Mark Bain
Genezen als kunst
Ben ik gezond? Is mijn leefomgeving gezond? De op drie juni geopende kunstmanifestatie Cure Park in het Amsterdamse Bos nodigt me uit deze vragen opnieuw te stellen. Interventies en performances laten zes weken lang hun licht schijnen op onze omgang met zorg, ziekte en gezondheid. Actief deelnemen en nadenken wordt gestimuleerd, niet alleen over jezelf, maar vooral ook over je relatie met anderen.
Curator Theo Tegelaers leidt me langs de interventies op een heilzame wandeling in de omgeving van het Bostheater. Hij vertelt dat het project is voortgekomen uit de Cure Master die hij samen met kunstenaar Martijn Engelbregt ontwikkelde voor het Sandberg Instituut. In de huidige manifestatie worden de resultaten van de masteropleiding getoond en wordt er met nieuwe kunstenaars gewerkt. Vrijwel allemaal maakten ze site specific werk. Zelf is Tegelaers onderdeel van TAAK, een groep freelance curatoren die deels is voortgekomen uit SKOR. ‘Vanuit deze achtergrond in kunst in relatie tot zowel zorg als de publieke ruimte, was er al geruime tijd de wens iets in het Amsterdamse Bos te doen. Het bos is ontwikkeld om de Amsterdammer een gezamenlijke plek voor ontspanning en recreatie te bieden, een ideologie die naadloos aansluit op die van de manifestatie’, vertelt Tegelaers.
De installaties zijn in deze bosrijke omgeving volledig op hun plek. De kunstenaars maken gebruik van de omgeving, maar de werken kenmerken zich niet door een blind geloof in de genezende kracht van de natuur. Cure Park toont een breed palet aan mogelijkheden, met ruimte voor kritiek. Naast de vaste interventies biedt de manifestatie de komende zes weken tal van performances, lezingen, filmavonden en retraites door kunstenaars als Louwrien Wijers, Shana Moulton en Emmeline de Mooij.
De in situ installaties van Ruchama Noorda en William Speakman vallen op. Noorda creëerde een retraite aan de rand van het water waar het voor watervogels en mensen goed vertoeven is, maar laat tevens zien dat dit niet altijd het geval was. ‘Het aanleggen van het bos bestond uit zware arbeid; de werkomstandigheden en het salaris van de arbeiders waren slecht’, vertelt de kunstenaar. Ze haalt de geschiedenis letterlijk uit de grond door rivierklei op te graven. Met dit materiaal maakt ze ter plekke aardewerken beelden als eerbetoon aan de arbeider.
Ook Speakman heeft een dubbele boodschap met zijn installatie waarin mens en natuur op idyllische wijze samenkomen. Hij plantte een lavendelveld dat gedurende de hele manifestatie wordt verzorgd door de bewoners van het naastgelegen tentje. Zij maken van de bloemen etherische olie. Lavender Field gaat over hoe wij zorgen voor lavendel, zodat het daarna weer voor ons kan zorgen. Ik krijg een geurig zakje met lavendelblaadjes in de hand gedrukt, en voel me een met de natuur. Is deze relatie echter wel zo symbiotisch? Speakman vertelt dat het project voortkomt uit zijn interesse in het gegeven van de seizoenarbeider. ‘Deze arbeiders hebben vaak maar tijdelijk werk en inkomen en worden de rest van het jaar aan hun lot overgelaten. Dat wil ik ook aan de kaak stellen, legt Speakman uit.
Net als je denkt dat Cure Park over onze relatie met de natuur gaat, brengen Rory Pilgrim en Mark Bain juist de helende kracht van technologie voor het voetlicht – zij het in relatie tot de natuur. Bain ontwikkelde een sensor die omgevingsgeluiden, bijvoorbeeld die van vogels of vliegtuigen, via een boom omzet in trillingen. Het lichamelijk ervaren van deze door de boom vertaalde geluiden zouden volgens Bain én de wetenschap een helende werking hebben – en zelfs een spirituele ervaring kunnen bieden. Je kan het hier ervaren door plaats te nemen op een Judd-achtige minimalistische sculptuur in het grasveld.
Rory Pilgrim kiest voor een meer dromerige en poëtische aanpak. In zijn twee-kanaals-installatie laat hij technologie en zorg organisch samenkomen. Een robot kan uitkomst bieden als je zorg nodig hebt, en communicatietechnologie kan mensen verbinden. Om dit kracht bij te zetten, toont Pilgrim deze versmelting ook in visuele patronen. Organische en meer grid-achtige structuren behoren niet ieder tot een eigen categorie, ze laveren tussen natuur en techniek. De installatie van Job Koelewijn kenmerkt zich eveneens door een holistische benadering. Gezondheid van lichaam en geest zijn volgens de kunstenaar onlosmakelijk verbonden en hij nodigt ons is in zijn installatie uit beide te trainen. De kunstenaar leest vanaf 2005 iedere ochtend drie kwartier hardop voor uit filosofische werken en legt dit vast op cassettebandjes. De door Koelewijn op meditatief gedeclameerde teksten zijn nu te horen als je de fitnesstoestellen in het bos gebruikt.
LEVEN/LIEFDE/DOOD is nog een bijdrage die uitnodigt tot participatie en is, zoals de titel reeds doet vermoeden, het meest existentiële onderdeel van de manifestatie. Op een grasveld in het bos staan twee traditionele Joerts en een klein tentenkamp waar kunstenaars verblijven die drie opeenvolgende thematische programma’s begeleiden. De eerste twee weken staat onder de noemer Opnieuw Kijken geboorte in al haar facetten centraal. Kunstenaar Arden Rzewnicki onderzoekt samen met kunstenaar en vroedvrouw Claudia van Dijk, een van de alumni van De Cure Master, de invloed van een geboorte op vrouw, kind en omgeving.
Dit programma is er niet alleen voor zwangere vrouwen en moeders. ‘Iedereen is immers geboren en heeft dus een relatie met geboorte’, verklaart Rzewnicki. Er zijn natuurlijk ook zwangere vrouwen bij het project betrokken, en het zou zomaar kunnen dat er deze weken een kindje geboren zal worden in de Joert’, vervolgt ze. Het duo SulSolSal stelt andere basisvoorwaarden van ons bestaan centraal: onderdak en voedsel. Ze bouwden middenin het bos een tiny house, een rage die voor velen bittere noodzaak is. Door de in 2008 begonnen crisis raakten veel Amerikanen dakloos, overwerkt of zonder baan. Een kleine en goedkope woning is voor sommigen het enige redmiddel. Vanuit het huis serveert het duo ingemaakt voedsel – nog een overlevingsstrategie. Amerika kent ruim drie miljoen doomsday preppers die hun kelders vol hebben staan met voedsel om te kunnen overleven bij (natuur)rampen.
Bij Cure Park gaat het er niet altijd vrolijk aan toe. De manifestatie laat je stilstaan bij basale, diverse vormen van ziekte en genezing, vele symptomatisch voor onze samenleving. Toch ademt het geheel optimisme uit en voel ik me, als ik het bos weer uitfiets, zowaar een beetje beter.
Meer informatie over het programma van Cure Park, HIER!
Alle foto’s door Marloes Heineke
Sanneke Huisman