metropolis m

Jingling Chronicle Theater Project. 

Veel Chinezer dan Qui Zhijie wordt het niet, als je de kunst van de alleskunner uit Beijing bekijkt. Kaligrafie, bewerkte papierrollen, een quasi draak voor een optocht. Maar als je iets verder kijkt, zie je hyperactuele kunst: pakkend, kritisch en grappig. 

Qiu Zhijie; ik kwam zijn naam onlangs nog tegen op de Biënnale van Venetië waar het Chinese paviljoen onder zijn leiding positief opviel. Daar presenteerde hij onder de noemer ‘Continuum – Generation by Generation’ het werk van vier Chinese hedendaagse kunstenaars (Tang Nannan, Wu Jian‘an, Yao Huifen en Wang Tianwen). De tentoonstelling ging in op het thema eeuwigheid en op de blijvende (universele) waarde van Chinese wijsheden. Door middel van een schaduwspel, een interactieve interpretatie van de Chinese kunst en cultuur, bracht Qiu hedendaagse kunst in dialoog met folklore en traditionele ambachten. Hij streeft ernaar om de beweging van universele continuïteit – bu xi in het Chinees – tot uitdrukking te brengen.

Hetzelfde motief komt terug in het Van Abbemuseum, waar Qiu op dit moment een groot overzicht heeft onder de titel Qiu Zhijie: Journeys without Arrivals. In de zalen van het Van Abbe laat Qiu ons zien dat een oude Chinese lantaarnrol nog steeds wijsheden voor het heden in zich kan dragen en dat kunstenaarschap kan voortbouwen op traditie, zonder achterhaald te zijn.

Qiu (geboren in 1969 in de provincie Fujian, China) is naast hedendaags kunstenaar werkzaam als docent en curator en deze achtergrond schemert door in zijn huidige tentoonstelling bij het Van Abbe. De tentoonstelling is prachtig vormgegeven en biedt de bezoeker, zoals het een goede leraar betaamd, diverse handvatten om het werk te kunnen duiden. Bij binnenkomst verschaft de Map of Total Art, een cartografisch werk uit (2012), inzicht in hoe we Qiu’s artistieke praktijk kunnen inbedden in het creatieve veld en ook de muurinstallatie My Hunderd Objects (2016), een rijke verzameling persoonlijke eigendommen, geeft de bezoeker inzicht in de achtergrond en gevoelswereld van Qiu, die een holistische benadering van leven en werk voorstelt.

Map of Total Art, 2012. 

Hoewel het werk van Qiu Zhijie in Nederland eerder te zien was in bij Witte de With in Rotterdam (2012), presenteert het Van Abbe (in samenwerking met Centre d’Art Contemporain Genève en Lunds konsthall) voor het eerst een uitgebreid overzicht van zijn werk vanaf 1985 tot nu. Waar Witte de With focuste op Qiu’s praktijk als cartograaf, laat het Van Abbe Qiu’s ongelooflijke variëteit als kunstenaar zien: van zijn bekende inventieve kaarten en mind-maps, naar installatie vullende ruimtes tot allerhande zelfgemaakt crafty objecten en persoonlijke verzamelingen. Qiu Zhijie blijkt een alleskunner. De kunstenaar laat zich niet beperken door een bepaald medium, stijl of motief en zijn artistieke praktijk loopt uiteen van traditionele Chinese ambachten zoals kalligrafie tot fotografie, film, installatie en performance.

Camouflage

Om deze breedte te laten zien, is de tentoonstelling bij het Van Abbe thematisch ingedeeld in negen zalen, die de verschillende disciplines van Qiu’s artistieke praktijk naar voren brengen. De tentoonstelling vangt aan met de introducerende zaal My Hundred Objects. Daarna zijn er zalen gewijd aan Qiu de kalligraaf, de reiziger, de cartograaf en zijn er zalen gewijd aan media poetics, camouflage (een ruimte vullende installatie met opduikende pandaberen en verdwijnende draken) en het Nanjing River Bridge-Project (waar Qiu een ode brengt aan de Nanjing River Bridge,  een icoon van socialistische architectuur en een beruchte locatie voor zelfmoorden (Ruben Terlou besteedde in zijn populaire documentaire serie ‘Langs de oevers van de Yangtze’ (VPRO) eveneens aandacht aan deze tragische locatie). De grotere middenzaal wordt gebruikt om het Jinling Chronicle Theatre Project, dat eerder te zien was op de Biënnale van Venetië in 2015, opnieuw te tonen. De tentoonstelling wordt afgesloten met de zaal ‘archeologie’.

Door de keuze voor specifieke werken en de inrichting van de zalen worden naast de negen afzonderlijke thema’s ook overkoepelende onderwerpen, motieven en werkwijzen zichtbaar. Zo heeft veel van Qiu’s werk te doen met verschijnen en verdwijnen, zowel in werkwijze als motief. Dit wordt de bezoeker aangereikt middels de camouflage zaal, waar panda’s, koeien en andere voorstellingen letterlijk verschijnen&verdwijnen voor je ogen, maar ook in andere zalen en werken komt dit motief terug. Zoals in zijn vroege performances met kalligrafie; waar het uitschrijven van een vers op film teruggespoeld wordt, zodat de woorden verdwijnen in plaats van verschijnen (Inverted Calligraphy of the Twenty-four Poetic Realms: Twisting and Turning, 2008). Of het werk Copying the Orchied Pavilion Preface 1000 Times (1990-1995), waar hij een vers duizend keer over elkaar opschrijft, tot het onleesbaar wordt en de zwarte inkt het hele vlak bedekt. Het motief keer ook terug in het Nanjing River Bridge-Project, waar Qiu met zijn eigen bloed een boodschap op de reling van de brug achterlaat, een tekst die onherroepelijk zal vervagen met het verstrijken van de tijd. Ook thema’s zoals kolonialisme, de cyclische aard van de geschiedenis, en reizen keren voortdurend terug.

Het Jingling Chronicle Theater Project kan beschouwd worden als een microkosmos van Qiu’s artistieke praktijk; het brengt zijn esthetiek, inhoudelijke preoccupaties en sociaalkritische positie als kunstenaar samen in een ruimte vol tekeningen en sculpturen die (deels) door de bezoeker geactiveerd kunnen worden. De kleurrijke antieke, Chinese lantaarnrol Lantern Festival at Shangyuan (1368-1644) diende ter inspiratie. Dit schilderij uit de late Mingperiode (1368-1644) verbeeldt burgers in de stad Nanjing die het einde van het lunaire jaar vieren. Qiu schilderde de voorstelling (op papierrollen) op de muren van het Van Abbe en tekende vele objecten die terugkerende figuren, zogenaamde ‘archetypes’, uit de geschiedenis voorstellen. Deze archetypen illustreren stuk voor stuk de cyclische aard van ons bestaan, onze geschiedenis. Een aantal hiervan maakte Qiu tot sculpturen, zoals de Geographer (2010), een kar die kaarten kan tekenen en Cult (2014), een vervormde tabakspijp als symbool voor koloniale uitbuiting. Het kegelvormige werk Powerful Minister (2014) heeft een typisch Mao-pak aan, uitgerust met veel zakken, en een kandelaar als hoofd. Het is een beeld van ‘De heerser’. Als bezoeker mag je er tegenaan duwen, maar zoals de geschiedenis ons leert, valt deze figuur niet zomaar om.

Powerful Minister (2014). Foto door Marcel de Buck 

Het Van Abbemuseum, dat eerder solotentoonstellingen van Ahmet Öğüt en Hito Steyerl organiseerde, wil met een reeks solo’s hedendaagse kunstenaars een podium bieden. Na Qiu Zhijie staat in het najaar Rasheen Araeen op de planning. De tentoonstellingen passen bij het museum dat onder leiding van Charles Esche en de retoriek ‘sinds 1989’ steevast het dominante Westerse perspectief relativeert en onze aandacht verlegt naar andere continenten, geschiedenissen en artistieke praktijken.

Deze verschuiving van perspectief betekent overigens niet dat het museum met Qiu een niet-westerse kunstenaar presenteert met de bijbehorende neokoloniale connotaties van dien. Qiu Zhijie wordt niet gepresenteerd als Chinese kunstenaar, maar als hedendaagse kunstenaar, werkend en woonachtig in China. En hoewel er in zijn werk genoeg traditionele Chinese beeldtradities en motieven te vinden zijn – kalligrafie, een draak, een panda, de Nanjing River bridge – staat zijn werk stevig in het mondiale heden.

Qiu Zhijie met dochter voor een van zijn cartografische werken. Film still courtesy Florian Koch. 

Qiu verbindt in zijn artistieke praktijk Oost en West, heden en verleden, fantasie en werkelijkheid en bouwt bruggen tussen verschillende geschiedenissen en werelden. In zijn werk is ruimte voor traditie en continuïteit. Dit is verfrissend ten opzichte van de continue breuken van ons westerse modernisme. Qiu’s werk is onmiskenbaar Chinees, maar tegelijkertijd zeer persoonlijk en daardoor universeel. Ik kan er kort over zijn: de tentoonstelling in het Van Abbe is steengoed; een lust voor het oog, conceptueel sterk en de werken blinken uit in artistiek meesterschap. Ga dat zien!

Qiu Zhijie: Journeys without Arrivals. Van Abbemuseum. 01.02.2017 t/m 24.09.2017. 

Foto’s door Peter Cox, tenzij anders aangegeven. 

Debbie Broekers

is kunstcriticus en kunsthistoricus

Recente artikelen