Cesare Pietroiusti, ‘Comunione’, courtesy West
Cesare Pietroiusti en de niet-functionele gedachte in ‘A variable number of things’
‘Bedenk wat je op het punt staat te gaan doen, en doe het tegenovergestelde’: het zijn niet-functionele en soms ook paradoxale gedachten als deze die uitgangspunt vormen voor het werk van kunstenaar Cesare Pietroiusti. Eline van der Haak gaat langs in West, waar momenteel een overzichtstentoonstelling van zijn werk te zien is.
Sinds 1978 documenteert de Italiaanse kunstenaar Cesare Pietroiusti zogenaamde niet-functionele gedachten: ideeën die zonder duidelijke praktische reden ontstaan. Waar dit soort gedachten meestal worden weggestopt vanuit de neiging doelgericht te denken, vestigt Pietroiusti er juist expliciet de aandacht op. Bij een bezoek aan de tentoonstelling A variable number of things bij West mag iedere bezoeker een klein geel boekje meenemen waarin Pietroiusti’s niet-functionele gedachten zijn samengebracht. De opdrachten in het boekje zijn van een uiteenlopende moeilijkheids- en uitvoerbaarheidsgraad. Zo schrijf Pietroiusti: “beschrijf en teken voorwerpen die niet bestaan” en “neem af en toe de tijd om te bedenken wat je op het punt staat te gaan doen, en probeer het tegenovergestelde te doen”: opdrachten waarvoor de afgelopen periode van lockdown de ideale omstandigheden leek te bieden.
Al benadrukt Pietroiusti het non-functionele van zijn gedachten, nutteloos zijn ze naar mijn idee zeker niet. Alleen al het nadenken over de door hem opgevoerde onderwerpen heeft een zekere psychologische of zelfs spirituele waarde. Zo kan het inzichtgevend zijn om, zoals Pietroiusti in een andere gedachte voorlegt, jezelf 24 uur lang te verplaatsen in de schoenen van iemand anders en te proberen precies datgene te doen en zeggen wat diegene zou doen en zeggen. De opdrachten richten de aandacht op aspecten van het menselijk gedrag en haar verhouding tot voorwerpen waar meestal aan voorbij wordt gegaan. Op de laatste bladzijden van het boekje verschijnt misschien nog wel de moeilijkste opdracht. Daar wordt je uitgenodigd andere niet-functionele gedachten te formuleren, en zo vanuit niets tot iets te komen: een vaardigheid waar kunstenaars bij uitstek in zijn gespecialiseerd. Ook wanneer je de opdrachten van Pietroiusti niet uitvoert, wordt de kracht en waarde van het toestaan van het ondoelmatige denken en doen zo benadrukt.
In de werken die bij West in vijf vrij kleine kamertjes van de voormalige ambassade te zien zijn, komt een aantal niet-functionele gedachten van Pietroiusti duidelijk naar voren. Voor de kunstenaar zijn werken nooit echt helemaal af en is het juist van belang dat alles in elkaar over en door elkaar heen blijft lopen. Zo bestaat het werk Shame uit zes oudere kunstwerken die hij nooit eerder toonde, omdat hij ze bij nader inzien ofwel ongeschikt of niet kloppend vond, of dacht dat ze te veel leken op het werk van iemand anders. Toen hij in 2015 gevraagd werd een retrospectieve tentoonstelling te maken, besloot hij juist deze werken toch te exposeren. In de artist talk die hij eerder gaf bij West vertelde hij het een interessante ervaring te vinden dat ‘fout’ + ‘fout’ blijkbaar ‘goed’ als uitkomst heeft. Volgens Pietroiusti is iedereen in het leven continu bezig zich te verhouden tot de concepten van goed en fout, en met de vraag hoe hierin de juiste keuzes te maken. De kunstenaar heeft de geprivilegieerde positie om zich tot de energie van beide tegenpolen te verhouden, hij mag en moet in contact zijn met zijn donkere kanten. Bovendien kan een kunstenaar de posities van goed en fout omkeren: door afgekeurde kunstwerken als zodanig samen te brengen, worden voormalig verborgen werken toch aan het licht. De werken vormen samen met de expliciet naar voren gebrachte kritische blik van de kunstenaar erop een nieuw geheel. Dat geheel biedt inzicht in de manier waarop een idee, in dit geval dat van Pietroiusti, na uitvoering soms juist compleet van de originele betekenis afwijkt. Waar de werken eerst niet ‘goed’ genoeg waren om deel uit te maken van een bepaalde tentoonstelling, mogen ze dankzij de veranderde context nu weer meedoen. De kunstwerken waar Pietroiusti zich voor schaamde nemen nu in feite wraak op de kunstenaar, stelt Pietroiusti, herstellen hun voorheen verwaarloosde positie.
In 1988 besloot de groep kunstenaars Gruppo di Piombino waar Pietroiusti deel van uitmaakte hun werken niet te laten zien in de daarvoor bestemde tentoonstellingsruimte, maar in het dorpscafé. Pietroiusti raakte geïntrigeerd door de wc-deur waarop allerlei teksten waren gekrast, van onbekende namen tot scheldwoorden en onduidelijke krabbeltjes. Hij maakte een reproductie van de binnenkant van de deur en plaatste deze aan de buitenkant. Op deze manier brengt hij het contrast tussen binnen- en buitenwereld naar de voorgrond. In de afgesloten ruimte met de deur op slot, voelt men blijkbaar de bewegingsvrijheid om te doen en schrijven wat men wil. Maar diezelfde deur biedt zo’n vrijheid niet aan de andere kant ervan; een vrij dun laagje hout staat in die zin symbool voor de scheiding tussen iemands privé-houding, waar geheimen en gevoelens kenbaar mogen worden gemaakt en iemands publieke houding, waar rekening wordt gehouden met sociale structuur en omgangsvormen. De deur werd gekocht door een verzamelaar en is inmiddels op verschillende plekken tentoongesteld. Bij West past de deur precies in een reeds bestaande doorgang. De bezoeker zou het werk zomaar over het hoofd kunnen zien. Nu het een kunstwerk is mag er helemaal niet meer op de deur gekrast worden. Dat heeft iets paradoxaals, omdat juist dit bekrassen de deur in eerste instantie haar esthetische en artistieke waarde gaf. Pietroiusti liet zien hoe een gewone deur meer kon zijn dan alleen een functionele manier om een kamertje af te schermen, en veranderde het in een kunstwerk waarvan de significantie dynamisch blijft, al naar gelang de omgeving waarin het zich bevindt.
Op tienjarige leeftijd probeerde Pietroiusti in zijn ouderlijk huis een gat in een muur te maken, om zo toegang te krijgen tot zijn oma in het huis ernaast: achteraf gezien staat deze actie voor hem gelijk aan de start van zijn kunstenaarschap
In het oeuvre van Pietroiusti komt de fascinatie voor wat zich achter deuren of muren bevindt steeds weer terug naar voren. Op tienjarige leeftijd probeerde hij in zijn ouderlijk huis een gat in een muur te maken, om zo toegang te krijgen tot wat zich aan de andere kant bevond, namelijk zijn oma die naast hen woonde. Zijn ouders kwamen erachter, waardoor hij zijn plan voortijdig moest staken. Achteraf gezien staat deze actie voor hem gelijk aan de start van zijn kunstenaarschap. Kunstenaars zijn naar zijn mening altijd op zoek naar dat wat zich verborgen houdt, om dat zichtbaar maken. Met zijn Room Windows (Finestre) laat hij middels foto’s muren van een tentoonstellingsruimte zien met daarop een foto van wat zich achter de muur bevindt. In plaats van een afscherming van andere ruimtes, dient de muur nu als een soort omlijsting van dat wat zich erachter verscholen houdt. Er is sprake van een omkering van de originele situatie, een vervorming die weliswaar inzicht geeft, maar toch ook iets mysterieus behoudt omdat er nog steeds maar voor een deel iets zichtbaar wordt. Ook treedt het besef op dat de ruimte erachter op zichzelf ook weer een ander gebied dat daar weer achter ligt onzichtbaar maakt, en dat dit zo eindeloos doorgaat.
Pietroiusti heeft meerdere performances gedaan (waarvan in de expositie een aantal op film te zien zijn) waarin papiergeld verschillende transformaties ondergaat. Zo verbleekte hij de opdruk van een 50 eurobiljet, waardoor het de originele geldwaarde verloor en in plaats daarvan een waarde als kunstwerk kreeg. Ook at hij bankbiljetten op, om ze vervolgens uit te poepen en weer terug te geven aan de verstrekker ervan. Hij wilde het papiergeld, dat in onze steeds meer elektronische wereld als een bedreigde soort opgevat kan worden, weer zijn materiële waarde terug geven. De fysieke transformatie die het papier door het lichaam van de kunstenaar heen ondergaat verandert de manier waarop we naar het object kijken. Het dunne papiertje schippert tussen verschillende posities van objectieve en subjectieve waarde, is zowel waardeloos als waardevol en symboliseert zo misschien ook onze verhouding tot geld: we houden ervan en haten het tegelijk. Hoewel de tentoonstelling bij West is gesitueerd in een aantal kleine kamertjes, zijn de werken die erin te zien zijn van grote waarde en betekenis, ze kunnen nog dagen bij je blijven na het bezoek. In dezelfde kamers was hiervoor een jaar lang het werk van de Taiwanese kunstenaar Tehching Hsieh te zien. Ook het werk van Pietroiusti wordt een jaar lang getoond, naast de wisselende tentoonstellingen in het gebouw. Hoewel de twee kunstenaars natuurlijk verschillend zijn, geldt voor beiden een duidelijke verwevenheid tussen kunst en leven. Hun interventies openen vensters om het alledaagse vanuit een totaal andere blik met meer diepgang te bekijken, maar verliezen hierbij niet de paradoxaliteit van het bestaan uit het oog.
VOLG METROPOLIS M OOK OP INSTAGRAM
‘A variable number of things’ is nog t/m 22 februari 2021 te zien in West Den Haag (open van wo t/m zo 12-18.00 uur)
Eline van der Haak
is fotograaf, filmmaker en onderzoeker