Zie mij, please Steve Van den Bosch in Artis
Steve Van den Bosch heeft in reactie op de eigenaardige fabrieksruimte in Artis, bekend vanwege talloze gietijzeren steunpilaren, met acht neonhoekpunten een rechthoekige ruimte gemarkeerd. Niets meer, niets minder.
De bak staat scheef in de ruimte, als een gedroomde white cube, die het publiek confrontreert met de eigenaardige, zeg maar gerust vrij onmogelijke tentoonstellingsruimte die Artis zijn kunstenaars biedt.
Of, anders gezegd, als ik Steve Van den Bosch was en uitgenodigd om in Artis een tentoonstelling te maken zou ik ook van de weeromstuit van een white cube zijn gaan dromen.
Leuke zaal hoor, dat Artis, maar het is wel een expositieruimte die zich niet heel erg bescheiden gedraagt, zeg maar gerust dat hij zich nogal opdringt en het vrije zicht op de kunst volkomen ontneemt. Er is weinig kunst die in dat architectonische geweld overleeft.
Ook de Van den Bosch’ neon valt volledig weg in het gietijzeren bos.
De Belg doet meer met neon, blijkt uit publicaties die ter inzage liggen – een soort van arte povera komt voorbij, wat een kunsthistorisch motief achter zijn bezigheden doet vermoeden. Ik meen wat Mario Merziaanse takkenbossenneon te zien en wat dies meer zij.
Christophe van Gerrewey suggereert in een begeleidende zaaltekst een meer filosofisch motief, sprekend van de behoefte van kunst om te markeren, zichzelf in de eerste plaats.
Wat de spijker op de kop slaat uiteraard. De neoninstallatie krijgt er zelfs iets wanhopigs door: zie mij, please.
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M