metropolis m

Still uit de speelfilm The Zone of Interest, 2023

Ineens duikt onder meerdere opinieschrijvers de stelling op: kunst zou er beter aan doen te zwijgen, nu de oorlog en destructie aan alle kanten om zich heen grijpen. Als heeft ze een nobelere missie dan zich te engageren tegen die teloorgang. Nous Faes schrijft over oprukkende apathie.

De laatste maanden, dus feitelijk heel 2024, is er enkel duisternis. Het is alsof ik ’s morgens heel vroeg buiten sta: de straatverlichting brandt nog, maar zodra die uitgaat volgt er geen dageraad en bevind ik me in een gitzwart niets.

Het is een duisternis die doet denken aan wat kampcommandant Höss gebeurt tegen het einde van de film The Zone of Interest. ‘s Nachts, wanneer hij een uitgestorven hoofdkwartier in Berlijn verlaat, blikt hij aarzelend in een donkere gang. Die lijkt onmetelijk lang en diep, als was het een spoortunnel, en gevuld met de beelden, herinneringen en spookachtige verschijningen van het Auschwitz dat zich direct achter zijn dienstwoning bevindt. De vernietiging waar wij, kijkers, van weten: achter die ogenschijnlijk gemoedelijke tuinmuur, die bloemenweelde, dat buitenzwembad met glijbaan en spelende kinderen, die huiselijke maar o zo kille kleinburgerlijkheid.

Het is de twilight zone en vandaag is het zwarte dinsdag.

*

Vandaag komt er zoveel samen: Gaza, dat allereerst. Navalny, Oekraïne en Moldavië, want sorry babe, you’re next, al dan niet met Rutte als NAVO-baas. De herverkiezing van Trump tot Republikeinse presidentskandidaat, alsof dat normaal is. Het terugdraaien door onze nieuwe volksvertegenwoordiging van een door de Eerste en Tweede Kamer eerder aangenomen wet op ‘dierwaardige veehouderij’. De roddels over Omtzigt, omdat Den Haag altijd het slechte in de mens naar boven haalt. VVD-leider, kabinetsonderhandelaar en demissionair minister van Justitie Yesilgöz die tomeloos fanatiek alles wat naar bescherming van rechten van migranten en vluchtelingen riekt onderuit probeert te halen. De Tweede Kamer die wil dat Nederland tegen de nieuwe Europese natuurwet stemt, die lidstaten opdraagt hun natuur te repareren. Het kabinet dat nu geen twee, maar vier kerncentrales wil bouwen. Kolencentrales die niet zullen sluiten, maar toestemming willen krijgen om bomen te verbranden; ‘biomassa’ is de misleidende benaming en de opslag van CO2 moet dan onder de Noordzee, die ook al wordt volgebouwd met windmolenparken. De vogelgriep die nu toch Antarctica heeft bereikt, waar 43 verschillende vogelsoorten leven, 200 miljoen exemplaren in totaal. Er wordt een massaslachting verwacht.

Het is teveel. Het gaat te snel. En ik denk dat daarom mijn hoofd suist.

*

Bij mij achter in West woont al zeker vijftien jaar een kauwenfamilie die elke lente nieuwe aanwas krijgt. Als ik er verderop in de buurt eentje van tegenkom, herkennen en begroeten we elkaar vocaal. Ik woon er verder met houtduiven en postduiven, koppels koolmeesjes, een merelpaar, Vlaamse gaaien en eksters. Binnenkort broedt een zilvermeeuwenpaar er voor het derde achtereenvolgende jaar op het hoge, platte dak.

Op een dag, dacht ik, zou ik uit de stad kunnen vertrekken, om mijn kampement op te slaan daar waar de lucht het hele jaar door onmetelijk helder is. Waar de zee vol is van barende en groepsgewijs rondtrekkende zeezoogdieren met hun eigen taal en cultuur. Ze hebben namen en zijn te herkennen aan bepaalde fysieke kenmerken, zoals een witte tekening, hun snuit, of de vorm en beschadiging van hun vin.

Als naar een kleine ster in een zwart gat keerden mijn gedachten afgelopen week steeds terug naar de kleine mossel waar een mariene ecoloog in het NPO-programma Focus mee in de weer was. De aflevering Hete zeeën ging over de opwarming van de Waddenzee en hoe slecht dat uitpakt voor mens en dier. Behalve dat natuur een prachtig wonder is waar ik blij van word, weet ik er weinig van af. Gedachten bij kokkels en schelpdieren had ik niet.

Het blijken organismen met een hartslag van 30 slagen per minuut. De wetenschapper liet haar laboratoriumproefopstelling zien, die ze kwalificeerde als ‘sportfysiologie voor schelpdieren’. Door een mini-hartslagmetertje op de schelp te plaatsen, verzamelde ze data over hoe de ademhaling en hartslag van de diertjes verandert bij een stijgende watertemperatuur, zoals waar de Waddenzee mee te maken heeft. Ze wist hoe ieder mosseltje zich voelde en op welk punt deze stress of pijn had. Ze herkende bovendien hun persoonlijkheid aan hun uiteenlopende reacties op verandering, die varieerden van angstig en voorzichtig tot nieuwsgierig.

Het is een regelrecht wonder: dieren hebben persoonlijkheid. Ze hebben gevoel, pijnbeleving, bewustzijn, leervermogen en geheugen. We wisten dat al van walvissen en orka’s en van varkens, koeien, geiten en kippen, en nu dus ook van schelpdieren. Met al die kennis is het slecht voorstelbaar hoe destructief de mens is.

Destructie van mensen en de planeet is zowel onethisch als lucratief en wordt op tal van manieren aan de kaak gesteld: in de publieke ruimte en politiek, en via de rechtspraak, media en onderzoek. De kunsten stelt het doorlopend voor een dilemma, want al blijft dat liever onuitgesproken, zij zijn doordesemd van geld dat met destructie is verdiend. Wie zich daar tegen teweer stelt schiet zichzelf in de voet. Vandaar dat activisme opvallend vaak vanuit de eigen omgeving de mond wordt gesnoerd en cynisme of misplaatst moralisme krijgt aangewreven, zoals Hans den Hartog Jager onlangs in de NRC deed.

Juist nu gaat de gijzeling van de kunsten bovendien een nieuwe fase in, want beleidsmakers willen matching voorwaardelijk stellen voor overheidsfinanciering. Door aan te sturen op een structurele kongsi met producenten en financiers van diezelfde destructie, wordt de kunstsector keuzevrijheid definitief ontnomen; de hand die je voedt bijt je immers niet.

Een nieuwe insteek om de sector tot zwijgen te bewegen las ik deze week in de Groene Amsterdammer. Cultuurhistoricus Thor Rydin pleit ervoor om in een opinie-kakofonie juist kunst en wetenschap te vrijwaren van meningsvorming over maatschappelijke kwesties. Daartoe stelt hij gerenommeerde denkers en kunstenaars als Weber, Wittgenstein en Käthe Kollwitz ten voorbeeld, die honderd jaar geleden, tijdens het interbellum, voor de stilte kozen als antwoord op naderend onheil en ervaren destructie. Zoals hij het voorstelt, klinkt kiezen om te zwijgen niet opportunistisch, maar juist buitengewoon nobel en erudiet ­– alsof men niet het eigen vege lijf en kunst en wetenschap in algemene zin wil redden door er een voorwaardelijk niemandsland van te maken.

Het aardige is nog de veronderstelling dat de kunstsector als geheel, en makers en instellingen op individueel niveau, geneigd zouden zijn te kiezen wanneer het er werkelijk op aan komt, zoals nu. De Waddenzeemossel die geschrokken vaststelt dat de temperatuur in zijn leefomgeving oploopt en hij in zijn schelp gaar suddert, staat machteloos. Apathie en botte onverschilligheid karakteriseren in The Zone of Interest de mens. En de in het interbellum door Duitse intelligentsia zelfverkozen stilte heeft mooie kunstwerken, geschriften en theorieën opgeleverd, maar zoals we weten heeft het de Tweede Wereldoorlog (en de nasleep) niet helpen voorkomen.

Nous Faes

is eigenaar van The Sociological Studio for Policy and Research

Gerelateerd

Recente artikelen