The Pierson belongs to itself, others and us
‘Homo Bulla Est’, luidt een klassiek spreekwoord: de mens is een zeepbel. Ons bestaan is broos, vergankelijk, kortstondig. De dood zit ons vanaf onze geboorte op de hielen en we worden uiteindelijk gesloopt door de tijd.
In 1999 stelde Nadezda Lyahova de bezoekers van het ATA Center for Contemporary Art in Sofia, Bulgarije dit omineuze, Latijnse spreekwoord letterlijk voor ogen met haar installatie Soapy Reflections. Met behulp van een afgietsel van haar eigen gezicht vervaardigde ze vierentwintig maskers in zeep die in rechthoekige watertobbes werden tentoongesteld. De tijd deed vervolgens zijn werk: binnen enkele dagen raakten de maskers ernstig misvormd en vulde een penetrante zeeplucht de tentoonstellingsruimte. De associatie met ontbindende lijken was snel gemaakt.
8 oktober gaf Angel Angelov, Professor Cultuurtheorie en –geschiedenis aan de Zuid-Westelijke Universiteit Neofit Rilski in Blagoëvgrad, Bulgarije, in het Allard Pierson Museum een lezing over het thema van de veranderende, metamorfe natuur van de mens in het werk van Lyahova. Naast maskers van zeep, vervaardigde Lyahova namelijk ook maskers van zand en ijs van haar gezicht. Steeds opnieuw vergingen zij. Hetzij door de opkomende vloed van de zee, hetzij door consumptie. Een eindeloos proces van constructie en destructie. Lyahova benadrukt ermee dat de menselijke conditie er een is van constante metamorfose: jong wordt oud, heel raakt stuk, en de dood, in wat voor vorm dan ook, schept vervolgens de mogelijkheid tot hergeboorte.
De lezing van Angelov maakte deel uit van een lezingenreeks die is georganiseerd ter gelegenheid van de tentoonstelling Capturing Metamorphosis, die op dit moment te zien is in het UvA ErfgoedLab. Werk uit de collectie Oud-Griekse kunst van het Allard Pierson Museum wordt er gecombineerd met werk van de eigentijdse kunstenaars James Beckett, Rob Johannesma, Lawrence Malstaf, Barbara Philipp en Rebecca Sakoun.
Het begrip ‘metamorfose’ wordt in de tentoonstelling zeer ruim geïnterpreteerd. Het wordt niet alleen opgevat als een gebeurtenis, zoals de transformatie van mensen in dieren of planten in Ovidius’ Metamorphosen, maar ook als een element dat bij beelden hoort. Het maken van beelden impliceert immers het manipuleren en veranderen van vorm: het is een transformatieve activiteit.
Zo kan het dat in dezelfde tentoonstelling zowel een polychroom aardewerken reliëf van Europa, zittend op de tot stier getransformeerde Zeus, als de fragmenten van een roodfigurige drinkschaal, waarop een schilder is afgebeeld die een drinkschaal decoreert, worden getoond.
De eigentijdse kunstenaars vatten het begrip metamorfose over het algemeen zeer ruim op. Uitzondering is Lawrence Malstaf, van wie het hypnotiserende werk Whirlpool 2 (2010) wordt getoond, een sokkel gevuld met water waarop het hoofd van Alexander de Grote wordt geprojecteerd. Ter hoogte van zijn mond zuigt een draaikolk een gat. Alexander transformeert hier in een half monsterlijk, half sensueel personage. Van zijn ernst en rationaliteit, kenmerken die meestal benadrukt worden in portretten van historische figuren, blijft niet veel over.
Van James Beckett wordt de installatie The Pierson Belongs to Itself, Others and Us getoond. De kunstenaar plaatste daarvoor een selectie objecten uit de collectie van het Allard Pierson Museum in enkele eikenhouten vitrines. Het oog van de kunstenaar viel onder meer op scherven, schrijfplanken en delen uit een archeologische publicatiereeks. Bij de rangschikking van deze fragmenten ging Beckett vervolgens uit van hun vorm, en niet van hun context. Beckett levert er commentaar mee op de wijze waarop archeologische vondsten in musea worden gepresenteerd, en legt er terloops de schoonheid die schuilgaat in fragmentatie mee bloot. Iets wat ons, volgens de tentoonstellingscatalogus, weer brengt op het thema metamorfose: het fragment krijgt hier een tweede bestaan als beeld.
Maar hoe The Pierson Belongs to Itself, Others and Us zich dan ook alweer verhoudt tot de zwartfigurige kaplis in dezelfde ruimte, met een afbeelding van Dionysos die een groep piraten in dolfijnen verandert? Eigenlijk hebben ze niet bijster veel met elkaar van doen.
De brede benadering van het begrip ‘metamorfose’ is beslist interessant, maar in de kleine, labyrintische ruimte van het Erfgoedlab veroorzaakt het helaas enige verwarring. Het gevoel bekruipt je dat de tentoonstelling hinkt op twee gedachten. Een ambitieuze tentoonstelling als deze had een groter podium verdiend dan de krap bemeten ruimte van het UvA Erfgoedlab. Het laatste lijkt me nog niet over dit thema gezegd: het is beslist geen zeepbel.
Capturing Metamorphosis
UvA ErfgoedLab
t/m 31 oktober 2010
www.capturingmetamorphosis.nl
Niels van Maanen