De tienerkamer van Jeremy Deller Joy in People in Hayward Gallery
De overzichtstentoonstelling Joy in People van de Brit Jeremy Deller die in 2004 de Turner Prize won, beslaat het grootste gedeelte van de Hayward Gallery en nog een ruimte erboven. Deller (1966) is voornamelijk bekend om zijn haast antropologische interesse in subculturen en de samenwerking die hij met anderen aangaat in zijn werk. Toch heeft Joy in People een behoorlijk persoonlijk karakter, zijn moeder schreef zelfs mee aan de catalogus (‘Ik had hem liever als kunsthistoricus gezien, dit was wel even wennen.’)
Als bezoeker stap je de tentoonstelling binnen via de tienerkamer van Deller in diens ouderlijk huis, vol met t-shirts, stickers en tekeningen. Deze setting vormde het decor van Dellers eerste solotentoonstelling in 1993, die bij gebrek aan een studio noodgedwongen in het huis van zijn ouders moest exposeren, en is voor de tentoonstelling tot in detail nagebouwd. Even intiem is de reeks ontwerpen die Deller aan het einde toont, die stuk voor stuk door opdrachtgevers werden afgewezen (My Failures).
Dellers documentaires nemen een centrale plaats in. Met Acid Brass laat hij een traditionele brassband acid housemuziek opvoeren. Een enorme muurtekening illustreert hoe hij de twee muziekstijlen met elkaar verbindt. Ook bij het bekende The Battle of Orgreave (2001), waar hij een reenactment organiseert van het conflict tussen de mijnwerkers en de politie, worden notities en voorbereidend onderzoek getoond die de complexiteit van het project benadrukken. Waar Deller in deze twee documentaires de situaties creëert, neemt hij meer de rol van observator aan in Our hobby is Depeche Mode (2006) en So Many Ways to Hurt You (The Life and Times of Adrian Street) (2010), waarin hij respectievelijk een groep fans en een gepensioneerde showworstelaar volgt.
Van het begin tot het eind blijven al deze documentaires boeien, opvallend is dat het hoe langer hoe drukker wordt in de Hayward Gallery maar dat eigenlijk niemand voortijdig de filmruimtes verlaat. Een lange zit dus en daarom is een tussenstop bij Valerie’s Snack Bar (2009) noodzakelijk. Dit houten huisje is een replica van een marktkraam en was onderdeel van de processie die Deller in 2009 organiseerde voor Manchester International, maar biedt nu ruimte aan bezoekers om een kop thee te drinken.
Een ander grootschalig project is It Is What It Is (2009), een mobiel platform over de oorlog in Irak. In het midden van de zaal staat een bijna onherkenbaar autowrak en ook is er een zithoek ingericht waar Irakese ooggetuigen al op je zitten te wachten om de discussie aan te gaan. Het werk reisde de afgelopen jaren door Amerika en de reacties die het project daar kreeg zijn op een videoscherm te volgen. Joy in People eindigt met de teleurstellende 3d film Exodus (2012), waarvoor hij een kort fragment van zijn met de Turner Prize bekroonde Memory Bucket (dat opvallend genoeg schittert door afwezigheid) hergebruikt. Het resultaat heeft niets meer van het geëngageerde origineel en doet denken aan een slecht special effect.
Desondanks biedt Joy in People een mooi overzicht van Dellers rijke werk en maakt het je nieuwsgierig naar zijn komende projecten.
Jeremy Deller – Joy in People
Tot en met 13 mei
Hayward Gallery, London
Vanaf 1 juni in WIELS, Brussel
Tessa Verheul