Openeningceremonie in Fujairah, 20 januari 1999,Collectie Koninklijke Vopak
Column – Blindgangers
Afgelopen week was er veel applaus voor het plaatsen van een beeld bij het station in Rotterdam. Over de dirty business van de geldschieter geen woord. De burgemeester en de staatssecretaris van cultuur deden alsof hun neus bloedde en applaudiseerden volop mee. Er was niemand die zich afvroeg: wie heeft er belang bij de filantropie van de familie Van der Vorm?
Afgelopen week dacht ik na over morele scherpslijperij. Het kwam doordat ik een oude bekende sprak over hoe in de beeldende kunst mensen in het leven staan en met anderen omgaan. Wat bleek? Wat ik hypocrisie noemde zou hij eerder als opportunisme en misschien zelfs als pragmatiek bestempelen. Pragmatisch is meebewegen, mee met de horde, mee met de beleidstendens, de stem van de goegemeente, de actualiteit, dat wat hoort omhelzen en uitdragen. Luid, liefst luid: kijk mij, ik weet wat er van me verwacht wordt! Pragmatisch zijn betekent compromissen sluiten en vooruit, het kan ook best eigenwijsheid bevatten – maar alleen op het juiste moment en niet te vroeg of te laat, zodat het (h)erkend wordt, je draagvlak verwerft en jezelf niet als outlier buiten de orde plaatst. Lastig als je dat moeite kost vanwege dat weifelend grensoverschrijdend hypocriete ervan. Als je het jezelf domweg niet toestaat en je natuur verordonneert om scherp aan de wind te zeilen in plaats van lekker met de stroom mee te peddelen. Onvolwassen. Zeker niet gehinderd door hypotheek en verplichtingen. Asociaal. Altijd maar nee zeggen, wat heb je eraan? Wat draagt dat nu helemaal bij?
Dat gezegd hebbende zal het niemand verbazen dat ik begin dit jaar op een netwerkplatform voor professionals in het vaarwater raakte van mij onbekenden naar aanleiding van een schenking van de familie van de Vorm die daar werd aangekondigd. In retrospectief vormde die aankondiging, vergezeld van een eerste krantenartikel, de aftrap van een zeer geslaagde mediacampagne waar niemand in de afgelopen weken omheen kon. Desondanks zijn er aspecten die nog niet goed in beeld zijn wat mij betreft en daar wil ik het toch nog even over hebben.
De vraag die ik nergens gesteld heb gezien is: wie heeft er belang bij de filantropie die de familie van der Vorm beoefent?
Burgemeester Ahmed Aboutaleb (tevens PvdA prominent) deed er uitspraken over die er op neerkomen dat het de stad is die profiteert. Hij zei dat filantropie sinds mensenheugenis een belangrijke factor was, dat het helpt om Rotterdam beter te maken en er vaak geen alternatief voor is. Ook zei hij dat niemand zich een moreel oordeel mocht aanmeten over de fiscale constructies van de familie, want die waren wat hem betreft irrelevant.
Over die constructies is inmiddels best veel bekend. In artikelen in Quote, op Platform BK en meest recent in de Volkskrant staat beschreven hoe belastingontwijking via buitenlandse vennootschappen en trusts is opgezet. Het gaat jaarlijks om honderden miljarden euro’s, bij de Van der Vorms begrijp ik om 75 miljoen aan inkomsten- en dividendbelasting die dan niet in Nederland worden afgedragen. De constructie garandeert bovendien het onbelast doorgeven van het vermogen aan volgende generaties. En we weten van Piketty dat dat ongelijkheid verdiept.
Wat me nu opvalt is dat media het aspect belastingontwijking goed uitwerken, maar dat steeds ondergesneeuwd raakt hoe het vermogen van de Van der Vorms vanaf 1989 eigenlijk in stand blijft en groeit: hoewel bekend als uitbaters van de Holland America Line, ligt de oorsprong van het familiekapitaal in fossiele brandstoffen (mijnbouw en kolenimport) en daar zijn ze trouw aan gebleven.
Via HAL Investments is de familie grootaandeelhouder van SBM Offshore en bezit het bijna 50% (2022) van Koninklijke Vopak, dat met zijn roots in de VOC en koloniale tijd nu de grootste dienstverlener in tankopslag en -overslag van vloeibare en gasvormige chemie- en olieproducten is met een wereldwijd netwerk van tankterminals. SMB Offshore bouwt, least en exploiteert een vloot van drijvende opslag- en productieplatforms van olie- en gasproducten met als klanten o.a. Shell, Exxon-Mobil en Petrobas en is actief in o.a. Angola, Equatoriaal Guinea, Brazilië en Guyana. Het bedrijf is veroordeeld in grote corruptiezaken die zich over meerdere decennia voordeden, of heeft deze voortijdig afgekocht. HAL Investments was ook grootaandeelhouder, maar is sinds eind 2022 volledig eigenaar van Koninklijke Boskalis Westminster B.V., dat jaarlijks zo’n 3.000 miljoen euro omzet heeft via zijn activiteiten in de offshore, hijs- en berging in de scheepvaart, het baggeren en de aanleg van havens, landaanwinning en kustbescherming. Boskalis heeft lucratieve contracten met Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en de Filipijnen voor onder andere landwinning. Daarbij is sprake van gedwongen verhuizing van gemeenschappen en vernietiging van natuurgebieden en -ketens. Boskalis kwam begin dit jaar in het nieuws omdat het actief nieuwe Nederlandse wetgeving tegenwerkte waarin zaken als dwangarbeid, moderne slavernij en milieuvervuiling uit de productieketens geweerd hadden moeten worden. Aan de initiatiefwet waarbij bedrijven een rapportage- en zorgplicht zouden krijgen was twee jaar gewerkt, maar in februari bezweek het kabinet onder de uitgeoefende druk en trok de wet in.
Het prijskaartje van de Van der Vorms kennen we dus ook: roofbouw op mensen en de planeet. Dáár valt geld te verdienen
In interviews vertelde Wim Pijbes recent over de schoonheid van venture philantropy dat, zo moesten we begrijpen, zich in positieve zin onderscheidde van overheidsfinanciering door het nemen van risico’s, handelen vanuit overdaad in plaats van schaarste en niet afhaken bij wat tegenwind. Hun projecten moeten slagen. Dat klinkt leuk, ondernemerschap pur sang, maar het prijskaartje van de Van der Vorms kennen we dus ook: roofbouw op mensen en de planeet. Dáár valt geld te verdienen.
Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de Van der Vorms – en al die andere filantropen die hun vermogen in de vorige eeuw(en) met dirt hebben bijeengeraapt en sindsdien met dirty investeringen in stand houden en vergroten – in hun vuistje lachen om de naïviteit van een land waar partijprominenten volgens hun programma’s de destructieve impact op mensen en aarde zouden moeten veroordelen en beknotten, maar die zich voor een habbekrats laten lijmen om als applausmachine in (sociale) media te fungeren. Als ik eerlijk ben zeg ik mijn links-progressieve kameraden: kom voorlopig maar niet meer aan met zaken als een Green Deal of met urgente maatschappelijke thema’s waar kunstenaars, ontwerpers en instellingen zich in de beleidsperiode 2025-2028 over zullen buigen. Waag het niet om bij de volgende verkiezingen een grote broek aan te trekken over klimaatrechtvaardigheid, een circulaire en toekomstbestendige economie, internationale rechtvaardigheid, de imperialistische plundering van andere landen en een economie die voor iedereen werkt. Wie als pragmaticus zó eenvoudig een loopje neemt met papieren principes en standpunten, toont zich gewoon een blindganger en zal de wereld niet veranderen, laat staan hem redden. Die verdient mijn stem en applaus gewoonweg niet.
Nous Faes
is eigenaar van The Sociological Studio for Policy and Research