metropolis m

Een vriendin van mij is een essayist die er haar werk van heeft gemaakt de hele dag na te denken. Als ik haar opbel zegt ze niet zelden: ‘Kan ik je later even terugbellen, want ik denk na.’ Soms vraag ik haar waar ze zoal over na heeft gedacht. ‘Dat is moeilijk samen te vatten’, zegt ze dan. Of: ‘Ik kom er later op terug.’

Al mijn hele leven lang kijk ik tegen twee soorten mensen op: mensen die nadenken, en mensen die zwijgen.

Laatst was deze nadenkende vriendin dronken, en dat maakte haar een tik agressief. Ze leek in ieder geval niet erg veel meer na te denken over de dingen die ze zei. Ze begon over het verschil tussen mannen en vrouwen. Ze zei dat ze mannen heel oninteressant vond om mee naar bed te gaan. Daar kon ik nog wel inkomen. Ze zei dat ze bij wijze van experiment weleens een man zou willen penetreren met een dildo. Om het verschil in macht te voelen, zei ze. En ze lachte er uitbundig, zo niet wreed bij. Het was niet dat ze dit plan graag wilde uitvoeren voor haar eigen genot, het ging haar louter om het ombuigen van de hiërarchie en de man te onderwerpen. Toen ik zei dat ik überhaupt niet zo in die hiërarchie geloof, kregen we ruzie. Ze slingerde me verwijten om de oren waarbij de hele feministische leeslijst voorbij kwam, alsmede de halve geschiedenis van de mensheid. Hoe dan ook: ik had niet echt meer vaste grond onder mijn (volgens haar) niet-zo-feministische voeten. Wel was nu duidelijk waar zij al die tijd dat ik haar probeerde te bellen over had nagedacht. En ik kon op dat moment, uit pure onmacht, eindelijk eens iemand zijn tegen wie ik eerder had opgekeken: een zwijgende mens.

De vriendin sprak gewoon verder en zei dat veel vrouwen zich kunnen inleven in een man en daarmee op zichzelf kunnen reflecteren vanuit de blik van de ander, maar dat mannen dat wat minder goed konden. Ook dat vond ik wat boud gesteld, maar ik durfde niets meer te zeggen. Ik dacht aan mezelf en aan mijn moeder en voelde me betrapt: misschien weet ik gewoon niet goed wat een vrouw is? Misschien weet ik niet wie ik zelf ben en wat er van mij verwacht wordt? In ieder geval was het volgens de nadenkende vriendin niet de bedoeling dat vrouwen zich agressief gedroegen in de wereld. En ook dat ze niet al te veel macht hadden. ‘Kijk maar naar Sigrid Kaag’, zei ze. ‘Die krijgt eerder allemaal onzin over zich heen over haar man en haar kinderen dan dat men haar op de inhoud aanspreekt.’ ‘Daar heeft Sigrid Kaag in zekere zin geluk mee’, wilde ik bijna zeggen, maar hield mij wederom in.

De vriendin vertrok uiteindelijk naar huis om terug in haar gedachten verzonken te raken. En ikzelf besloot eens wat te experimenteren met mijn vermeende vrouwelijkheid. Ik nam me voor om eens een week lang feller op alles te reageren. Dus dat deed ik. In milde mate. Ik wilde geen klappen of ruzie, ik kwam gewoon wat extra voor mezelf op. Het klopt wel dat schrikbarend veel mensen vroegen of ik soms ongesteld was (vrouwen) en of ik soms heel lang geen seks had gehad (mannen) en of ik dat dan wilde, want een orgasme zou mijn agressie wat temperen.

De opluchting (of misschien was het slechts herkenning) kwam toen ik een interview las in de Volkskrant waarbij studenten van verschillende kunstacademies werden gevraagd naar hun afstudeerwerk. Een van de koppen luidde: ‘Tieren, vloeken, vechten’. Eronder stond een foto van een knap engelachtig meisje. Het bleek te gaan om Kee van der Meer (Willem de Kooning Academie). Ze was geïnteresseerd geraakt in de agressie van meisjes in de realityshow Ex on the beach. De meisjes waren zowel verbaal als fysiek agressief in een omgeving waarbij ze rivaliteit van elkaar ervoeren. Van der Meer vroeg zich af wat deze openlijke agressie zegt over de huidige tijd en de rol van vrouwen, die nu met hun agressie een voorheen mannelijk terrein betraden. Ze bekeek het programma alsof het kunst was.

Kee filmde in Marokko een paar straathonden en monteerde de teksten van de meisjes uit Ex on the Beach onder de beelden. Op het internet bekeek ik haar film I know I may be young, but I’ve got feelings too, and I need to do what I feel like doing, so let me go, and just listen (2020), en dacht aan mijn denkende vriendin. Ik hoopte dat ze soms wat minder zou denken, en vaker zou terugvechten, zoals ze die dronken avond tegen mij had gedaan, zodat ook zij tegen wie dan ook zou kunnen schreeuwen: ‘Let me go, and just listen!’ Ik weet in elk geval zeker dat niemand het zou durven om niet naar haar te luisteren.

Maartje Wortel

is schrijver

Recente artikelen