Humble: een kakofonie van bescheidenheid
In een wereld waar de concurrentie moordend is en gepolijste alter ego’s zich ongegeneerd promoten, lijkt bescheidenheid ver te zoeken. Daar waar de Beyoncé’s van de kunstwereld zich etaleren als superhelden, genieën en magiërs van andere planeten, zijn er ook kunstenaars die nederig en bescheiden zijn, zo leert de tentoonstelling Humble in Garage Rotterdam. Curatoren Heske ten Cate en Hanne Hagenaars stelden een tentoonstelling samen ter ere van het vijfjarig bestaan van de instelling, met werken van onder anderen Hans Aarsman, Marc Mulders, Ana Navas en Eva Spierenburg om de waarde van nederigheid en bescheidenheid in haar betekenis en vorm te onderzoeken, een ‘tentoonstelling zonder een groot ego,’ aldus de curatoren.
In de prachtige open expositieruimte van de oude Volkswagen garage worden de nederige werken belicht door een bijna goddelijk licht van boven. Geen felle kleuren die eruit springen, maar een bedeesd kleurenpalet wordt door de ruimte verspreid. In het midden staan de meest imposante werken, zoals een badstoffen lap die van het plafond tot de grond reikt met daarop kleine witte objecten van Kim van Erven. De grijze kleur van de lap rijmt met het grijs van de betonnen pilaar. Aan de andere kant hangen twee doeken van Sayaka Abe aan het plafond met een getekend tafereel van een tentenkamp in Tokyo en geborduurde details. Het zijn werken die door diagonalen en verticale vlakken spannende lijnen in de ruimte trekken. Links in de hoek staat een werk van Harry Haarsma; een grote stellingkast met zorgvuldig ingepakte schilderijtjes die netjes staan te wachten totdat ze dagelijks door de kunstenaar zelf worden uitgepakt en één voor één mogen pronken aan de muur. Het zijn werkjes gemaakt van kranten, waar de kunstenaar overheen heeft geschilderd. Kranten zijn volgens de kunstenaar als vensters op het dagelijks leven en geven beeld aan de wereld. Daarnaast hangt een werk van Evelyn Taocheng Wang, die haar (nederige) bestaan als masseuse in een Chinese salon weergeeft, waar ze vier maanden werkte.
Een humoristische noot komt van de serie Modern Times van fotograaf Hans Aarsman, die verschillende foto’s heeft verzameld van het nederige karwei van het wassen van voeten. Zijn werk draagt naar eigen zeggen nederigheid uit door het laten zien van verbanden in foto’s die hij heeft gevonden. Aarsman zoomt in op het eeuwenoude motief van het voetenwassen door gevonden foto’s te tonen uit de kunstgeschiedenis en commerciële cultuur. Foto’s van vrouwen op de bank met een voetenbadje doen denken aan de Tel Sell reclames van weleer, afbeeldingen van moderne machines die de taak van het voetenwassen hebben overgenomen, zoals de luxueuze voetenspa die je voeten tijdens het televisie kijken vertroetelen, hangen naast religieuze afbeeldingen van Maria Magdalena die de voeten van Jezus wast en pasgetrouwde stellen die als teken van nederigheid elkaars voeten wassen. De combinatie van foto’s lijkt op het eerste gezicht een gekke verzameling, maar na goed kijken ontdek je het motief. De cheesy foto’s krijgen een andere betekenis in de context van de verzameling waarin Aarsman ze tentoonstelt. Door gebruik te maken van gevonden foto’s wordt Aarsman’s ego aan de kant geschoven en is hij verteller van het uitgelichte motief.
Het religieuze motief in Aarsman wordt doorgetrokken naar het werk van Marc Mulders, die het nederige zoekt in religie. Zijn werk is breed gerepresenteerd met welgeteld drie werken. De kunstenaar ziet nederigheid als kernwaarde in iedere religie en streeft om het grotere weer te geven, groter dan de mensen, wat Mulders identificeert als schoonheid. Zo is DOORNENKROON een verwijzing naar de nederigheid van Jezus, en wilt MOONLIGHT GARDEN het kwade aanpakken door troost te bieden in de schoonheid van geabstraheerde bloemen. Maar kan schoonheid in de naïviteit van bloemen het kwade van de wereld, en de idioterie wel te lijf gaan? Of is dit pure hubris?
Sara Sejin Chang (Sara van der Heide) kijkt ook naar hetgeen wat ons mensen overstijgt, wat zij vindt in de natuur. In een serie van twintig aquarellen reduceert ze de fundamentele eigenschappen van het medium tot licht en kleur: gekleurde strepen vormen conische bundels in een zwarte achtergrond. Ze liet zich inspireren door kunstenaar Paul Klee, die stelde dat kunst en natuur uit dezelfde bron komen, als onderdelen van een groter kosmisch geheel. Door de ruimte die de aquarellen innemen, een hele hoek, mist het spanning en neigt het werk naar het saaie, waardoor de dynamiek van de tentoonstelling wordt onderbroken. Als tegenhanger staat het vullende werk van Ana Navas pompeus in het midden van de ruimte. Het is juist niet de natuur, maar alchemistische materialen en esoterische amuletten die haar fascineren. Op de vloer ligt een tweedimensionale papieren replica van Henri Moore’s sculpturen met daarop een stoel en blouse, allebei met een marmerachtig patroon. In een diagonaal staan vijf sculpturen opgesteld van papier-maché, amuletten die bescherming bieden (en juist niet van goud of edelstenen zijn gemaakt). Navas’s werken laten de verschillende dimensies zien van humbleness, door het grote papieren tapijt in de stijl van Henri Moore en de raadselachtige sculpturen die diagonaal in de ruimte pronken. Ook een pompeus sculptuur kan nederig zijn in de dofheid van het papier maché of de blauw-groene kleur van nagebootst geoxideerd koper; een sobere materiaal keuze, maar met spetterend resultaat. Het werk van Ana Navas geeft jeu aan de tentoonstelling en de plaatsing van het werk in het midden van de ruimte zorgt voor frictie en een frisse blik binnen de tentoonstelling.
Eva Spierenburg laat een uiterst menselijke kant zien in haar installatie de stukjes niets en het alles, waar sterven als een soort nederigheid wordt gezien. In kleine fragiele werkjes, grotere werken en een buste op een stok, toont ze de tussenruimte van het zijn en niet zijn. Na de dood van haar moeder realiseerde Spierenburg dat kwetsbaarheid wat betreft vorm en inhoud ook een vorm van nederigheid kan aannemen, wat resulteerde in intieme en ontroerende werken met een luguber randje.
In de voorruimte van Garage, staat het werk van Jay Tan en Vika Mitrichenko, waar het object centraal staat. Tan maakt in Air Asia gebruik van readymades, zoals een krukje, een stoel, een luxaflex en een dekentje van Air Asia, waar ze vervolgens keramiek sculptuur aan toevoegt. Het is een eigenaardige en humoristische installatie dat gaat over alledaagse objecten in een nieuwe samensteling. Het draagt geen beladen politieke statements uit, maar belicht op spannende wijze de objecten in de installatie zelf en hun constellatie. In de venterbank staat een verzameling keramische sculpturen in allerlei soorten en maten, trofeeën van Mitrichenko voor nederigheid en bescheidenheid van de gewone burger. Mitrichenko laat zien dat via kunst waardering kan worden uitgesproken over de nederigheid van de kleine gestes in het dagelijkse leven. Niet iedereen hoeft een sportkampioen te zijn om een trofee te ontvangen, ook dromen en het behouden van hoop van de gewone mens zijn een trofee waard.
Humble toont nederigheid en bescheidenheid in haar verscheidene vormen en maten en brengt ons weer down to earth, nuchter, zoals de Rotterdammers zelf.
Zeker in relatie tot het vijf jarig bestaan van Garage Rotterdam is het dapper dat er is gekozen voor een thema als Humble. Aan de ene kant weerspiegelt het de nederigheid van hun bestaan, maar aan de andere kant ook het lef om in tijden van bombarie en grote ego’s, waar het niet meer draait om de kunst zelf maar alles daaromheen, te kiezen om een tegengeluid te bieden en deze grandeur en ego’s op de achtergrond te laten. Humble toont nederigheid en bescheidenheid in haar verscheidene vormen en maten en brengt ons weer down to earth, nuchter, zoals de Rotterdammers zelf. Van een vullend amulet van Ana Navas, tot een kleine tekening van Eva Spierenburg. Van nederig materiaal tot bescheiden positie. De werken leren ons met een nieuwe blik kijken naar het verfijnde zonder al te groot spektakel.
De tentoonstelling toont de nuances van humbleness in haar eigen kracht, maar mist vervolgens een conclusie. Wat wordt getoond is een reuring van geroezemoes, een kakofonie van bescheidenheid, waar een eenstemmige boodschap niet naar voren komt. Misschien is het dan aan de bezoeker om goed te luisteren naar wat de werken te zeggen hebben, om vervolgens een eigen conclusie te trekken. Juist omdat dit soort kunst niet om sensatie gaat, kan nederigheid en bescheidenheid snel omslaan naar een bepaalde saaiheid, een soberheid. Juist een onderzoek naar de waarde van deze eigenschappen zou een tour de force van humbleness moeten zijn, om te laten zien dat nederigheid en bescheidenheid in de kunst net zo geloofwaardig en potent is als haar tegenhanger, immers, bescheidenheid siert niet alleen de mens, maar ook de kunst.
Humble, Garage Rotterdam, 12.05.2017 – 16.07.2017
Corine van Emmerik
is kunsthistoricus