Frieling is zijn eigen Faust Doktor Faustus in W139
De tentoonstelling Doktor Faustus in W139 heeft tot nu toe vooral aandacht gekregen als beeldverslag. Maar in plaats van de gelijkenis tussen de gelijknamige roman van Thomas Mann en de muurschilderingen te zoeken, heeft de totstandkoming van de tentoonstelling zelf ook een Faust-motief in zich.
Met als doel Thomas Manns roman Doktor Faustus in muurschilderingen te vertalen, nodigde Gijs Frieling zeven kunstenaars uit om samen met hem op het randje van zijn voorzitterschap voor de laatste maal zijn ruimte onder handen te nemen. De tentoonstelling kreeg in de media vooral aandacht door beeldverslagen, een vorm die de visueel overweldigende wandschilderingen opeisen. Maar het echte Faust-motief ligt in de totstandkoming van de tentoonstelling zelf.
Want de kern van iedere Faust-mythe is het pact dat de hoofdpersoon met de duivel sluit ter meerdere glorie van zichzelf. De componist Leverkühn in Manns Doktor Faustus besmet zich opzettelijk met syfilis om uit zijn waanzin geniale inspiratie te kunnen putten en verkoopt zijn ziel aan de duivel in ruil voor 24 jaar succesvolle composities. De wetenschapper Faust in Goethes Faust II kocht met zijn ziel de duistere diensten van Mephistoteles voor het vervullen van alle wensen die buiten het bereik van de beperkte wetenschap lagen.
Op dezelfde manier vond Gijs Frieling het niet genoeg om zijn persoonlijke artistieke overtuiging in musea of galeries buiten zijn eigen instelling te bepleiten. Hij maakte de wanden vrij van de ruimte waarover hij zelf de baas was en schilderde er zijn eigen werk op. En hoewel er andere kunstenaars aan meewerkten, ademt het project de stijl, de sfeer en de overtuiging van Frieling. De andere kunstenaars zijn niet meer dan figuranten, bekwame hulpjes die zijn ingeschakeld voor het volbrengen van de persoonlijke missie van Frieling, alias Doktor Faustus: ‘In dit plan komen een aantal lijnen van mijn curator- en kunstenaarschap samen: de wens om tenminste één keer W139 van top tot teen te beschilderen, het verlangen naar een samenwerking tussen verschillende kunstenaars die de obligate verwijzing naar een gemeenschappelijk thema overstijgt en de poging om de wonderlijke angst voor illustratie te overwinnen.’
In plaats van intellectueel vermaak op de vierkante millimeter, geeft Frieling met duivels genoegen zijn visie van verhalende schilderkunst gestalte. In de tentoonstellingsruimte hoor je bijna de satanische schaterlach waarmee hij de modernistisch geïnspireerde kunstwereld beschimpt. Het offer dat hij daarvoor brengt is niet de samenwerking met de commercie, zoals misschien op het eerste gezicht lijkt. De meeste ‘artvertenties’ vallen nauwelijks op tussen de expressieve wandschilderingen en lijken vooral als lucratief vulmiddel voor lege plekken te zijn gebruikt. Bovendien zijn de partners, op webcamsex.nl na, alleraardigst culturele partijen, zoals De Groene Amsterdammer en het Nationaal Historisch museum. Doktor Faustus is De Grote Frieling-show geworden, waarbij hij speelt met zijn integriteit als directeur.
Hierdoor verschuift binnen de tentoonstelling de aandacht van een potje zoek-de-verschillen tussen het verhaal van de roman en de wandschilderingen naar de plekken waar de sfeer van Gijs Frielings werk de tentoonstelling het meest bepaalt. Hoewel je hierover je wenkbrauwen kunt fronsen, biedt het een welkome extra laag in een tentoonstelling die voor illustratieve schilderkunst wel heel losjes geïnspireerd is op het verhaal waarnaar ze verwijst.
Doktor Faustus is nog tot 30 mei te zien in W139.
Luuk Heezen