metropolis m

Een gelegenheidscollectief van kunstenaars geeft zich over aan het bewerken van vijftig ton aan enorme hopen klei. Let wel: geblinddoekt. Alleen op de tast.

Er zijn verschillende redenen waarom we dingen met onze ogen dicht doen. Omdat we bijvoorbeeld onbevangen willen kunnen genieten, ons willen overgeven aan, zeg, de wind in ons haar, de zon op ons gezicht. Bij het nemen van een slok wijn knijp je ook vaak je ogen een beetje dicht. Sommige mensen gaan eten in compleet verduisterde restaurants zodat ze, zonder de analytische last van het oog, het eten beter kunnen proeven, de smaken werkelijker ervaren. Vrijen met je ogen open vinden we raar, in films is het een teken dat er iets niet helemaal goed zit. Gesloten ogen tijdens seks is overgave, extase maar ook vertrouwen. Ik vertrouw je blindelings. Een test voor het versterken van relaties is het met ogen dicht naar achteren vallen en er op vertrouwen dat je wordt opgevangen. Met ogen dicht tekenen, of op een andere manier kunst maken, is het equivalent van automatisch schrijven. Bij schrijven is het niet het oog, het zicht dat hindert maar het brein. Dat probeer je te omzeilen door figuurlijk blindelings op te schrijven wat er ook maar in je opkomt.

Wilful Blindness, de titel van de huidige tentoonstelling bij W139, duidt op een net iets ander fenomeen. Het is een juridische term waarbij je moedwillig doet alsof je iets niet weet wat je weet. Die drugs in die koffer? Goh, ik wist niet dat er drugs in de pakketjes zaten… Deze vorm van moedwillige blindheid heeft niets te maken met vertrouwen, genieten, extase. Eyes Wide Shut (Stanley Kubrick, 1999) is eigenlijk de brug tussen deze twee vormen van blindheid: zeker extase, maar zeker ook oogluikend.

Bij W139 heeft een tijdelijk en spontaan collectief van kunstenaars, bestaande uit Caner Aslan (TR), Kate Bicât (UK), Paul Haworth (UK), Verena Klary (DE), Axel Linderholm (SE), Sachi Miyachi (JP), Roosmarijn Schoonewelle (NL) en Anami Schrijvers (NL) zich de ruimte van W139 eigen gemaakt én het collectieve maakproces vormgegeven via de omweg van de blinddoek. Zo los je meteen een aantal problemen op die te maken hebben met inrichting, autoriteit en eindresultaat. Maar je opent ook deuren: schaamte kan je even parkeren en je kan je laten gaan in het figuratieve. Via de weg van het blinde maakproces stel je je kwetsbaar op maar met de bescherming van de zelfgekozen blindheid steeds binnen handbereik.

Samen zijn deze kunstenaars geblinddoekt vijftig ton vers gegraven klei te lijf gegaan. Het fysieke aspect van het werk is meteen onontkoombaar. Dit moet zwaar geweest zijn, aan vingers, handen en armen. Maar het resultaat straalt geen vermoeidheid uit. Eerder een soort absurde energie, ja, eigenlijk vergelijkbaar met de energie van de overgave. Grote, boven je uit torende hopen klei zijn door de ruimte verdeeld. Ze hebben qua ruwe vorm iets weg van uitvergrote wegversperringen of stukken van een dijk, licht taps toelopend. Het is op de oppervlakte van deze mastodonten dat het werk zich vooral toespitst: krassen, putjes, hiëroglifische verhalen, en ook een liggende mensfiguur.

De logistieke en functionele oplossingen die er nodig waren om het werk te maken zijn in de ruimte gebleven. Een waterbassin om de handen te wassen, plastic afscheidingen, houten constructies om de kleibergen te beklimmen. Het voelt als een werkplaats waar nu even niemand aan het werk is. Maar af is het werk niet, dat zal ook nooit gebeuren. Het proces bevriezen en die momentopname tonen, dat is het maximaal mogelijke gezien de parameters van het maakproces. Dat proces en het experiment zijn dan ook waar het werkelijk om draait.

Een videowerk van Barry Martin uit 1966, You Will, You Are, You Have, plaatst de fascinatie voor het geblinddoekte maakproces in historisch perspectief. Martin bracht 25 bevriende kunstenaars ongekleed maar geblinddoekt samen in een speciaal voor dit experiment ingerichte ruimte en onderwierp hen aan zintuiglijke desoriëntatie (niet zien, niet praten) waar sommigen na de veertig minuten huilend, gehavend en lichtelijk getraumatiseerd uitkwamen. Wilful Blindness was duidelijk een positief experiment en ook niet zozeer gericht op het vastleggen van effecten van ‘sensory deprivation’.

Eerder is de inzet om datgene waarvan we aannemen dat het onrepresenteerbaar is, toch in een vorm tastbaar te maken. Die vorm is onontwijkbaar, zoals de tentoonstellingstekst stelt: door de grootte maar ook de sterke aardse geur. Wat in het midden blijft hangen is wat of welk onuitbeeldbaars er nu precies uitgebeeld is. Is dat een collectief gedeeld maar onuitgesproken gegeven wat de kunstenaars verbond en wat ze, geblinddoekt, enkel voelden in het collectieve proces? Is het niet onder woorden te brengen maar enkel in de reusachtige hompen klei te vinden? En als we dan toch woorden zouden willen gebruiken: is het dan zoiets als het animale instinct van de mens dat hier vorm heeft gekregen? Want dat is misschien wel wat het meest blijft hangen na het zien van Wilful Blindness: het beeld van een kudde half geciviliseerde beesten die in de aarde heeft zitten wroeten. Een deel wist zich rechtop te hijsen en heeft krassen, vormen, primitieve verhalen in de kleiwanden gemaakt. De bruine strepen op de muren zijn misschien helemaal geen sporen van kleihanden maar van stront. Het beest in ons is wakker gemaakt. Geniet er maar van, met ogen wijd open.

Alle beelden courtesy W139 Amsterdam, fotograaf Ayako Nishibori

Wilful Blindness
W139
28.8 t/m 29.9.2015

Maaike Lauwaert

Recente artikelen