Perfecte timing TENT Kunstenaars onderzoeken politieke propaganda
Timing is everything: vrijdagavond opende TENT een tentoonstelling over kunst in relatie tot politiek, zaterdagochtend viel het kabinet. Een grappig toeval, maar de geplande samenloop van The People United Will Never Be Defeated is de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart. TENT geeft in een tijd dat politici zich stevig uitspreken over de kunstsector een podium aan kunstenaars die een tegengeluid laten horen. Niet als activisme, maar om de politiek als systeem te onderzoeken.
Ruggengraat van de tentoonstelling is de installatie ‘Politiek Kunstbezit’ van Jonas Staal. Hierin zijn kunstwerken uit fractiekamers van Rotterdamse politieke partijen bijeen gebracht en in een klassiek museale context gepresenteerd. Staal bouwt hiermee verder op zijn in 2009 verschenen essay Post-Propaganda, waarin hij oproept de indirecte invloed van de politiek op de kunstwereld te erkennen en haar expliciet te thematiseren. De interviews die documentairemaker Rob Schröder vervolgens met de fractieleiders hield laten zien dat hun affiniteit met het object bijna zonder uitzondering partij-ideologisch is. Natuurlijk gebruiken de fractieleiders deze media-aandacht voor een promotiepraatje, maar de interviews doen wel beseffen dat een ideologische overtuiging niet plotseling kan worden uitgeschakeld wanneer het om de waardering van kunst gaat.
Ook andere werken die gemaakt zijn als reactie op Staals essay stellen de politiek als systeem ter discussie en communiceren actief met de buitenwereld. Sjoerd Oudman zette de vaak vage en tenenkrommende teksten uit partijprogramma’s op muziek en stelt ze gratis beschikbaar voor campagnedoeleinden.
Iratxe Jaio en Klaas van Gorkum verruilden zes publieke aanplakborden voor eigen stellages. Hun werken functioneren in letterlijke zin als basis voor campagnes in de buitenwereld, terwijl het publieke bezit in de tentoonstellingsruimte onderdeel van het werk is geworden (maar wellicht nog op straffe van € 2250,- per bord terug wordt gevorderd). Grotere ophef kan verwacht worden van het curieuze Bureau Kunstenaarsparticipatie, een samenwerking van BAVO, TENT, het BKVB en de gemeente Rotterdam. Inspelend op populistische kreten jegens de kunst, presenteert het initiatief zich als uitzendbureau voor kunstenaars en heeft het een gewaagd beleidsmodel opgesteld om hen nu eens op een concrete manier van waarde te laten zijn voor de stad Rotterdam.
De tentoonstelling krijgt hiermee prettig scherpe randjes, die weerspiegelen dat de relatie tussen kunst en politiek van nature niet soepel verloopt.
Hoewel de tentoonstelling het meest zal spreken tot de bij kunst betrokken Rotterdammer, lukt het The People United Will Never Be Defeated om op een algemeen niveau op politiek te reflecteren, mede door de Haagse spotprenten van Joep Bertrams en de video die Libia Castro en Ólafur Ólafsson maakten over de lobbyisten die als bijen rondom leden van het Europees Parlement zwermen. Door dit bredere kader is de tentoonstelling ook voor mensen buiten Rotterdam interessant, met name nu de ratrace van de landelijke verkiezingen weer in aantocht is.
The People United Will Never Be Defeated is nog tot 18 april te zien.
Luuk Heezen