metropolis m

Campagnebeeld

Tijdens Studium Generale van de Gerrit Rietveld Academie werd een prikkelend (feministisch) perspectief geboden op de toekomst van de technologie, met de nodige verrassende wendingen. Over de angst van de man voor de machine en de vraag waarom ‘een techbro’ niet bij toeval geen ‘sis’ is.

Take a Walk on the Wild Side heet Studium Generale van de Gerrit Rietveld Academie dit jaar. Met als ondertitel Fabulating Alternative Imaginaries in Art&Life. Een publiek bestaand uit voornamelijk studenten van de academie wordt uitgenodigd ‘to take a walk on the wild side’ tijdens vier dagen van ‘fabulation’ in de zin van ‘fabricating the real’, het maken van werelden of ’speculative fiction’ te zien als een kunstzinnige, sociale en politieke capaciteit.’ Wild loopje of niet, de eerste twee dagen vol performances moest ik helaas missen en de derde en vierde dag waren vrij academisch. Niet dat academisch gelijk staat aan droog, duf of slaapverwekkend. Integendeel. Altijd, overal ter wereld wordt aan het einde van een lezing onderstreept hoe verrijkend het allemaal niet is. Genoeg aanleiding om de ogen permanent naar achteren te laten rollen, maar vrijdag en zaterdag bleek het in het Stedelijk Museum in Amsterdam wel degelijk mogelijk te kunnen zijn. Voor nu een verslag van de derde dag met de titel Who gets to Future? onder leiding van Daniela Rosner, auteur van het boek Critical Fabulations: Reworking the Methods and Margins of Design.

De subversiviteit zoekt Rosner met haar programma op middels een feministisch denkkader binnen design. Wat voor verhalen worden in design verteld en hoe kan dat anders? Haar eerste gast, Sarah Sharma (Associate Professor aan de Universiteit van Toronto en directeur van het McLuhan Centre for Culture and Technology) trapt af met een prikkelend betoog waarin ze pleit voor een feministische kijk op technologie met als vertrekpunt berusting. Als voorbeeld worden James Damore (auteur van de beruchte Google memo waarin hij aanstipte dat vrouwen simpelweg niet geschapen zijn om in de techindustrie te werken) en Jordan Peterson (behoeft geen introductie) genoemd. Mensen die doen alsof technologie vrouwen om obscure redenen uitsluit. Wellicht een product van de naïeve jaren negentig waarin technologie werd gezien als beslissende factor die de zaken eerlijker ging verdelen. Inderdaad waren de oprichters van Marktplaats en Paypal zonder het internet niet zo rijk geworden, maar een techbro is niet bij toeval geen sis. In het geval van Damore en Peterson is het veel waarschijnlijker dat hun kijk op technologie als verlengstuk van hun algemene ideologie fungeert. Handig vergeten ze te vermelden dat (misogyne) technologie een van de vele wapens is die het patriarchaat inzet om het vege lijf te redden.

Vliegensvlug praat Sharma alles naadloos aan elkaar en formuleert ze het concept van de vrouw als technologie binnen het patriarchaat, in het leven geroepen om in de levensbehoeften van de man te voorzien. Wie de speelfilm Ex Machina heeft gezien, met de Zweedse actrice Alicia Vikander in de hoofdrol als Ava, een artificiële intelligentie waar een geniale man ad infinitum aan sleutelt kan niet aan het idee ontsnappen dat de intelligente machine toch wel erg vaak een vrouw met benefits is. Een seksrobot, die je ophaalt, naar je luistert, je eten brengt en je was doet. Uber, Alexa, Foodora, Dobbi. Uiteindelijk zet Ava het genie in kwestie betaalt. Daarin schuilt gelijk de grootste angst van de mens, de man wat machines betreft. Dat ze niet van je houden zoals jij van ze houdt. Dat de machine niet functioneert, of die nu dominant of onderworpen is. De vrouw als kapotte machine dus. Niets zo teleurstellend als een lamp die niet meer aangaat en een feminist die je sokken niet meer wil wassen. Als tegenvoorbeeld van een betere wereld met dank aan technologie citeert Sharma iemand die in de regering van Trump werkt (ik kan niet meer terugvinden wie). Volgens hem klagen robots nooit, zijn ze altijd beleefd en kunnen ze nooit kapot. De toekomst zoals hij die schetst is er een waarin sociaal onrecht niet meer wordt aangekaart omdat de kapotte onderdelen af zijn gedankt ten faveure van onderdelen die niet kapot kunnen gaan. Het internet, de apps zijn niet ontworpen met een betere wereld in gedachten maar zijn juist op zoek naar de kleine zorgonderdelen die niet willen conformeren aan de heersende visie. Uber, Alexa, Foodora, Dobbi.

[blockquote]Eerlijk gezegd krijg ik de kriebel van kunstenaars die pseudopoëzie met padvinderij verbinden en er het label research op plakken

Daniela Rosner

Sarah Sharma

Sharma beëindigt haar betoog met een pleidooi voor een kapotte machine die weliswaar vermoeid is, maar niet wenst zichzelf op te laden aan de stopcontacten die haar hebben gecreëerd en op die manier nieuwe uitwegen vindt. Met als credo Error. Does not compute. Er is immers geen markt voor ontkoppeling. Het werk voor de kapotte machines ligt erin nooit op te houden met het niet functioneren. Oftewel: broken machines would rather continue to do the work of not working so well.

Na deze ambitieuze lezing gooien twee kunstenaarsduo’s roet in het eten. Het eerste duo is Un/Making Studio, Åsa Ståhl en Kristina Lindström. Ze lichten hun praktijk toe waarin ze onder anderen op zoek gaan naar plastiglomerates, een mengvorm tussen cultuur en natuur die zich aan elkaar hechten en een nieuwe soort steen vormen. In IJsland hebben ze een wandeltocht georganiseerd om ze op te kunnen rapen. De praktijk bleek wat weerbarstiger, en op wat verloren rietjes en plastic zakjes na viel er weinig op te rapen. Van de weeromstuit zijn ze zelf maar plastiglomerates gaan maken met het gevonden plastic. Eerlijk gezegd krijg ik de kriebel van kunstenaars die pseudopoëzie met padvinderij verbinden en er het label research op plakken.

Het tweede project betrof een voorstel om in een verontreinigde omgeving allerhande planten te zaaien die zware metalen via hun wortels aan de grond konden onttrekken. Planten en plastic, en überhaupt ecologisch bewustzijn: het speelt- terecht- al een tijdje, in de kunst en daarbuiten. Maar als kunstenaars het antwoord schuldig moeten blijven op basale vragen als wat er moet gebeuren met de planten als ze eenmaal volgroeid zijn en ze dus in wezen ver achterblijven bij allerhande ingenieurs die creatievere en reële oplossingen hebben voor dergelijke problematiek, hoe speculatief of vooruitstrevend is je design dan nog? Het heeft zowel in theorie als in de praktijk allemaal weinig voeten in de aarde.

Vincent Moon en Priscilla Telmon

Vervolgens komt het project van Priscilla Telmon en Vincent Moon aan bod. Zij hebben jarenlang door Brazilië gereisd op zoek naar de rituelen die de vele religies in dit land kenmerken en hebben daar een prachtige website van gemaakt, híbridos.cc. Gaat dat zien! Dicht op de huid gefilmd en helder vormgegeven. Ze typeren het als een gebruikerscatalogus van rituelen. Minder prachtig is het praatje wat ze daarbij houden. In tegenstelling tot de lezing van Sharma die werd gekenmerkt door een vorm van hyperbewuste ironie, doen Telmon en Moon aan oprechte gevoelens. Sharma verkondigde dat patronen moeten worden aangepast, niet de representatie ervan. Maar daar hebben zij geen boodschap aan. Met de hand plechtig op het hart gedrukt en zwaar Frans accent verzekert Moon ons dat hij net zomin als wij weten wat er gaat gebeuren of hoe lang het gaat duren (tot kwart voor drie vermeldt het programma). De lichten worden gedimd, het wierook brandt en beurtelings vertellen Telmon en Moon het verhaal van de omgekeerde zendeling die op zoek naar zichzelf op veldonderzoek gaat bij de ‘inboorlingen’ en de opgedane verlichting in het hoge Noorden komt verkondigen. Descartes die de Amazone afdaalt. Het publiek wordt uitgenodigd om op kussens te gaan liggen en de meditatie te ondergaan waar video en geluid live met elkaar werden vermengd. Telmon en Moon hebben gevoel voor ritme en esthetiek, het was heerlijk om in weg te glijden, maar veel te dubbelzinnig dubieus. Goede bedoelingen ten spijt hebben ze verdacht veel weg van het alternatieve familielid van de baby uit de KLM reclame, die de wereld gaat veroveren en verorberen. Imperialisme met een Fedora hoed op.

Rondetafel 

Ter afsluiting van de dag presenteert Shaowenn Bardzell het onderzoek dat zij samen met drie collegae naar nieuwe kaders voor design met menopauzale vrouwen in gedachten heeft gedaan. Met als titel Sisters, Lovers and Monsters. Feminist utopian design approach to menopause wellness begint ze met een zeer serieuze slideshow over het verschil tussen traditioneel utopisme en feministisch utopisme. In het kort is het minder gericht op een totalitaire futuristische visie, meer georiënteerd op een collectief proces waarbij meerdere visies simultaan en gaandeweg worden ontdekt en er voorrang wordt gegeven aan een concrete aanpak. Op basis van een thread op het internetforum Reddit waar gedurende zes jaar 617 vrouwen en mannen over de hele wereld met elkaar hebben gepraat over hun ervaring met menopauze, hebben Bardzell en haar collegae met vallen en opstaan allerlei nieuwe vormen bedacht. De rage megaphone, de mensvuvuzela. Een lifestyle merk, compleet met kleding en cosmetica met oestrogeen om de symptomen te bestrijden. Of een sjabloon voor een menopauze feestje inclusief wedstrijd wie het snelst een ijsblokje op de hete nek kan laten smelten. Het is hilarisch omdat Bardzell de mogelijkheden om ermee om te gaan zo droog brengt, en omdat de oplossingen zo triviaal lijken. Gaat een trui met een ‘paused’ logo het dikwijls onerkende fysieke en psychologische leed van sommige vrouwen in de menopauze verzachten? Natuurlijk niet. Maar wat het wel kan doen is de tongen losmaken over een onderwerp wat in de publieke ruimte nog steeds tot de taboesfeer behoort met alle gevolgen van dien.

In de hoop dat uw ogen niet permanent naar achteren zijn gerold van dit verslag, sluit ik het hierbij af. Volgend jaar zelf gaan!

Alle foto’s: Malthe Stigaard, courtesy Studium Generale

Meer info over Studium Generale hier

Alix de Massiac

is redacteur bij Metropolis M en maakt podcasts

Recente artikelen