metropolis m

Mehraneh Atashi, Ouroboros, Kunstfort (c) tentoonstelling Plural Fertilties, Kunstfort bij Vijfhuizen, 2020. Foto: LNDWstudio

De groepstentoonstelling Plural Fertilities doet haar naam eer aan: de dwingende muren van Kunstfort bij Vijfhuizen leiden je langs veel –soms iets te– uiteenlopende interpretaties van het thema van vruchtbaarheid. 
 

Gang in, gang uit, deur in, deur uit, om uiteindelijk na veel smalle gangetjes weer terug te belanden bij een eerder gepasseerde loods. Het zoeken in de donkerte van Kunstfort bij Vijfhuizen naar werken wekt mijn nieuwsgierigheid. Tegelijkertijd versterkt het de versplintering die ik ervaar tussen de verschillende perspectieven van waaruit het overkoepelende thema van vruchtbaarheid in de groepstentoonstelling Plural Fertilities benaderd wordt. Er worden vormen van creatie, ouderschap en zorg (care) onderzocht, evenals meer filosofische ideeën van de mens als zijnde onderdeel van de natuur. Er is werk dat het kind-zijn onderzoekt, en werk dat juist het krijgen van een kind als onderwerp heeft (meer specifiek ook het moederschap en de meer politieke interpretatie van de reproductieve structuren waardoor dat gedefinieerd wordt). Binnen de dwingende muren van het fort is het soms zoeken naar de essentie van de werken en hun onderlinge samenhang. 

[blockquote]Sommige werken weten slim gebruik te maken van de wijze waarop de architectuur van het fort de beweging dicteert en de perceptie stuurt. Het is alsof ze de beschikbare ruimte vacuüm trekken, om vervolgens als enige achter te blijven 

Mehraneh Atashi, Ouroboros, Kunstfort (c) tentoonstelling Plural Fertilties, Kunstfort bij Vijfhuizen, 2020. Foto: LNDWstudio

Sommige werken weten echter slim gebruik te maken van de wijze waarop de architectuur de beweging dicteert en de perceptie stuurt. Het is alsof ze de beschikbare ruimte vacuüm trekken, om vervolgens als enige achter te blijven. Een voorbeeld van werk dat daarin slaagt is dat van Kevin Osepa. Op de suggestieve verhalen die hij in zijn fotografische werk presenteert wordt in zijn videowerk één ruimte verder dankbaar voortgeborduurd. In het videowerk Con Los Santos No Se Juega (2018) neemt hij de bezoeker mee in een verhaal uit zijn kindertijd op Curaçao. Toen hij als baby mee was genomen naar een feestje, bleef hij bij thuiskomst maar huilen. Volgens zijn oma had hij het boze oog gekregen. Om hiervan gereinigd te worden, werd hij gewassen met Mester Blousé, een soort wasmiddel in ultramarijn, een gebruik dat voortkomt uit desyncretische Afro-Caribische godsdienst bruá. Het intense pigment keert in Osepa’s oeuvre vaker terug. Het mysterie rond deze magische kleur en haar aantrekkingskracht worden door Osepa steeds opnieuw en altijd vanuit persoonlijk perspectief onderzocht. Osepa weet zulke gebruiken kundig te vertalen naar het visuele en raakt hierbij aan grotere thema’s, zoekend naar nieuwe vormen van creatie en samenhang.

Kevin Osepa, Con Los Santos No Se Juega, Kunstfort (c) tentoonstelling Plural Fertilties, Kunstfort bij Vijfhuizen, 2020. Foto: LNDWstudio

Dorine van Meel, Phoenix's Last Song, Kunstfort (c) tentoonstelling Plural Fertilties, Kunstfort bij Vijfhuizen, 2020. Foto: LNDWstudio

Een ander werk dat de aandacht opeist, is dat van Dorine van Meel, geïnstalleerd aan het begin van een smalle corridor. Phoenix’s Last Song (2019) vertelt de mythe van de herboren feniks. Langzaam veranderend en dan explosief als een zon, toont de video een pulserende cirkel. De ronde vorm lijkt steeds opnieuw vorm te krijgen, en doet aan als het middelpunt van een universum. Een kalme stem introduceert ondertussen de feniks als mythologisch figuur dat uit as herrijst en door middel van verval opnieuw weet te creëren. Het achtergrondgeluid zet in op een soort trance; in bezwerende klanken wordt de gang van ondergang en herrijzenis belicht. Van Meel, die geïnspireerd werd tot het maken van dit werk tijdens haar eigen zwangerschap, vroeg zich af hoe haar kind zich tot de wereld zou kunnen verhouden. Zou het zich moeten voegen naar de bestaande structuren en machtsrelaties? Of brengt een nieuw leven de mogelijkheid tot vernieuwing en verzet met zich mee? Van Meel verdiepte zich in het gedachtegoed van verschillende feministische denkers zoals Audre Lorde en Adrienne Rich, die zich bezig hebben gehouden met deze vragen. Door middel van de mythologie van de feniks weet zij deze perspectieven terug te brengen en te belichten in een vicieuze cirkel van creatie en verval. 

Dat het concept van vruchtbaarheid zich goed leent voor een veelheid aan perspectieven wordt wel duidelijk als ik door de tentoonstelling loop. Vruchtbaarheid kan zowel slaan op de mogelijkheid te creëren, ideeën te bedenken, of ideeën tot uiting te laten komen. Maar sommige werken verhouden zich zodanig subtiel tot het thema dat het soms wat moeizaam zoeken is naar verbanden tussen de verschillende werken. 

Aan interessante benaderingen van vruchtbaarheid geen gebrek in Plural Fertilities, maar de tentoonstelling zou door de onderlinge samenhang tussen de werken beter uit te lichten kunnen winnen aan overtuigingskracht

Müge Yilmaz, Apotropaic Device III, Kunstfort (c) tentoonstelling Plural Fertilties, Kunstfort bij Vijfhuizen, 2020. Foto: LNDWstudio

Lisa Gliederpuppe, #no_bad_dreams, Kunstfort (c) tentoonstelling Plural Fertilties, Kunstfort bij Vijfhuizen, 2020. Foto: LNDWstudio

Suzanne Kriemann, Canopy, Canopy, Kunstfort (c) tentoonstelling Plural Fertilties, Kunstfort bij Vijfhuizen, 2020. Foto: LNDWstudio

Eric Peter, Economy as Intimacy, Kunstfort (c) tentoonstelling Plural Fertilties, Kunstfort bij Vijfhuizen,2020. Foto: LNDWstudio

Onderlinge rijmen en resonanties tussen de werken lijken soms meer toevallig dan goed doordacht. Zo zie ik het werk van Van Meel bijvoorbeeld voorzichtig resoneren met dat van Mehraneh Atashi. Atashi’s werk vertelt eveneens een verhaal van creatie en destructie, door middel van een slang die zichzelf consumeert. Eric Peter verkent in zijn poëtische werk de conceptie van taal als archief van dominante structuren, zoals hij vertelt in een podcast die verscheen bij de tentoonstelling. Deze fascinatie komt terug in het beeldhouwwerk van Müge Yilmaz, die in haar ‘automatisch gesneden’ beeldhouwwerk op zoek is gegaan naar een vrouwelijke vorm van taal. Deze vond zij in historische vorm om die uiteindelijk vanuit eigen geheugen toe te passen. Aan interessante benaderingen van vruchtbaarheid dus geen gebrek in Plural Fertilities, maar de tentoonstelling zou door de onderlinge samenhang tussen de werken beter uit te lichten kunnen winnen aan overtuigingskracht.

Plural Fertilities is te zien tot en met 6 september 2020

Minke van Schaik

is schrijver en kunsthistoricus

Recente artikelen