Kévin Bray, Breakdown After Before, 2021, foto Gert Jan van Rooij.
Kévin Bray, Breakdown After Before
In een levensgrote kijkdoos van digitale schilderijen en kleurige trompe-l’oeils verkent Kévin Bray de grenzen van zijn materialen, technieken en van de kunst. Zijn solotentoonstelling, getiteld Breakdown After Before, is nog t/m 1 augustus te zien in het Dordrechts Museum. Jeroen van der Hulst ging er alvast heen en liet zich verwonderen.
Als de trompe-l’oeil ons iets kan leren over onszelf dan is het dat we maar al te graag bedrogen worden. De kunst is niet alleen om het oog voor de gek te houden, de echte waardering zit eigenlijk in de wetenschap dat de vernuftige trucage berust op een optelsom van losse componenten die samen de grenzen van de waarneembare wereld oprekken: ‘hoe doen ze dat toch?!’ In zijn solotentoonstelling Breakdown After Before gaat de Franse grafisch ontwerper en kunstenaar Kévin Bray (1989) aan de haal met optische trucage, waarmee de ontmaskering van illusie samenvalt met een viering van de achterliggende technologie en materialen.
Thema's
Breakdown After Before is de eerste presentatie in de nieuwe projectruimte voor hedendaagse kunst van het Dordrechts Museum. De zaal is een cornucopia van Bray’s makerschap. De afzonderlijke werken bevatten ieder een overvloed aan lagen, kleuren, materialen en beelden, allemaal bijna herkenbare vormen, en nét niet grijpbaar of te definiëren. Ook wordt gelijk een brug geslagen naar de vaste collectie van het museum. Delen uit schilderijen zijn bijvoorbeeld verwerkt in het tentoongestelde werk van Bray, zoals Aelbert Cuyp’s Landschap met fluitspelende herder en vee (ca. 1645) of Jacob van Strij’s Landschap met dode boom (ca. 1800).
‘Video is the spine of my work’, zegt Bray, en dat wordt hier ruimtelijk ondertekend. Elementen uit zijn videoserie Morpher (Stories of Being Consumed) (2018-heden), een werk dat bij iedere tentoonstelling ervan een andere bewerking heeft, worden vertaald naar sculpturale ‘schilderijen’: hangende lappen bedrukt plastic met digitale schilderingen. Het woord ‘skeuomorf’ valt. De software die Bray gebruikt kan alle kwaliteiten van echte verf nabootsen, ‘I’m baking the light, as it were – I can even control the drying time of the paint.’ Wanneer houdt video op video te zijn en verandert het, bijvoorbeeld, in een schilderij? Zulke vragen zijn de bindende factor in zijn werk, het oog wordt herhaaldelijk op de proef gesteld, steeds vraag je je af waar je nu precies naar kijkt.
De halve zaal is gevuld met een grote installatie, Breakdown After Before (2019), een soort levensgrote kijkdoos waar de bezoeker doorheen mag lopen. De doos bevat een mise-en-scène van objecten, vanaf de achterwand gefilmd om tegelijkertijd op dezelfde wand geprojecteerd te worden. Het uit elkaar geplaatste decor wordt door het oog van de lens samengeperst tot een beeld waarin een romantische natuurvoorstelling te zien is.
Bray is een showman die wil duiden waar realiteit ophoudt en fictie begint.
Bray speelt met een techniek uit de filmwereld die haast zo oud is als de filmwereld zelf: ‘matte-painting’. Delen van de achtergrond worden op doorzichtig glas geschilderd en zodanig voor de cameralens geplaatst dat ze binnen het kader van het shot de illusie scheppen van een omgeving die niet aanwezig is op de filmlocatie zelf. Bray manipuleert wel meer. Zo is de natuurvoorstelling in de projectie van Brays installatie fraai en dromerig, maar laat ze allerlei onhebbelijke beelden buiten beschouwing, een soort filter-bubble.
Bray is een showman die wil duiden waar realiteit ophoudt en fictie begint, in zijn werk ondermijnt hij actief de trompe-l’oeil. In een samenleving waarin trucage niet meer te onderscheiden is van werkelijkheid zet Bray het mes er in. Op Brechtiaanse wijze wil hij de passieve kijker aanmoedigen om actieve kijker te worden, want als men een toneelstuk gepresenteerd krijgt, moet men op z’n minst bewust zijn dat er naar toneel gekeken wordt om het geheel te appreciëren.
Bray voert niet zozeer een kruistocht voor ‘het ware’ in een wereld vol tegenstrijdigheden, vooral gaat het werk over dat de verschillende media die wereldbeelden verkondigen, en dat die media grenzen kennen.
‘Our understanding of the world, of nature’, vertelt Bray, ‘is shaped by our perception of it.’ Cultuur bepaalt hoe de omgeving gelezen wordt, als een soort hertaling. Met zijn werk onthult hij een veranderlijkheid van aangenomen waarheden. Bray voert niet zozeer een kruistocht voor ‘het ware’ in een wereld vol tegenstrijdigheden, vooral gaat het werk over dat de verschillende media die wereldbeelden verkondigen, en dat die media grenzen kennen. Technische grenzen, het is bijna wiskundig. Hoe is het geheel opgebouwd? Welke som ligt hierachter?
En juist hierom is het belangrijk dat de trompe-l’oeil gedeconstrueerd wordt. Als alle losse waarneembare componenten samen een wereldbeeld vormen, is het belangrijk te kijken hoe we ons tot die componenten verhouden. Een holistische benadering van de wereld veronderstelt dat het geheel altijd groter is dan de som der delen, en dat is verraderlijk – zeker als iedereen een geheel eigen wereldbeeld heeft en dat als vanzelfsprekend aanneemt.
Tot slot maken we daarom even een sprongetje naar de soritesparadox: als een hoopje zand bestaat uit 100.000 korrels en je haalt één korrel weg, houdt het hoopje dan op een hoopje te zijn? Wat als je er twee weghaalt? Of duizend? Punt is dat het niet helder is wanneer het hoopje stopt een hoopje te zijn. Evenals het niet helder is wanneer ieder geheel, of er nu bepaalde componenten worden weggelaten of niet, ophoudt een hele waarheid te zijn. En dit is precies wat Bray’s trucage laat zien door aan ons realiteitsbesef te tornen. De losse delen maken uit, juist omdat perceptie gemedieerd blijft door alle filters die onwenselijke dingen weglaten.
De tentoonstelling Breakdown After Before van Kévin Bray is nog t/m 1 augustus 2021 te zien in het Dordrechts Museum.
Jeroen van der Hulst
is kunsthistoricus en werkzaam als literair agent