De Ajvazovski-index
In juli opende in de Tretjakovgalerie, het belangrijkste Russische museum voor door de staat gesanctioneerde cultuur, een enorme tentoonstelling van de negentiende-eeuwse schilder Ivan Ajvazovski, in het kader van zijn tweehonderdste verjaardag. In Rusland is de kunstenaar zeer bekend. Zijn werk, meestal zeestukken met veel marineschepen en ander oorlogstuig, is wijdverbreid terug te vinden, zoals op ansichtkaarten en posters, in schoolboeken en advertenties. Hij is zo populair dat niemand hem als kunstenaar nog echt serieus kan nemen. Jarenlang werd zijn werk binnen de kunstgemeenschap gezien als iets te veel van het goede.
Enkele maanden voor de tentoonstelling vertelde Zelfira Tregulova, de directeur van het Tretjakov, in The Art Newspaper dat het retrospectief lang geleden al gepland was en op eigen merites als tentoonstelling beoordeeld moet worden. Op dat moment was er een tentoonstelling van Anish Kapoor in het Joods Museum in Moskou. De kunstenaar besloot eens naar de oude iconen in het Tretjakov te gaan kijken. Hij werd gespot door Tregulova, ze kletsten wat, en en passant ontdekte Kapoor het werk van Ajvazovski. Hij raakte gefascineerd en stond minutenlang te kijken naar het schilderij De Zwarte Zee. In een ander interview voor de BBC vertelde Tregulova over de ontmoeting: ‘Het was pure metafysica, had Kapoor gezegd. Dit is wat ik doe.’ Tregulova ontdekte iets later dat Ivan Kramskoj, een beroemd schilder en de onofficiële leider van de negentiende-eeuwse kunstscene, Ajvazovski ook al de meest metafysische kunstenaar van zijn tijd had genoemd. Diens werk zat dicht aan tegen dat van Caspar David Friedrich, vond hij.
Iedereen hoopte bij de huidige tentoonstelling op een nieuwe benadering van Ajvazovski’s werk, in overeenstemming met Kapoors metafysica, maar niets van dat al. Het museum maakte een professioneel in elkaar gezet, maar weinig opzienbarend retrospectief. Het enige bijzondere is de presentatie van een werk van de Blue Group. Maar hun bijdrage is alleen maar een leuke bijzaak, ter onderbreking van het geheel. Zaal na zaal schilderijen zou te saai zijn.
Het meest interessante aan de tentoonstelling is een interview voor de respectabele onafhankelijke krant Vedomosti, dat kort na de opening verscheen. Mikhail Kamenski, het voormalige hoofd van de Moskouse afdeling van Sotheby’s, beweerde dat de marktpositie van de kunstenaar minder sterk zou zijn dan in voorgaande jaren. ‘Door alle crises heen is Ajvazovski altijd beschouwd gebleven als een solide investering.’ Maar nu niet meer. Dat is bijzonder want jarenlang hoorde Ajvazovski’s werk tot de duurste kunst die in Rusland verkocht werd. De welgestelde Russen liepen ermee te koop; Ajvazovski was het toonbeeld van beschaving. Hij gold bovendien als de kunstenaar die als geen ander ‘het machtige Russische leger’ had afgebeeld, en was in die zin een soort hofschilder.
Er valt een sterke relatie te ontdekken tussen de liefde voor Rusland (in nationalistische termen) en de liefde voor Ajvazovski, die door zijn fans op één lijn wordt gezet met andere grote langgenoten, als Dostojevski, Tolstoj, Poesjkin en Tsjaikovski, wier portretten te vinden zijn in menig nationaal gebouw. Zoals ze tien jaar geleden zeiden: als je downloadt met Napster dan steun je het communisme, zo zou je bij Ajvazovski kunnen zeggen: koop je zijn werk, dan steun je het Russisch imperialisme. Dat is een grapje uiteraard, maar wel een met een kern van waarheid in zich. Deze kunstenaar is, zoals te zien aan de massale verkoop van zijn werk via ansichtkaarten, het symbool van de ‘grootsheid van Rusland’.
Maar niet meer voor lang, als we Kamenski moeten geloven. De markt voor zijn werk zou ingestort zijn. De lagere klassen van de bevolking mogen zijn werk weliswaar nog waarderen, zoals blijkt uit de aanhoudende massale verkoop van de ansichtkaarten en posters van het werk, maar de elite, staatsbureaucratie en de rijke zakenlui niet meer. Zij geloven niet meer in zijn patriottistische boodschap, zo lijkt het. En dat is interessant, omdat ze publiekelijk een andere mening uitdragen. Aan de hand van de prijzen van de iconische kunst van een rijk, kun je zijn kracht afmeten in economische en symbolische zin. En zoals de verkoop van Ajvazovski’s werk laat zien staat het rijk er zwak voor, ook al is het betrokken in oorlogen in tenminste twee landen en laat het elke dag zijn spierballen zien.
Sergey Guskov
is journalist en kunstcriticus