Childhood Memories #2 van Agan Harahap
De (online) remixcultuur – Apa kabar? (What’s new?) in Showroom MAMA
Interculturele communicatie lijkt makkelijker dan ooit met de ‘universele’ beeldtaal van het internet (memes, gifjes, gang signs en videoclips). In een eindeloze remix worden deze tekens en beelden hergebruikt, gedecontextualiseerd en gerecontextualiseerd naar gelang de lokale context. Wie eigent zich eigenlijk wie toe?
Eind 2018 vierde Showroom MAMA haar eenentwintigste verjaardag. Het is daarmee een volwassen instelling, maar MAMA is nog steeds jong van geest. De Rotterdamse instelling werkt in het gebied waar thema’s uit de geïnstitutionaliseerde kunstwereld en de populaire jeugd- en beeldcultuur elkaar raken. Ze kijkt daarbij het liefst kritisch vanuit de praktijk van de straat naar de theorie van het instituut en blijft zo toegankelijk voor een jong en breed publiek, maar met inhoudelijke diepgang. Dit keer haakt MAMA aan bij het debat rond postkolonialisme en culturele uitwisseling, maar wel op zijn MAMA’s: in de tentoonstelling Apa kabar? (What’s new?) is het startpunt voornamelijk pop- en internetcultuur.
Het Indonesische deel van de titel Apa kabar? betekent letterlijk ‘wat is het nieuws?’, maar deze uitspraak wordt in Indonesië figuurlijk gebruikt om ‘hoe gaat het?’ te vragen. Het Engelse deel (What’s new?) is daarmee een vertaling die de oorspronkelijke lokale betekenis tekortdoet, maar zelf weer nieuwe betekenissen verwerft. Hierin schuilt een centrale thematiek uit de tentoonstelling: de complexiteit van interculturele communicatie.
De tentoonstelling vermijdt op een slimme manier het theoretische mijnenveld van cultureel eigenaarschap door vanaf de start het idee van culturele afkomst te problematiseren. De meeste deelnemende kunstenaars hebben namelijk wortels in een mestiezensamenleving als Indonesië of Kaapverdië: hier niet slechts opgevat als een mengeling van etnische afkomst, maar vooral ook als een samenleving waarin verschillende culturen verweven zijn geraakt. Ook curator Maria Lamslag is ‘een kopi susu,’ verwijzend naar een mix van Indonesische koffie met Nederlandse melk. Alleen deze samenstelling van deelnemers is al een complicerend statement in het discours rond cultureel eigenaarschap en culturele appropriatie.
Inhoudelijk legt het werk in de tentoonstelling voornamelijk de focus op de verhouding tussen de globale mediacultuur en lokale culturen. De globale mainstream wordt geïntroduceerd als popcultuur waarin de westerse invloed nog steeds dominant is. Mede dankzij de invloed van het internet heeft de westerse mediacultuur zich ontwikkeld tot een globale mediacultuur, waardoor muziek van Rihanna en films van Tarantino wereldwijd bekend zijn. Vaak wordt in het postkoloniale debat gefocust op de problematische rol van de dominante cultuur als onderdrukker, uitbuiter of overheerser, maar bij MAMA wordt juist gekeken naar wat de lokale cultuur overneemt van deze dominante cultuur in een proces van acculturatie. Dergelijke globalisering is namelijk ook de reden dat er over alle grenzen heen gecommuniceerd kan worden in de universele taal van memes en gifjes, zoals het werk Shifting Language van Oana Clitan laat zien. Het publiek wordt daarin uitgenodigd om woorden in een tekst te vervangen door zelfgekozen gifjes; in toenemende mate een universele beeldtaal.
[blockquote]Bij MAMA draait het vooral om de wijze waarop de ander een dominante cultuur toe-eigent en remixt en daarmee vormen en platformen verwerft om zijn/haar verhaal te vertellen
Bij MAMA draait het vooral om de wijze waarop de ander een dominante cultuur toe-eigent en remixt en daarmee vormen en platformen verwerft om zijn/haar verhaal te vertellen. Soms aan een lokaal publiek, maar vaak juist aan een wereldwijd publiek, om zodoende intercultureel te communiceren of zelfs deze dominante cultuur aan te vallen. Zo maakte de Indonesische regisseur Yadi Sugandi in 2009 een nationalistische remake van Tarantinos Inglourious Basterds, getiteld Inglourious Indonesian Bastards, Merah Putih. Het met geweld doorspekte origineel van Tarantino draait om een fictieve geschiedenis van een groep joods Amerikaanse militairen die de nazi’s aanvallen: in de Indonesische remake zijn het de Indonesiërs die de Nederlandse kolonisator aanvallen. In zijn installatie Inglourious Cinema verweeft L.C. von Sukmeister beelden van beide films met onder andere beeld van eigentijds geweld van het Indonesische leger in West Papua. Het geheel wordt begeleid door het geluid van een Youtube-review van Tarantino’s film, waarin het gebruik van geweld wordt bediscussieerd. Inglourious Cinema wordt zo een commentaar op repressie en geweld, maar bevraagt ook vanuit welke positie dit commentaar gegeven wordt en voor welk publiek. De installatie This is (not) America toont iets soortgelijks, het is een compilatie van allerlei lokale varianten van het nummer This is America. Het originele nummer van Childish Gambino, en de videoclip, staan bol van kritiek op de Amerikaanse maatschappij. Het werd meteen een wereldhit en er ontstonden internationaal al snel varianten als This is Nigeria en This is Iraq, die vervolgens weer toetraden tot de mainstream. De beeldtaal van popcultuur wordt in zowel Inglourious Cinema als This is (not) America gepresenteerd als middel om over cultuur en politiek te kunnen spreken met zowel een lokaal, als een globaal publiek, toch blijven in deze formats lokale nuances in betekenis moeilijk over te dragen aan internationale toehoorders.
De boodschap van Apa kabar? (What’s new?) is dan ook niet dat elke afstand te overbruggen is. Wat wel duidelijk wordt uit de tentoonstelling is dat we steeds meer manieren ontwikkelen om met elkaar in gesprek te blijven
Dit wordt duidelijk uit het werk Childhood Memories #2 van Agan Harahap. Op het eerste gezicht zal het werk voor een doorgewinterde Westerse kunstliefhebber wat flauw zijn. De kunstenaar photoshopte Amerikaanse beroemdheden in alledaagse Indonesische situaties uit zijn jeugd en deelde deze beelden op sociale media: Notorious B.I.G. gooit een gang sign terwijl hij naast een dame met hoofddoek op de bank zit in een Indonesisch interieur, Kurt Cobain jamt met Indonesische muzikanten en een jonge Dave Grohl drinkt een Indonesisch biertje. Het lijkt vanuit een westers perspectief snel een grappige beeldmanipulatie, waarvan de betekenis vooral zit in een verwijzing naar jeugdcultuur en de aanbidding van beroemdheden. De nuance ligt in Indonesië net anders. Het land kent een hoge mate van deelname aan sociale media, maar een lage mate van mediawijsheid, waardoor een kritisch vermogen om dit soort beeldmanipulaties te kunnen duiden regelmatig tekortschiet. Voeg daaraan toe dat in Indonesië de politieke en religieuze polarisatie ook op sociale media sterk aangewakkerd wordt met fake news en het werk wordt voor de Indonesische context een speelse maatschappijkritiek, waarvan de lading in de Rotterdamse context moeilijk overeind blijft. De boodschap van Apa kabar? (What’s new?) is dan ook niet dat elke afstand te overbruggen is. Wat wel duidelijk wordt uit de tentoonstelling is dat we steeds meer manieren ontwikkelen om met elkaar in gesprek te blijven: in hoeverre we elkaar ook kunnen en willen begrijpen blijft de vraag.
LEES OOK DE TEKST ‘MESTIZAJE ALS ALTERNATIEF’ VAN CHRIS SHARP IN Metropolis M Nr 2-2019 Magisch Realism & Venice Biennale 2019 Guide
Foto’s: Lotte van Stekelenburg
Apa kabar? (What’s new?), Showroom MAMA, te zien t/m 26.05.2019
Manus Groenen
is freelance criticus, coördinator en docent kunsttheorie aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg