Zaaloverzicht Malware, foto Ewout Huibers
De onverwachte schoonheid van de zieke computer – Malware in Het Nieuwe Instituut
Dat ook computers besmet raken met kwaadaardige virussen weten we allemaal. Hoe die ziekmakende digitale lichamen precies werken en op welke schaal, weten we echter niet. Het Nieuwe Instituut biedt een helpende hand.
Computers, en dan met name de technologische processen die ze draaiende houden, lijken voor velen bijna bovenmenselijke kwaliteiten te bezitten. De meesten van ons weten niet wat ervoor zorgt dat we kunnen browsen, dát we het kunnen is het belangrijkste. Deze onverschilligheid ligt in het verlengde van de verhouding die de mens heeft tot het eigen lichaam: interesse wordt pas aangewakkerd wanneer iets niet langer functioneert zoals het zou moeten. Ziekmakers kun je echter niet zien. Daarom werden in vorige eeuwen boekwerken opgesteld met medische illustraties van symptomen om grip op aandoeningen te krijgen. In Rotterdam ontwikkelt Het Nieuwe Instituut in de tentoonstelling Malware: Symptoms of Viral Infection een soortgelijk naslagwerk voor het digitale tijdperk en diens middelpunt: de computer.
Zoals de titel al verraadt, is ook hier het uitgangspunt niet de computervirussen zelf, die zich net als biologische virussen onder het oppervlak bevinden, maar de symptomen die ze veroorzaken. Curatoren Marina Otero Verzier en Bas van de Poel plaatsen deze verschijnselen in een vacuüm: het ziektebeeld doet zich levensecht voor zonder dat de toeschouwer de daaraan verbonden gevolgen hoeft te ervaren. Hierdoor kan het vakmanschap dat komt kijken bij het ontwerpen van computerziektes worden bewonderd. Deze aanpak is opmerkelijk omdat het de ‘schoonheid’ benadrukt van een fenomeen dat voornamelijk geassocieerd wordt met malafide praktijken.
In de tentoonstelling bootsen animaties de symptomen van een infectie na. Net als de ontwerpers van echte computervirussen blijven hun makers anoniem. De beelden worden getoond in drie parallelle, betonommuurde gangen die je betreedt door zware, laboratoriumachtige plastic gordijnen opzij te duwen. De transitie van gang tot gang, en daarbinnen van scherm tot scherm, is chronologisch. Naast een goed gestructureerde tijdlijn toont dit drieluik het verloop van een digitale besmetting: acute infectie, verlamming en uitzaaiing.
In de eerste ruimte komen vroege DOS-computervirussen aan bod. Zij worden in beeld gebracht op negen schermen, ter grootte van A4’tjes, die plat op zwarte sokkels liggen. De animaties hebben een sterke 8-bit esthetiek die in lijn is met de tijd waarin deze virussen zich verspreidden. Vanaf eind jaren tachtig tot eind jaren negentig besmetten zij besturingssystemen die afhankelijk waren van floppydisks en op tekst gebaseerde gebruikersinterfaces. Hoewel digitale virale infecties toen nog in de kinderschoenen stonden, ging er een acute dreiging van uit die doet denken aan een gelijktijdige crisis, de aidsepidemie.
[blockquote]Een vakkundig gemaakte tekening van bulten en zweren krijgt iets moois wanneer het los lijkt te staan van het menselijk lichaam. Op een vergelijkbare manier leidt het separeren van digitale infecties van hun daadwerkelijke slachtoffers tot verwondering
De overeenkomsten tussen deze techno- en immunologische verschijnselen worden letterlijk verbeeld: ‘aids’ wordt gespeld met letters die op doemen op een zwart beeldscherm bestaand uit enkele, knipperende pixels. Het door deze animatie vertolkte computervirus ontleedt zijn naam niet toevallig aan de gevreesde ziekte. In 1990 beschadigde het bestanden, schade die niet kon worden hersteld tot het oude corpus plaats maakte voor nieuwe, schone exemplaren. De gevolgen van deze infectie waren, in tegenstelling tot haar biologische tegenhanger, te overzien. Desalniettemin bracht het virus onzekerheid en wantrouwen jegens technologie met zich mee.
Met de komst van nieuwe besturingssystemen met een grafische gebruikersinterface, zoals Windows 1995, werden ook de computervirussen verfijnder. In de tweede gang van de tentoonstelling wordt dit in één oogopslag duidelijk: een levensgrote animatie van een zilverkleurige stripper draaiend om een paal steekt fel af tegen de beruchte ‘blue screen of death’. Dit beeld staat symbool voor het worm-virus Melissa (1999). ‘Zij’ en haar soortgenoten hebben als doel mensen te verleiden om geïnfecteerde bestanden te openen die zich vervolgens via massamailing verder verspreiden.
Nu de mens niet langer immuun is voor computervirussen, kunnen ook andere bestuursorganen worden aangetast
Een soortgelijk patroon is te herkennen bij ransomware waar een deel van deze gang aan gewijd is. Deze virussen verplaatsen zich ook via spam maar verlammen, in contrast tot wormen, een computer en bieden in ruil voor geld een medicijn. Hieruit kan men afleiden dat, terwijl de virussen in de eerste ruimte gericht zijn op computers, deze infecties ook hun gebruikers hebben weten te besmetten. Het lijkt alsof de tentoonstelling dit voelbaar wil maken door het gebruik van grotere, dichter op elkaar geplaatste schermen die de bezoeker al slalommend door de ruimte leiden.
Nu dat de mens niet langer immuun is voor computervirussen, kunnen ook andere bestuursorganen worden aangetast. In de laatste gang van de tentoonstelling wordt dit gevisualiseerd in animaties die niet computervirussen an sich tonen maar het verloop van uitgezaaide infecties. Aan bod komt, onder andere, de NotPetaya-cyberaanval: ransomeware zonder medicijn, dat ervoor zorgde dat de Oekraïense regering in 2017 stil kwam te liggen na vergrendeling van energiebedrijven en bank-, ziekenhuis- en transportsystemen. De terugslag van de aanval was wereldwijd te voelen en resulteerde in meer dan tien miljard dollar aan schade.
De schermen waarop de geopolitieke gevolgen van deze en andere cyberwapens in kaart worden gebracht, bevinden zich in glazen vitrines in het midden van de gang. Deze indeling heeft iets weg van een war room waarin een volgende strategische zet bepaald moet worden. Opvallend aan de animaties zijn de terugkerende referenties naar de fysieke apparaten die de virussen hebben vervoerd of erdoor zijn aangetast: een USB-stick, een iPhone en een MRI. Deze verwijzingen duiden ook op een andere belangrijke drie-eenheid die ten grondslag ligt aan de tentoonstelling en aan computervirussen: de onderverdeling van de alomvattende term technologie in hardware, software en code.
Niet alleen de ‘schoonheid’ van computervirussen wordt getoond maar ook hun gelaagdheid en groeiende impact, ook buiten de besmette hard- en software, tot diep in de samenleving. Op een laatste scherm, dat zich als enige net iets buiten de gangen en aan de andere kant van de plastic gordijnen bevindt, is een geanimeerde röntgenfoto van een brandende ribbenkast te zien. Het vuur, aangestoken door een helblauwe pacemaker, symboliseert de mogelijk levensbedreigende malware van de toekomst. Ondanks het feit dat deze laatste animatie overkomt als een ietwat overdadige kers op de taart, laat het duidelijk de connectie tussen techno- en immunologische systemen zien.
Malware: Symptoms of Viral Infection is een indrukwekkende vivisectie van een van de grootste epidemieën van deze tijd. Marina Otero Verzier en Bas van de Poel openbaren zich als hedendaagse Andreas Vesalius-en in het ontleden en documenteren van dit ziektebeeld. Dit maakt de tentoonstelling, net als het werk van de grondlegger van de menselijke anatomie, een leerzame, angstaanjagende en tegelijkertijd esthetische ervaring. Een vakkundig gemaakte tekening van bulten en zweren krijgt iets moois wanneer het los lijkt te staan van het menselijk lichaam. Op een vergelijkbare manier leidt het separeren van digitale infecties van hun daadwerkelijke slachtoffers tot verwondering. Computervirussen blijven voor de meeste van ons onzichtbaar. Hun symptomen daarentegen kunnen na een bezoek aan Het Nieuwe Instituut van een andere kant worden bekeken.
MEER OVER ZIEKTEBEELDEN IN METROPOLIS M NR 4-2019 – ZIEKTEBEELDEN EN EINDEXAMENS 2019. NU IN DE WINKEL. METROPOLIS M ONTVANGT GEEN SUBSIDIE, STEUN METROPOLIS M. ALS JE NU EEN JAARABONNEMENT NEEMT, STUREN WE JE HET HUIDIGE NUMMER GRATIS TOE. MAIL JE NAAM EN ADRES NAAR [email protected]
Lena van Tijen
is schrijver