In No Particular Order
Het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie reikt sinds vorig jaar beurzen uit aan veelbelovende ontwerpers uit verschillende disciplines, variërend van architectuur, mode, product, grafisch tot e-cultuur, in het kader van de deelregeling Talentontwikkeling. Tijdens de Dutch Design Week wordt het werk van de eerste lichting van 21 ‘jonge creatieve professionals’ gepresenteerd in de overzichtstentoonstelling ‘In No Particular Order’ in de Schellensfabriek in Eindhoven.
Wat hebben ze bereikt in één jaar? Hoe hebben ze deze beurs ingezet? Deze vragen zijn onvermijdelijk, net als de vraag wat talent nou precies is.
Terwijl modeontwerpster Pauline van Dongen met haar wearable solar de hele wereld rondreist en Jólan van der Wiel een aantal weken geleden zijn tweede samenwerkingsproject met Iris van Herpen presenteerde in New York, zijn veel van de andere jonge ontwerpers minder bekend, maar niet minder talentvol.
Curator Agata Jaworska legt uit dat ze de mythe rondom het idee van talent probeert te deconstrueren. Ze bezocht de ateliers van de ontwerpers, bracht in kaart hoe ze te werk gaan, onderzocht de rol van technieken en vaardigheden en vroeg ouders een brief te schrijven. Naast de zaal waar het werk te zien is, is een bibliotheek aangelegd van boeken en teksten die de talenten lezen, een inventarisatie van gereedschap, instrumentaria en materialen. De rationele post-cut mentality is duidelijk voelbaar in deze expositie: het begrip ‘talent’ wordt grondig ontleedt.
Een houding waar het Stimuleringsfonds zich goed in kan vinden, volgens Anselm van Sintfiet, secretaris Talentontwikkeling, want “Het is niet onze bedoeling om deze mensen op een voetstuk te zetten”.
Maar hoe verhoudt deze beurs zich tot de Creatieve Industrie en het veelgehoorde ‘cultureel ondernemen’? Volgens Van Sintfiet moet cultureel ondernemerschap breed worden uitgelegd: het Stimuleringsfonds ziet zichzelf in de eerste plaats als cultuurfonds, waarbij de nadruk ligt op het ondernemende karakter van degenen die de beurs ontvangen: experimenteren, risico’s nemen, nieuwe kennis vergaren of coaching van professionals zoeken, om zo vernieuwing te brengen binnen een bepaalde discipline.
Van Sintfiet benadrukt dat dit niet een generatie is die gewend is aan cultuursubsidies: “Iedereen is zich er heel bewust van dat dit publiek geld is.” Terwijl de één zichzelf nauwelijks durfde uit te betalen, kochten anderen zoals Pinar&Viola tijd en kennis in van drukbezette mode-experts en trend forecasters uit Parijs, door ze bijvoorbeeld mee uit lunchen te nemen.
Voor de meesten betekende deze beurs in ieder geval een jaar zonder zorgen over inkomsten. Dat is ook het onderwerp van Werker Magazine 4, een onderzoeksproject van grafisch vormgever Rogier Delfos in samenwerking met fotograaf Marc Roig Blesa. Welke opofferingen moeten kunstenaars doen? Hoe komen kunstenaars rond als ze (nog) niet kunnen leven van de inkomsten van hun kunstenaarswerk? Werker 4 laat in verschillende vormen (deze keer in ansichtkaarten: een miniatuur reproductie van de originele A0 posters) portretten zien van kunstenaars: de een maakt schoon, een ander is werkzaam in de porno-industrie.
Arna Mackic maakte verschillende reizen naar Mostar, een verwoeste stad in het voormalige Joegoslavië, waar ze op vijfjarige leeftijd vandaan vluchtte. Mortal Cities, Forgotten Monuments is het resultaat van deze reizen: een onderzoek naar de futuristische monumenten van architect Bogdan Boganovic, en een ontwerp voor een nieuw monument in deze ‘gestorven’ stad: een trap op een plek in de stad (door de EU uitgeroepen tot ‘neutrale zone’ tussen de twee verdeelde delen van de stad) die een oude traditie moet faciliteren: de jaarlijkse duik waar veel mannen aan meedoen, ongeacht hun etniciteit of geloof.
Boris de Beijer studeerde af in 2011 aan de Rietveld Academie als sieraden-ontwerper, maar heeft in het afgelopen jaar steeds minder draagbaar werk gemaakt. Hij heeft zich volledig toegelegd op het ontwikkelen van z’n eigen materiaal, waarvan hij marmer-achtige panelen maakt. Door de zogenaamde livre ouvert techniek toe te passen, ontstaat een caleidoscopisch effect.
Het is te voorzien dat niet alle ontwerpers en hun werk even goed tot hun recht komen in deze context, toch valt te hopen dat deze talentenbeurzen nog lang blijven bestaan.
In No Particular Order
Schellensfabriek, Eindhoven
18 t/m 26 oktober
Dutch Design Week
Deelnemers aan de tentoonstelling zijn: Adriaan Aarnoudse, Aliki van der Kruijs, Arna Mackic, Beer van Geer, Boris de Beijer, Danny Cremers, Deniz Terli, Elisabeth Klement, Foteini Setaki, Irma Földényi, Jinhyun Jeon, Jólan van der Wiel, Jorge Bakker, Linda Valkeman, Maaike Fransen, Pauline van Dongen, Pieter Stoutjesdijk, Pinar Demirdag, Rick van der Linden, Rogier Delfos en Viola Renate.
Rosa te Velde
volgt de Master Design Cultures, Vrije Universiteit, Amsterdam