Maria Roosen, Schön Hell/Delightful, 2021. Glas. Courtesy Galerie Fons Welters, Amsterdam. Foto Gert Jan van Rooij.
buitenZOMER: Lustwarande 2021 – Een stoptrein langs sculpturen
De elfde editie van Lustwarande draagt de naam Stations en toont slechts twaalf sculpturen. Er wordt niet alleen teruggeblikt op twintig jaar expositiepraktijk maar ook op de inmiddels ontwikkelde carrières van de kunstenaars die allen al eerder deelnamen aan Lustwarande. Voor onze zomerserie over bijzondere kunst die in de buitenlucht beleefd kan worden, wandelde Linda Köke langs een dozijn sculpturale haltes in het Warandebos te Tilburg.
Op de elfde editie van Lustwarande zijn elf deelnemers te zien waaronder één samenwerking, waardoor het totaal aantal kunstenaars op twaalf staat. De titel Stations is een verwijzing naar zowel de eerdere gelegenheden waarop deze twaalf kunstenaars werk toonden bij eerdere edities, als naar de verschillende momenten in hun carrière waarop dit plaatsvond. Hoewel de kunstenaars soms nog pril talent waren tijdens hun eerdere deelname en in de startblokken van hun carrière stonden, zijn ze nu stuk voor stuk gevierde kunstenaars die al een heel eind van hun loopbaan hebben bewandeld. Allemaal keren ze terug naar het beeldenbos, waar struinende bezoekers hun sculpturen bezoeken en hier als op stations kort stoppen en halt houden. Elk sculpturale station biedt een nieuwe rustplek en een nieuw verhaal – en onthult dat elke deelnemende kunstenaar zich op een nieuw station in hun carrière bevindt.
Doordat het aantal deelnemers deze editie is beperkt tot elf – de jubileumeditie van Lustwarande in 2019 toonde werk van maar liefst 24 kunstenaars – passeer ik met stevige pas in slechts een dik uur alle twaalf de sculpturale stations. Als ik de treinanalogie mag doortrekken, is het geen intercity tussen Amsterdam en Basel die in rap tempo door raast, maar eerder een lokale sneltrein die ons toch van A naar B brengt en ons tegelijk kan laten genieten van het uitzicht uit het raam. In deze reis zijn er minder stations, waardoor we langer op een station stil kunnen blijven staan en via de sculpturen die ons getoond worden in gesprek kunnen gaan met de reizigers op het station; in dit geval de kunstenaars.
Zoals genoemd exposeerden de elf deelnemers van Stations in de afgelopen twintig jaar al eerder op Lustwarande. Enkelen van hen keerden zelfs meerdere malen terug, zoals Ugo Rondinone, die in Stations aan zijn vierde Lustwarande deelneemt. Aan hem valt de eer de Franse vijver in te richten, een van de mooiste plekken van de Warande. De twee vlonders en bankjes die aan de westkant en oostkant van de langwerpige vijver grenzen zijn door Rondinone ingepakt met respectievelijk zilver- en goudkleurig folie. Het werk, getiteld The sun and the moon (2021), verwijst naar een fabel over een onmogelijke liefde tussen de maan en de zon, die nooit samen kunnen zijn: telkens als de zon opkomt, verdwijnt de maan en vice versa. Het is een subtiele interventie die valt in het verlengde van wat Rondinone in het verleden al presenteerde op Lustwarande: werken die niet alleen in de natuur zijn geplaatst, maar naadloos samenwerken met de natuur, zoals ook Pagan Void in 2009.
Tom Claassen is de enige kunstenaar die twee sculpturen presenteert; het recent gemaakte Beanship (2021) – een Jeff Koons-achtige letter H op een sokkel – en het eerder getoonde Untitled, Jo, Standing Rabbit (2019). Het tweede werk is kenmerkend Claassen: een humoristische, geabstraheerde dierensculptuur. Het gouden konijn is kleiner dan Claassens normaliter gigantische sculpturen; de sculptuur is iets meer dan levensgroot en komt tot onze knieën. Hij past goed in de bosrijke omgeving en kijkt van achter de bomen naar ons. De sculptuur heeft geen ogen, geen snuit en een geabstraheerde staart die niet meer is dan een bobbel, maar is door de grote oren en houding op de achterpoten onmiskenbaar een konijn. Door zijn houding heeft het konijn toch veel expressie; de houding is wat uitdagend, alsof hij zijn territorium verdedigt en klaar is om ons aan te vallen als wij een misstap maken.
[figure lustwarande20215]
[figure lustwarande20216]
Verderop zie ik ineens een groot houten blok middenin het bos. Het blijkt een werk van Marien Schouten, dat de titel Nocturnal Reading (2021) draagt. Het is een soort architectonische sculptuur van multiplex met daarin twee ruimtes ter grootte van een woonkamer. Eenmaal binnen zie ik meubelachtige objecten, een uitwerking van Schouten’s eerdere ruimte A Reader’s Bedroom (2019) geïnspireerd op de architectuur van Frank Lloyd Wright. De meubels zijn zeker niet comfortabel: ze zijn puur functioneel om de suggestie te scheppen dat er meubels in de ruimte staan en deze ruimte een woonfunctie suggereert. Wandelend door de ruimte voel ik me alsof ik in het huis van een vreemde ben. Ik herken het huis als zodanig maar heb geen emotionele connectie met de meubels om me heen. Het is het concept van een interieur: steriel en abstract ingericht, zonder enige persoonlijke band of emotie.
Zowel Rentmeister als Schouten lijken ons vragen te stellen over binnen versus buiten, over vorm versus functie en over onze omgang met ruimte.
[figure lustwarande20217]
[figure lustwarande20218]
[figure lustwarande20219]
Enkele tientallen meters verderop bevindt zich Das Beste Zimmer (2021) van Thomas Rentmeister. In een frame van betonmatten ter grootte van een kamer plaatste hij allerlei stukken van houten meubels, die zweven door de ruimte. Het is bijna een kubistische compositie van bruin staal en bruin. De plaatsing van Rentmeisters werk op slechts enkele meters van Schoutens werk is niet toevallig: waar Schouten een vrijwel lege kamer presenteert, toont Rentmeister een kamerachtige constructie zonder muren, vloeren en zelfs zonder zwaartekracht. Schoutens meubels staan er puur om de functie aan te duiden, terwijl Rentmeisters werk juist alleen de esthetiek van de meubels toont die van hun oorspronkelijke functie ontdaan zijn. Waar Schouten alleen een lege architectonische ruimte presenteert, geeft Rentmeister juist enkel de invulling van een ruimte. Ook is het interessant hoe deze twee werken zich niet alleen tot elkaar verhouden, maar ook tot de bosrijke omgeving. Zowel Rentmeister als Schouten lijken ons vragen te stellen over binnen versus buiten, over vorm versus functie en over onze omgang met ruimte.
[figure lustwarande202110]
In twintig jaar expositiepraktijk en elf edities van Lustwarande heeft veel talent zich geworteld in de Warandebossen. Hedendaagse sculptuur verandert continu. Het moet dan ook een behoorlijk uitdagende taak zijn geweest om met het werk van slechts elf deelnemers terug te blikken op twintig jaar praktijk én op een hele artistieke discipline. Of deze enorm hoge lat is bereikt, is door de kleine hoeveelheid werken niet goed te beoordelen. Desalniettemin biedt Stations een mooi beeld van wat de Lustwarande aan canon heeft ontwikkeld. In de brede context van het internationale hedendaagse sculptuurveld is de Lustwarande een onmisbare anekdote van een groter verhaal, die verplichte lectuur zou moeten zijn voor iedere kunstliefhebber.
Stations is tot en met 3 oktober 2021 dagelijks te bezoeken in de Oude Warande in Tilburg. Op 4 en 5 september vindt het bijbehorende evenement Brief Encounters plaats, met drie event-sculptures van Malin Bülow, DAY Collective en David Rickard.
Linda Köke
is kunstcriticus en curator bij kunstruimte Willem Twee