veel publiek
In Nederland is het momenteel bon ton om te zeggen dat de kunstwereld met de rug naar het publiek staat. Een vergelijking van het museumbezoek in binnen en buitenland wijst uit dat het omgekeerde het geval is. Er gaan in Nederland niet weinig maar belachelijk veel mensen kijken naar kunst in het museum.
Afgelopen week meldde Boijmans Van Beuningen dit jaar driehonderdduizend bezoekers te verwachten, 50.000 meer dan vorig jaar. Het Rijksmuseum boekte zelfs een all times record met 2,2 miljoen bezoekers. Eerder was er al het Stedelijk Museum dat het eerste jaar na opening 650.000 bezoekers wist te trekken. Het Groninger Museum scoort jaar na jaar zo’n 200.000 bezoekers. het nieuwe Stedelijk Museum ’s Hertogenbosch zit een paar maanden na opening al op 100.000 bezoekers, Bonnefanten stevent dit jaar af op een record, net als De Pont, dat de laatste jaren ook al boven de 100.000 bezoekers uitkomt. Frans Hals zit flink boven de 150.000, en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Vorig jaar trokken alleen de vierhonderd musea die zijn aangesloten op de museumjaarkaart al meer dan 19 miljoen bezoekers (tel daar voor dit jaar gerust nog minstens 3 miljoen bij dankzij het heropende Stedelijk, Rijks, Van Gogh). En nog is het niet genoeg. Bij herhaling wordt in de media beweerd dat de kunstwereld met de rug naar het publiek staat.
Ik denk dan: hoezo?
De cruciale vraag is natuurlijk: wat is veel en wat is weinig? En wie bepaalt dat? Melle Daamen?
Een cruciale vraag bij deze kwantificering van de waardering voor kunst in dit land is natuurlijk: wat is veel en wat is weinig? En wie bepaalt dat? Melle Daamen?
Vaak wordt door vertegenwoordigers van de kunstwereld defensief gesteld dat er per jaar meer mensen naar musea dan naar voetbalwedstrijden gaan, om een gevoel van veel uit te drukken. Hoe waar dat ook is, lijkt mij een vergelijking met het museumbezoek in het buitenland inzichtelijker. Uit een mini- onderzoek op internet blijkt dat welk vergelijkbaar welvarend buurland je er ook bij neemt, Nederland het beter doet.
Duitsland bijvoorbeeld. Koning Cultuur van Europa. Als bekend is dit een land waar Bildung nog altijd hoog in het vaandel staat, waar kunst en cultuur als een cruciaal onderdeel van de samenleving worden beschouwd en geen bezoeker in paniek raakt van een ingewikkelde zaaltekst. Er wordt bovendien volop in kunst en cultuur geïnvesteerd, niet alleen door de overheid, die in de grote steden per hoofd van de bevolking een veelvoud van Nederland in kunst stopt, maar ook door particulieren en het bedrijfsleven.
En wat blijkt als je het museumbezoek van Nederland met dat van Duitsland vergelijkt: Nederlandse musea scoren veel beter!
Bij het totale museumbezoek (alle categorieën bij elkaar) trekken beide landen nog gelijk met elkaar op. De 6256 musea in Duitsland, een land met in totaal 81 miljoen inwoners, wisten 107 miljoen bezoekers te trekken. Dat betekent dat elke inwoner, van Duitse baby tot bejaarde, 1,32 musea heeft bezocht.
In Nederland is het totale museumbezoek volgens de gegevens uit hetzelfde peiljaar (2009) 22 miljoen, verdeeld over 811 musea. Dat betekent dat elke inwoner 1,29 keer een museum heeft bezocht.
Pikant wordt de vergelijking pas als het over kunstmusea gaat. Daar beginnen de cijfers fors uiteen te lopen.
Kunstmusea in Duitsland trekken gemiddeld 28.076 bezoekers per museum; in Nederland trekken ze elk gemiddeld 59.524 bezoekers
In Duitsland zijn er 660 kunstmusea, die in 2009 elk gemiddeld 27.272 personen trokken. In Nederland zijn er 126 kunstmusea die dat jaar gemiddeld 59.524 bezoekers trokken.
Dat is meer dan het dubbele!
Dan kun je zeggen: ach Duitsland, die suffe musea daar. Dan het Verenigd Koninkrijk. Maar de UK mag dan wel goed scoren in de top twintig van de best bezochte musea van de wereld, over de volle breedte valt het wel mee. Helaas zijn er in Engeland geen statistieken van het totaal, maar de schatting die ik in overzichtjes tegenkom is dat het rond de 100 miljoen bezoekers zijn (inclusief botanische tuinen, dierentuinen en alle gratis nationale musea). Waarmee het museumbezoek per inwoner hoger ligt dan in Duitsland en Nederland, maar niet als je de kunst apart neemt.
Ik weet, dit is geen statistisch verantwoorde vergelijking, gezien onderlinge variabelen. Nader onderzoek zou moeten uitwijzen hoe het precies zit. Maar de algemene indruk mag duidelijk zijn: waar het de kunstmusea betreft is Nederland wereldkampioen museumbezoek.
Dat gezeik over de Nederlandse kunstwereld die met de rug naar het publiek staat mag wel eens ophouden. Ik ben geneigd het tegenovergestelde te stellen: Nederlandse kunstmusea zijn momenteel volkomen geobsedeerd door blockbusters, het wordt tijd dat ze weer eens wat elitairder worden.
Bronnen:
Gegevens Duitsland
Gegevens Nederland: CBS
Gegevens UK en meer
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M