Geordende chaos met netjes ingekaderde flamingo’s
De entreehal. Een fotoprint van een monument in Kosovo. Grijsgrauwe koppen als medaillons grijnzen je aan. In het midden van de grote afgerolde fotoprint bevindt zich een rode krans. Rechts staat een klein Herculesfiguurtje met zijn boog gericht naar de muur, links een typische Atelier de Cock bricolage. Ik wordt gelukkig uit mijn verwarde verdwazing over deze assemblage gered door de suppoost, die me even verduidelijkt dat men links de trappen op moet om het parcours van module XXXXXA tot module XXXXXZ juist uit te wandelen. Ik ga de monumentale trappen van BOZAR op.
Witgelakte zwevende vlakken op rails dragen de nog compacte kamers. Groen en rood vormen de twee ander hoofdtonen van het hout. Een enorme replica van de Hercules van Bourdelle troont in deze zaal. Aan de museummuur is opnieuw een fotoprint afgerold, waardoor de nog half overeind staande wand van een aan flarden gebombardeerd woonblok opgaat in de getimmerde ruimtes eromheen. Een eindeloze kolom triplex schiet richting plafond, een slordige gele verflijn volgt hem mee naar beneden. Boven deze geordende chaos hangen netjes ingekaderde roze flamingo’s. Wat is dit? Deze ontplofte Minimal netheid rond de immense Hercules, die met zijn boog de Stymphalische vogels aan het afmaken is, maakt me zelfs lichtjes woest. Ik ga er even bij zitten. Hebben reproducties dan een aura?
Opnieuw word ik uit mijn zoek-zijn-in-gedachten gered door de banaliteit. Twee Gentse dames zijn heftig in discussie met de zaalwacht. Hoe kunnen ze nu alles zien als ze niet op en in de sculpturen mogen wandelen. Ze hebben namelijk zelf op de televisie van Jan gehoord dat je uren onthaast vertoeven moet IN zijn sculpturen om ze te kunnen ervaren. De suppoost houdt voet bij stuk. Een oudere museumkracht springt hem bij. BOZAR heeft een streng museumbeleid, maar dit zijn de orders van Jan zelf! Met deze uitleg nemen de dames geen genoegen, één van hen zal Jan hier beslist over mailen.
Ik lach. Kunst uit triplexplaten die na de zomer weer uit elkaar geschroefd wordt. Dat was toch nog even anders toen Atelier de Cock niet zo groot was. Een tiental jaar geleden begon je in Gent bij Randschade Fig. 7, destijds te zien bij het Museum voor Schone Kunsten en S.M.A.K., aan een parcours van kleine triplex sculpturen. Een partituur aan evenwichtige vlakken wekte het verlangen om er daadwerkelijk doorheen te lopen. Uiteindelijk stapte je stoutmoedig door die eerste triplex box. Verrast door het verraad van je eigen schoengeluid op het hout beging je een vreugdesprong. Nu kan dit helaas niet meer, want het kapitaal en haar marktwaarde wint overal terrein. Grote delen van Re-promotion zijn namelijk al in handen van verzamelaars.
Zaal twee barst uit zijn voegen. Enkele eindeloze kolossen doorscheuren de vlakken in verticaliteit richting plafond. En er wordt nu ook gespeeld met diagonalen. Opnieuw een afdruk van een oorlogsruïne, ontrold. Sculpturen bouwen erop verder. Een glazen vlak parallel met het glazen plafond laat je weerspiegelend de pracht van de lichtinval van het museum ontdekken. Atelier de Cock heeft het stof van de ramen geboend. Daglicht dat sinds godvergeten jaren het museum niet meer gezien had. In welke eclectische compositie ben ik terecht gekomen? Hommage aan Donald Judd, Frank Lloyd Wright, Bourdelle, Marcel Broodthaers en Brancusi.
De eindeloze kolossen herinneren me aan Brancusi. Brancusi’s woorden dat hij zijn leven lang het wezen van de vlucht, van het vliegen dus, heeft willen belichamen. Hij was geen ‘abstract’, integendeel, het echte was het niet-zichtbare, het wezen van de dingen wilde hij via zijn werk uiten. Eerder spiritueel symbolisch dan zuiver abstract. Is dit wat Jan ons ook duidelijk maken wil? In dat geval is de toeschouwer een soort archeoloog die op basis van de sporen betekenis schept in een verloren cultuur. Symbool van de ziel is de vogel. Geldt dit ook voor een roze flamingo, familie van de duif? Of zinspeelt deze flamingo op Broodthaers, die hier ooit met een kameel binnenkwam?
Ik loop verder. Loop haast verloren. De dappere Hercules redt me door me de richting naar de uitgang te wijzen met zijn boog.
Eva Kerremans