metropolis m

Marlon de Azambuja, Max Estrella, Madrid

Hoewel de Nederlandse galeries zich dit jaar van hun sterke kant hebben laten zien op ARCO en verreweg de meeste risico’s hebben genomen met een nadrukkelijk conceptuele inslag, gewaagde opstellingen en grote installaties, was het niet alleen een Nederlands feestje. Metropolis M doet verslag van het beste van de rest.

Volgens ABCDARCO, de dagelijkse krant die op ARCO wordt verspreid, heeft de beurs dit jaar een hoogtepunt bereikt. Het plan van directeur Carlos Urroz om de wat ingedutte, oudste en belangrijkste kunstbeurs van Spanje kleiner, jonger en internationaler te maken, en zich zo op het toekomstige topsegment te richten, lijkt zijn vruchten af te werpen: Reina Sofia schijnt 7 ton uitgegeven te hebben, verzamelaars en bezoekers kopen gretig, en terwijl de onvrede in de rest van Spanje over de financiële staat waarin het land verkeerd groeit, en er op straat wordt geprotesteerd, is er op de beurs niets te merken van de crisis. Op ARCO spelen de gevestigde galeries met een glaasje cava en de jonge galeries met een flesje Heineken in de hand mooi weer.

Het duurste werk van de beurs was een Francis Bacon van elf miljoen euro uit 1982 bij Marlborough uit Madrid (onverkocht). Gevolgd door een biljet van een dollar van Wilfredo Prieto, die hij voor alleen voor het exacte bedrag van één miljoen dollar wil verkopen (ook onverkocht). Alleen de eerste dagen te zien, met een stevige bewaker ernaast, daarna vervangen door twee muntstukken van vijftig cent. De doden scoorden goed: de werken die ik tegenkom van de Catalaanse Antoni Tapies en Mike Kelley, allebei deze maand overleden, zijn voorzien van een rood stickertje.

Spaanse oogst

Spaanse en Latijns-Amerikaanse galeries domineren het galerieaanbod van ARCO. Generaliserend kan je zeggen dat er veel ‘verzamelaarskunst’ wordt aangeboden; esthetische werken, goed verkoopbaar, niet te ingewikkeld. In tijden van crisis kan je beter op safe spelen.

Een handvol Spaanse galeries weet haar kop boven het maaiveld uit te steken. Bijvoorbeeld Nogueras Blanchard uit Barcelona, met een jonge, experimentele Spaanse kunstenaarsstal met werk van onder andere Rijksakademieresident Rubén Grilo en het bovengenoemde werk van de Cubaanse Wilfredo Prieto. Het eveneens Catalaanse ProjecteSD valt op met enkele werken van gepassioneerd beeldverzamelaar Hans-Peter Feldmann (waar trouwens ook een prachtige schele Rembrandt van te vinden is bij de Antwerpse galerie van Micheline Szwajcer). Bij Max Estrella uit Madrid tref ik het enige naar de crisis verwijzende werk wat ik kan ontdekken onder de Spaanse galeries, van Marlon de Azambuja, het leest: ‘no job, no money, no future, no fear’.

Meer gevestigd, maar nog steeds erg goed is de Madrileense galerie van ARCO oprichter (in 1981) Juana de Aizpuru, met fotoseries en een videowerk van Dora García en het humoristische meubilair van Franz West met zittingen van papier maché. Of pionier in de Spaanse galeriewereld Helga de Alvear met werk van onder andere Angela Bulloch en Alicia Framis.

Highlights

Andere internationale hoogtepunten trof ik aan in een samenwerking tussen Hoet Bekaert Gallery uit Gent en de Fruit & Flower Deli uit Stockholm. Een niet te betreden en enigszins onheilspellende installatie met werken van onder andere Kelly Schacht en David Adamo, waarbij je als toeschouwer van een tent, een verlicht pentagram en een leeg podium het gevoel krijgt niet alles te mogen zien en dat dit misschien maar beter zo kan blijven. Tussen de Solo Projects kom ik in de stand van Alberto Sendrós een prachtig ingetogen eerbetoon tegen van Cecilia Szalkowicz aan de Argentijnse modernistische schrijver Roberto Arlt, vol subtiele verwijzingen naar de zelfkant waar hij graag over schreef.

Europese galeries zien zich goed vertegenwoordigd in de Opening-sectie, alleen voor jonge, recent geopende galeries, waarin ook Jeanine Hofland en Tegenboschvanvreden in vertegenwoordigd zijn. Uitschieters zijn Arcade uit Londen, Imo uit Kopenhagen, Plan B uit Roemenië, en Figge von Rosen uit Berlijn met de absurde film Caligari und der Schlafwandler van Javier Téllez.

Internationale Nederlanders

De spotlight op de Nederlandse kunst schijnt door in veel internationale galeries die hebben besloten hun Nederlandse kunstenaars van stal te halen. Folkert de Jong is erg populair, net als Atelier van Lieshout en Aernout Mik, en ik spot een Henk Visch.

De assistent van de Mexicaanse en Spaanse galeriehouder Luis Adelantado, die bijna zijn hele stand vol heeft staan met Nederlandse kunstenaars ontkent stoïcijns dat Folkert de Jong, Iris van Dongen en haar damestrio Kimberly Clark zijn stand vullen vanwege de aandacht voor Nederland. Maar de Berlijnse galerie Zink met een aantal (verkochte) werken van Marcel van Eeden en de Roemeense galerie Plan B die werk laat zien van Navid Nuur geven toe dat ze dankbaar gebruik maken van de aandacht voor Nederlandse kunstenaars. ‘Maar’, zegt Cornelia Behr van Galerie Zink, ‘Van Eeden verkoopt altijd goed, wel of geen Focus the Netherlands’. Plan B meldt dat er veel extra belangstelling is van de pers, maar dat de verkoop is uitgebleven.

De Spanjaarden moeten misschien nog een beetje wennen aan de Nederlandse kunstenaars. Maar met de invasie van Nederlandse kunstenaars, galeries in instellingen op ARCO, Reina Sofia, Matadero, La Casa Encendida, etc., zijn we moeilijk over het hoofd te zien.

ARCOmadrid
15-19 februari 2012
www.ifema.es

Jolien Verlaek

Recente artikelen