Bommetjes of losse flodders
De presentatie van het advies voor de komende BIS van de Raad voor Cultuur ging gepaard met een paar ferme knallen. De vraag is alleen of het bommetjes waren, of losse flodders.
Op de schaal van het regeringsbeleid is het natuurlijk een lachertje, dat vierjaarlijks geschuif met tonnen in de culturele sector. Als ik me beperk tot de beeldende kunst – waar ik het beste zicht op heb – heeft de Raad voor Cultuur haar macht laten gelden over de vraag wie de vijfde en zesde presentatie-instelling wordt. Een vraag die de Raad nog niet volledig heeft durven beantwoorden. Er is geld gereserveerd voor een instelling uit het noorden of Amsterdam: lees Noorderlicht of de Appel. Voor de rest blijft alles min of meer bij het oude, en worden de presentatie-instellingen gesteund die al gesteund werden. Op wat geschuif met tonnen na. West in Den Haag heeft geluk, en zag de aanvraag gehonoreerd. BAK krijgt dubbel geld.
De Appel heeft een draai om de oren gekregen met een scherp gesteld negatief advies. Maar zo hard als het oordeel van de Raad mag zijn, er is geen subsidiegever die een instelling zonder directeur en een door een rechtszaak lamgelegd bestuur een subsidie zal verlenen. Pas als er een nieuwe directeur en bestuur is, zal de aanvraag serieus worden genomen, zo laat de Raad doorschemeren. Een pikant detail in het advies is dat de Raad duidelijk laat merken dat het bestuur beter luistert naar de kritiek die het ten deel is gevallen, en niet hooghartig – zoals tot nu toe – op oude voet doorgaat. Of het bestuur zich daar veel van gaat aantrekken is een tweede. Zoals ook te bezien valt of de Raad, als het bestuur zich er niks van aantrekt en wel een frisse nieuwe directeur met een goed plan aanstelt, ook bij haar kritische houding blijft (al zou ik als ik de Appel was het bestuur toch maar snel ingrijpend wijzigen). Er is door de Raad 225.000 euro gereserveerd voor de laatste beslissing: Groningen of Amsterdam. Dat is fors minder dan de Appel kreeg. Dus het wordt sowieso een andere de Appel dan we tot nog toe kennen.
Een vergelijkbaar bommetje (of beter losse flodder) is er voor Het Nieuwe Instituut dat in zijn aanvraag kennelijk ook iets te weinig door het stof gaat voor de eerdere bestuurlijke heisa. Het klinkt dreigend, zo’n aangekondigde subsidiestop, maar het komt toch neer op een goed gesprek met de Raad, om even alle kritische punten helder te krijgen, en vervolgens een nieuwe aanvraag indienen. Het Nieuwe Instituut zal gewoon blijven bestaan, al was het omdat de minister eerder al nadrukkelijk haar steun ervoor uitsprak.
Als ik door de adviezen grasduin blijft er een oekaze over: Boekman en Dutch Culture krijgen geen geld. U zegt: Boekman en Dutch Culture? Jawel, die bestaan ook nog. En de onbekendheid van (en met) deze twee organisaties is natuurlijk ook het probleem van deze ondersteunende instellingen op wier ondersteuning steeds minder professionals lijken te zitten wachten. Overigens moeten we ook hier gaan zien of een minister van sociaaldemocratische huize een instelling van sociaaldemocratische snit op advies van de Raad geheel laat vallen. En of een minister die hamert op internationalisering de verzelfstandigde afdelingen internationalisering van het ministerie werkelijk het mes op de keel gaat zetten. Maar er is uiteraard wel werk aan de winkel voor deze instellingen, om te redden wat er te redden valt.
Al met al heeft dit advies veel van een storm in een glas water. Echte herzieningen zijn er niet. De grote vragen rondom cultuur in een snel veranderende wereld worden niet aangestipt, laat staan dat er maatregelen worden genomen. Mocht ook niet, zegt de Raad. De minister wilde een kalm BIS-advies en krijgt een kalm BIS-advies. Er is een slappe passage over diversiteit, een nog slappere over inkomenspolitiek. Voorzitter Joop Daalmeijer zat bij Nieuwsuur op de hem bekende ‘ik-weet-ook-niet-zo-goed-waarom-ik-tot-voorzitter-ben-benoemd-maar-ik-vind-het-een-topbaan’-wijze te vertellen dat zijn grootste verdienste afgelopen vier jaar een onderzoek naar de inkomens in de sector was, uitgevoerd samen met de SER. De politiek had er lessen uitgetrokken, zei hij: er is twee miljoen gereserveerd.
Twee miljoen voor nieuw inkomensbeleid. Van die twee miljoen gaat, zo vertelde oud-Raad voor Cultuur voorzitter Els Swaab in dat programma, zo’n 75% naar verder onderzoek (je gelooft het toch niet) en 25% naar de werkelijke verbetering van de inkomens van kunstenaars (Daalmeijer vertelde dat hij schilders kende die moesten leven van 10.000 euro). Vijf ton extra voor inkomensbeleid. Namens alle 100.000 kunstenaars van Nederland en de Raad voor Cultuur wil ik de Nederlandse overheid hartelijk danken voor deze eenmalige toelage van 5 euro per persoon.
Toevallig zat ik gisteren de hele dag op een kunstacademie. Daar werd mij verteld dat tegenwoordig 85% van de aanmeldingen uit het buitenland kwam. Geen Nederlander die nog kunstenaar wil worden. Men vermoedde dat de enorme terugloop een gevolg was van het besluit van Bussemaker de studiebeurs om te vormen tot een leenbeurs. Waarom zou je geld gaan steken in een opleiding die opleidt tot een beroep zonder inkomen?, denkt de Nederlander.
In een land zonder kunstenaars heb je straks helemaal geen BIS meer nodig.
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M