David Mabb, ‘A Provisional Memorial to Nuclear Disarmament’ 2015
Voordat de bom valt
Terwijl ‘Rocket Man’ en ‘Dotard’ elkaar in toenemende mate uitdagen tot een nucleaire oorlog, reflecteert de tentoonstelling ‘Perpetual Uncertainty’ bij z33 te Hasselt op de realiteit van het leven met nucelaire energie.[1] Vernietiging blijkt een esthetische randje te hebben, net als nucleaire straling.
Perpetual Uncertainty focust op de rol die de nucleaire industrie speelt binnen het Antropoceen, het huidige tijdperk dat getekend wordt door de invloed van menselijke activiteit op de aarde. De werken manifesteren zich op het raakvlak van kunst en wetenschap en laten ethische, filosofische, economische en sociaal-maatschappelijke thema’s aan bod komen. De tentoonstelling is opgebouwd volgens een lineaire wandeling waarin ruimtes elkaar opvolgen. Vier werken vallen hier echter buiten en kunnen gezien worden als introductie op de tentoonstelling.
Voor wie goed luistert, klinken onder de toegangspoort van het begijnhof waar z33 is gevestigd de woorden van een protestlied. You Can’t Kill the Spirit is een geluidsinstallatie gebaseerd op het gelijknamige lied dat gezongen werd door de vrouwenvredesbeweging en dat oproept tot volharding tijdens het protest. Deze versie werd in 2016 ingezongen door Ele Carpenter, curator van het onderzoeksproject Nuclear Culture en de tentoonstelling Perpetual Uncertainty. Met het lied is de toon van de tentoonstelling gezet: Protest! – echter niet in radicale zin, maar eerder als intellectueel verzet dat een bewustzijn tracht te creëren door de gevolgen van nucleaire energie in beeld te brengen.
Ele Carpenters verzet wordt voortgezet in een van de installaties die de centrale tentoonstellingsruimte voorafgaan. In de videoprojectie Finger Pointing. Worker Pointing at Fukuichi Live Cam, (kunstenaar wenst onbekend te blijven), is letterlijk een wijzende vinger terug te zien. In de video zien we een arbeider, na de meltdown van de kernreactoren in Fukushima, in een beschermend pak aan het werk. Hij wijst naar een beveiligingscamera en beschuldigd hiermee het bestuur van de centrale en de aanpak van de overheid. Het lijkt echter alsof de fabrieksarbeider ook naar de bezoeker wijst. Niet noodzakelijk als vorm van inbeschuldigingstelling, maar om eenieders medeverantwoordelijkheid te benadrukken en vooral om het bewustzijn aan te scherpen.
Nucleaire energie wordt daarmee niet tot iets louter vijandigs gemaakt, maar gepresenteerd als onderwerp dat fundamenteel deel uitmaakt van onze hedendaagse maatschappij
Met het betreden van de eerste tentoonstellingsruimte lijkt er een einde te komen aan het verzet. De nadruk ligt veeleer op werken die focussen op de sporen die radioactieve straling achterlaat en hoe deze gevisualiseerd kan worden. Meteen wordt de omvang van het onderwerp en de diversiteit aan mogelijke invalshoeken duidelijk. Nucleaire energie wordt daarmee niet tot iets louter vijandigs gemaakt, maar gepresenteerd als onderwerp dat fundamenteel deel uitmaakt van onze hedendaagse maatschappij. Enigszins wrang kan geconcludeerd worden dat de nucleaire industrie ongetwijfeld onze planeet ruïneert, maar tegelijkertijd ook esthetische sporen met zich mee brengt.
Shimpei Takeda presenteert zijn cameraloze beelden in de reeks Trace (2011), verzorgd ingelijst en verspreid over twee muren in de eerste tentoonstellingszaal. Ze tonen witte vlekken en schijnsels die doen denken aan beelden van het heelal. In feite zijn het fotografische registraties van elektromagnetische straling, op een andere golflengte dan het licht, die afkomstig zijn van radioactief besmette deeltjes uit de Tohoku-regio in Japan. Takeda speelt met de perceptie van de kijker en toont hoe het fotografische medium verder gaat dan het menselijk oog en op die manier een waardevolle vorm van kennisoverdracht kan zijn. De beelden fungeren, conform Roland Barthes theorie, als bewijs van datgene wat heeft plaatsgevonden.
De bekwaamheid van lichtgevoelig materiaal als indicator van radioactieve straling zien we ook terug in The Last Film (2016). Een werk van Eva en Franco Mattes, dat de laatste film toont die gedraaid werd in de Pripyat-bioscoop nabij Tsjernobyl. De film die tijdens de ramp nog op de spoel zat, werd door de kunstenaars gerestaureerd en zou sporen van de straling bevatten. De film wordt niet geprojecteerd, maar ligt opgerold tentoongesteld in een vitrine. Hierdoor zijn de eventuele besmettingen niet zichtbaar en fungeert het object eerder als gedenkteken dan materieel bewijs.
In de fotoreeks Fukushima Traces (2011-2017), die in de volgende ruimte in een raster aan de muur hangt, is er aandacht voor de menselijke dimensie na een kernramp. Shuji Akagi focust op de maatschappelijke sporen van een ramp en de invloed die dit heeft op het dagelijkse leven van de bevolking. Opvallend zijn de vele blauwe dekzeilen. Ze worden gebruikt om besmette voorwerpen en gebieden af te dekken. Ze benadrukken de impact van de ramp, de absurditeit van het hedendaagse leven rond Fukushima en de onbekwaamheid van de overheid. Fukushima Traces biedt ons een uitzonderlijke inkijk in het leven in radioactief besmette gebieden. Zelden zien we beelden uit deze gebieden, die de media niet durven betreden, maar waartoe de kunstenaar als inwoner toegang heeft. Hij confronteert ons met de urgentie van het onderwerp door de sociale vernietiging van een kernramp in beeld te brengen.
Waar op de eerste verdieping van z33 voornamelijk werken aan de muur en video-installaties te zien zijn, is op het gelijkvloers plaats voor ruimtelijke installaties. Opvallend is dat deze een lichtvoetigere benadering tot het thema hebben. Toch benadrukken ook deze werken de realiteit van kernenergie, en schromen ze het verzet ertegen niet.
David Mabb laat een leger van hedendaagse protestborden aanrukken. In zijn werk onderzoekt hij textielontwerpen van de Britse ontwerper William Morris die bekendstaat als socialist, anti-imperialist en anti-oorlog activist. Ironisch genoeg werden Morris’ prints gebruikt ter decoratie van de Britse onderzeeër HMS Courageous. Voor zijn installatie A Provisional Memorial to Nuclear Disarmament (2015) gebruikt Mabb Morris’ textielontwerpen en verweeft hij deze met geschilderde protestborden en slogans. De achterzijde van de stoffen zijn vaak zwart of geel geschilderd en refereren aan de gebruikte kleuren voor pictogrammen die stralingsgevaar aanduiden. Het geheel wordt gepresenteerd op projectieschermen uit de 20e eeuw die doen denken aan stafkaarten, macht en politieke oorlogsvoering. De installatie bevat, door de gebruikte stoffen, een zekere lichtheid en frivoliteit en creëert hiermee een aangenaam rustpunt voor de kijker.
In de aansluitende ruimte wordt deze lichtvoetige benadering voortgezet met de fantasierijke installatie Cumbrian Alchemy (2013), een samenwerking tussen Robert Williams en Bryan McGovern Wilson. De kern van het werk bestaat uit twee archiefkasten, aangevuld met foto’s en tekeningen die de aandacht van de kijker enigszins afleiden van de essentie. De archiefkasten bevatten archeologische artefacten, folkloristische objecten en voorwerpen die zowel positief als negatief verwijzen naar nucleaire energie. Met deze combinatie van voorwerpen trachtten de kunstenaars het archeologische, folkloristische en nucleaire met elkaar te verbinden; drie elementen die de regio Cumberland definiëren. Op deze manier nemen de kunstenaars de nucleaire sites op in het erfgoed en bevestigen zij de aanwezigheid zonder enige goed-, of afkeuring te geven.
Perpetual Uncertainty benadert het thema van nucleaire energie op een gestructureerde manier en heeft aandacht voor verschillende invalshoeken binnen de discussie. Dit resulteert in een geloofwaardig en onderbouwd geheel waarin artistieke, wetenschappelijke en sociale waardes elkaar probleemloos versterken.
Dat het thema angstaanjagend actueel is valt vandaag de dag niet te ontkennen, zeker wanneer ‘Rocket Man’ en ‘Dotard’ elkaar in toenemende mate uitdagen tot een nucleaire oorlog.[1] Hier tegenin gaan is de boodschap die de tentoonstelling brengt, maar hoe doen we dit? En hoe vinden we duurzame oplossingen voor het nucleaire vraagstuk? Dit toekomstperspectief blijft helaas enigszins onderbelicht in de tentoonstelling, terwijl de dreiging constant blijft.
Perpetual Uncertainty, 17.09.2017 – 10.12.2017, z33, Hasselt.
[1] (red.) Op 17 september noemde Amerikaanse President Donald Trump de Koreaanse dictator Kim Jong-un in een tweet ‘Rocket Man’. Kim Jong-un reageerde terug met ‘Dotard’, wat in het Koreaans vertaald naar ‘Oude gek’. De strijd tussen de twee zet zich voort op Twitter: ‘Rocket Man’ versus ‘dotard’.
Axel de Marteau
is kunstenaar