Tegenwicht voor het slagzintijdperk
De vereenvoudiging van het politieke debat tot simpele tegenstellingen van zwart tegenover wit, heeft een desastreus effect op alle zaken die vragen om een meer complexe analyse. De klimaatcrisis is geen mening, er ontstaat erosie van betekenis en begrip, want de complexiteit van het leven laat zich niet vangen in een tweet of video van een minuut. Het is volgens Eva Meijer tijd om weer complex te durven denken en te gaan werken aan oplossingen voor de lange termijn.
ABUSE OF POWER COMES AS NO SURPRISE, denk ik vaak. Bij de douane, op straat, bij beelden op internet. Deze slagzin van Jenny Holzer is eigenlijk een anti-slagzin, tegenpropaganda. Zeker wanneer hij in de publieke ruimte verschijnt, op gelijke voet met reclame. De Truisms van Holzer strooien zand in de raderen. Soms existentieel, zoals IT IS HEROIC TO TRY TO STOP TIME. Maar vaak politiek, zoals REDISTRIBUTING WEALTH IS MANDATORY. Of YOU MUST DISAGREE WITH AUTHORITY FIGURES.
We leven in een slagzintijdperk. Het politieke en publieke debat wordt gedomineerd door kreten. In mijn boek Misschien is een ander woord voor hoop (2022) noem ik de structuur van het debat monologisch – politici spreken in monologen en volgen maar één logica, hun eigen. In het monologische systeem staat het zelf centraal. ‘Ik’ en ‘wij’ zijn autonome, afgebakende identiteiten waar niemand aan mag komen. Die houding leidt tot vreemdelingenhaat, want ‘anderen’ worden gezien als gevaar voor het collectieve en individuele zelf. Ook is het zelf antropocentrisch ingevuld: ‘wij’ zijn mensen, niet-mensen behoren tot een andere categorie. In combinatie met het kapitalisme, waarin levende wezens tot producten worden gemaakt en waarde wordt gemeten in geld, leidt deze nadruk op het menselijke zelf tot grootschalige uitbuiting van de andere dieren, planten en de natuur.
De monoloog karakteriseert niet alleen de inhoud maar ook de vorm van het debat. Politieke oneliners worden gedeeld via de media en sociale media, krijgen per echo meer substantie. Politiek wordt opgevat als een strijd en taal is daarin een wapen, geen instrument tot dialoog. Dit leidt tot het botsen van meningen: je bent voor of tegen. Mede doordat verschillende vormen van kennis en spreken in de herhaling vervlakken, krijgen feiten een nieuwe positie. Complexe posities die meer woorden nodig hebben, zoals die van wetenschappers, delven het onderspit. De klimaatcrisis wordt ook maar een mening. Zo ontstaat er erosie van betekenis en begrip, want de complexiteit van het leven laat zich niet vangen in een tweet of video van een minuut.
De verkiezingswinst van extreemrechts in Nederland volgt deze logica. Geert Wilders is koning van de slagzin en de beledigende retoriek, maar het NSC en de BBB dragen ook bij aan een manier van spreken die vervormt wat er op het spel staat. Ze doen dat onder andere door het gewicht van verschillende taalspelen gelijk te maken, zoals die gebaseerd op feiten en wetenschap, en die waarin meningen of financiële belangen centraal staan. Maar ook door hun conservatisme te vermommen als authenticiteit. En de VVD draait mee.
Ik ga zo uitgebreid in op de vorm van het debat en het mensbeeld dat eraan vastzit, omdat die vorm het lastig maakt voor kunstenaars en schrijvers (en wetenschappers) om tegenwicht te bieden aan verrechtsing en destructie van de natuur. Kritiek is binnen dit systeem ten slotte ook maar een mening. Wie andere werelden verbeeldt valt binnen de ideologie of in het tegenkamp, meer posities zijn er niet. De complexiteit en de tegenverhalen die de kunst de samenleving te bieden heeft, worden in de trechter van het systeem gezogen en verliezen daar een deel van hun wereldveranderende kracht.
Dat betekent niet dat we minder minder minder kunst nodig hebben, integendeel. Een discours is altijd poreus. Binnen het politieke gesprek in de samenleving kan kunst een rol spelen in de beweging naar dialoog en meerstemmigheid. Onder andere door het vertellen van andere verhalen, en betekenis te geven aan wat over het hoofd wordt gezien. Maar ook in het bevragen van de structuur van de politiek en het debat. Want het grootste politieke probleem van deze tijd is misschien niet eens de inhoud maar de vorm.
In elk geval is de structuur van ons politieke systeem niet toekomstbestendig. Het is gericht op strijd in plaats van zorg en op het verdedigen van vooraf vaststaande belangen in plaats van dialoog. Ook hebben de industrie en economie veel te veel invloed en wordt vooruitgang nog steeds in termen van economische groei besproken. Doordat er vierjaarlijkse verkiezingen zijn wordt er niet verder dan die termijn vooruitgedacht, en dat is problematisch omdat de ecologische crises waar we mee te kampen hebben zich veel verder in de toekomst uitstrekken.
Voor het articuleren van democratische alternatieven hebben we nieuwe experimenten nodig in samenleven, een onderwerp dat sommige kunstenaars in samenwerking met anderen onderzoeken. Ik denk bijvoorbeeld aan het werk van melanie bonajo met Skinship over seks en heling, van Renzo Martens met het kunstenaarscollectief Cercle d’Art des Travailleurs de Plantation Congolaise (CATPC) over het aankaarten en herstellen van koloniaal geweld, of van de Ambassade van de Noordzee over vertegenwoordiging van niet-mensen binnen en buiten het juridische systeem. Een ander voorbeeld is het werk van Miek Zwamborn en Rutger Emmelkamp in KNOCKvologan, een natuurgebied en kunstenaarsresidentie op het Schotse Isle of Mull. In het vorig jaar verschenen boek Onderling beschrijft Zwamborn hoe je in gesprek kan gaan met een eiland. Met verbeelding en toewijding, door zorg te dragen voor het land en het vanuit verschillende perspectieven te onderzoeken. Het werk is een oefening in anders leven. In deze voorbeelden neemt de kunst ook een deel van de taken van de wetenschap over, door het creëren van kennis en betekenis van onderop.
Deze kunstenaars zoeken naar nieuwe coalities en nemen hun eigen gesitueerdheid in de tijd en ruimte serieus. Dat biedt tegenwicht voor het slagzintijdperk, want slagzinnen gedijen bij afstand, anonimiteit, schermen en opnames. Voor het ontwikkelen van nieuwe vormen van dialoog en democratie hebben we een terugkeer naar de publieke ruimte nodig, en een andere verhouding tot die ruimte en elkaar. Want ons zelf is altijd gevormd door andere zelven, menselijk en niet-menselijk, waartoe het in dynamische verbinding staat. Of nieuwe experimenten in leven en spreken het tij kunnen keren weet niemand, maar zoals Holzer zegt: GRASS ROOTS AGITATION IS THE ONLY HOPE.
Thema's
DIT ARTIKEL IS EERDER GEPUBLICEERD IN METROPOLIS M NUMMER 3 2024 POLARISATIE
Eva Meijer
beeldend kunstenaar, filosoof, schrijver en singer-songwriter