Overzicht Der Rausch, Nel Aerts
Last Minute: Der Rausch in Arti
Je kunt zeggen van Nederlandse kunstenaars wat je wil maar ze kunnen wel een feestje bouwen. In Arti is nu zo’n feestje, dat er ook geen doekjes om windt vooral heel graag feestje te willen zijn: Der Rausch van de curatoren Frank Koolen en Kim David Bots.
Het is het soort van kunst- (lees : schilder)extravaganza dat eens in de zoveel tijd wel ergens in Nederland wordt opgebouwd en waarin met de nodige nadrukkelijkheid afstand wordt genomen van de ernst die doorgaans de toon zet in het kunstcircuit. In het persbericht wordt gesproken van de behoefte aan ‘materialiteit bij de kunstenaars’ die uit zijn op ‘een kunstwerk als een intermediair voor een zintuiglijke, fysieke sensatie bij de toeschouwer gebaseerd op de persoonlijke wanen of dromen van de maker’. Het is kunst die graag de draak steekt met zichzelf en de wereld om ons heen, en de worsteling die er gaande is liever persifleert dan er allerlei morele lessen tegenover stelt.
Dat gebeurt met werk dat ‘de toeschouwer beweegt, verwart, wegduwt, meesleept, opslokt’. Met de nadruk op opslokt: de tentoonstelling is een onoverzichtelijk complex van semitransparante schotten, kriskras door de ruimte, die zijn volgehangen met kunst. Het tentoonstellingsparcours is deels ontoegankelijk met werk, zo wild, dat het opgesloten in kooien zit, deels vol dode hoeken, waardoor je als toeschouwer voortdurend moet omdraaien teruglopen, langs bezoekers die zich met jou door de nauwe gangopeningen persen. Het ene moment is de kunst onbereikbaar en op afstand, het andere zit ze pal op je neus, kun je er juist geen afstand van nemen.
De tentoonstelling begeeft zich nadrukkelijk onder en boven het maaiveld. Het meeste zit eronder, we hebben het tenslotte over de roes, waar ook de bezoeker zich bevindt. Hij of zij met een wat meer verheven indruk van zichzelf, zijn eigen drijfveren in het bestaan, komt hier bedrogen uit. Je bekijkt alles bij wijze van spreken vanuit de goot. Als onderkruipsel onder de onderkruipsels moet je het ene na het andere gedrochtelijke wezen recht in de ogen zien. Nu en dan heb je zicht op iets wat hoger reikt, hoewel niet helemaal helder is of dat een nastrevenswaardig ideaal is. Beter lijkt het je te verzoenen met je lot en je over te geven aan het aardse bestaan dicht op de grond.
[blockquote]Als onderkruipsel onder de onderkruipsels moet je het ene na het andere gedrochtelijke wezen recht in de ogen zien
Met haar opzichtige amoraliteit (hoewel alles heel netjes blijft) biedt Der Rausch uiteraard een reflectie op de kunst en het kunstenaarschap, haar maatschappelijke rol of taak, nu ze zeker in het huidige opgepookte politieke klimaat veelvuldig een politiekcorrect profiel toegemeten krijgt. Der Rausch neemt afstand van de tentoonstellingen waarin de kunstenaars de rol van sociale prediker op zich nemen, om de samenleving te behoeden voor de vele sociaalpolitieke dwaalsporen waarop die zich begeeft. Als een rechtschapen politicus predikt de kunstenaar in die tentoonstellingen de waarden waar de samenleving zich in bredere zin maar weinig van lijkt aan te trekken.
Der Rausch heeft lak aan die sociale noden die zoveel kunstenaars en vooral curatoren wensen te bestrijden en kiest voor ‘de persoonlijke wanen of dromen van de maker’, voor ‘emoties’ en het ‘zintuiglijke’. Ik heb wel sympathie met die recalcitrantie, de dwarsigheid die erin doorklinkt, maar verbaas me er ook wel over dat die behoefte aan ‘het irrationele’ en basale (als mythische bron van de kunst) juist in de Nederlandse kunstwereld zo vaak de kop opsteekt. Zoals ik me ook wel verbaas over de toch wat conventionele vorm waarin die mythische creativiteit in Arti vorm krijgt. De registers die worden bespeeld worden hier vooral door een schilderkunstige traditie gedicteerd. Roes is wild, roes is dom, roes is chaos, roes is overdadig, roes is kleur.
De goed gevulde nogal fysieke tentoonstelling, doet me denken aan Tim Voss, de oud-directeur van W139, die bij zijn aankomst uit Duitsland ruim tien jaar geleden, direct met een van deze, in zijn woorden, ’typisch Hollandse tentoonstellingen’ werd geconfronteerd. Hij vond het wel charmant, al die ‘makers’ bij elkaar, met hun wat obsessieve interesse in dingen. Maar hij snapte er niks van. Waarom heeft een Nederlandse kunstenaar zo’n behoefte het discours te scheiden van het object, vroeg hij zich af? Alsof kunst en theorie twee zaken zijn, de reflectie te scheiden is van de ervaring.
Tim Voss heeft uiteraard gelijk. Het aardige van het leven is dat zaken op een voorspelbare én onvoorspelbare manier in elkaar overlopen, zo ook het voelen, het zien en het denken. Dat geldt de ene kant op, voor de bedachtzame beschouwers, maar ook andersom, voor de ‘gevoelige’ doeners en makers. Als de irrationaliteit van de roes het enige is wat je als kunstenaar interesseert, ben je, denk ik met Tim Voss, snel uitgeluld en wacht je weldra de kater.
Der Rausch, Arti, t/m 6.10.2019
Andrea Eva Györi, Bas de Wit, Bernice Nauta, Bonno van Doorn, Daniel Hofstede, Derk Thijs, Frederique Jonker, Gijs Frieling, Harold Schouten, Jaap Kroneman, Janine van Oene, Jonas Wijtenburg, Jop Vissers Vorstenbosch, Kasper de Vos, Kasper Jacobs, Kim David Bots, Lieven Hendriks, Lieven Segers, Mike Moonen, Morgan Betz,Nel Aerts, Paul de Jong, Pim Blokker, Ricardo van Eyk, Robbert Pauwels, Rowan van As, Sam Hersbach, Simon Wald-Lasowski, Sophie Schmidt, Tanja Ritterbex, Tom Poelmans, Vaast Colson, Vera Gulikers, Willem de Haan. Curator: Frank Koolen in samenwerking met Kim David Bots
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M