Wall House #2, foto Gea Schenk
ZOMERHUIS#2: Een UFO in het landschap – Wall House #2 in Groningen
Voor het tweede huis in onze zomerse serie woonhuizen waar vandaag hedendaagse kunst te zien is, bezoekt Ruby de Vos het Wall House #2 van John Hejduk, een onverwachts kleurrijke gestalte aan de Groningse wateren. Het is een vreemde eend in de bijt, die nooit bedoeld was als tentoonstellingsruimte en oorspronkelijk in Connecticut, Verenigde Staten, zou staan.
Op een loeihete dag in juni lig ik op een steiger aan het Paterswoldsemeer in Groningen. Aan de overkant van het water glinsteren de snoepjeskleuren van Wall House #2, een haast hallucinante verschijning tussen het groen van de oever. Twee weken later fiets ik het hoekje van de Zunnerriepe om, om de tentoonstelling Camera Obscura (t/m 29.10.23) te bekijken, en opeens staat het iconische huis van de Amerikaanse architect John Hejduk (1929-2000) daar. Wall House #2 rust als een UFO in het landschap – onvermijdelijk vreemd en verstild. Het huis staat er vriendelijk bij, alsof het me uitnodigt om dichterbij te komen.
Wat ik precies zie als ik voor het gebouw sta laat zich lastig in woorden vangen, niet in het minst omdat een enorme betonnen muur van achttien meter breed en veertien meter hoog een scheidslijn vormt tussen het voorste en achterste deel van het huis. In de publicatie Wall House #2: Thought provoking, sense provoking (2007) schrijft Olaf van der Wal (what’s in a name) over het gebouw: ‘Door de enorme muur is niet te bepalen hoe Wall House er aan de andere kant uitziet. En wie dat niet weet, kan het onmogelijk bevroeden.’ Ik herken mijn ervaring in zijn woorden.
Alleen al deze prettige desoriëntatie, als een seinstoring in een alledaagse woonwijk, maakt Wall House #2 een bezoek waard. Hejduk benaderde architectuur voornamelijk theoretisch, slechts weinig ontwerpen van zijn hand zijn daadwerkelijk gerealiseerd. Wall House #2 is het enige verwezenlijkte werk uit een driedelige serie van architectonische studies; ook in Wall House #1 en #3 onderzocht Hejduk de dubbele rol van de muur als scheidslijn en verbinder. In projecten zoals deze serie probeerde hij zijn eigen credo uit te werken dat architectuur ‘thought provoking, sense provoking, and ultimately life provoking’ moest zijn.[1] De architectuur als dat wat vorm geeft aan het leven en het continu stimuleert en uitdaagt.
Wanneer ik het huis binnenkom door de voordeur moet ik direct een trap op. Dan word ik door een lange gang, die als een brug boven het gras hangt, voortgedreven naar de eerste verdieping aan de voorzijde van de muur. Beweging staat centraal in Hejduks ontwerp: om de overgang tussen de slaap- woon- of werkkamer te ervaren, moet je altijd een trap af of een gang door. Die verplaatsing leidt je ook steeds door de betonnen muur die van buitenaf massief lijkt, maar dat eenmaal binnen niet blijkt te zijn. Aan het einde van de gang, in de eetkamer, omlijst een van de vele ramen het waterlandschap buiten. Het steeds veranderende uitzicht is daarmee onmiskenbaar een fundamenteel onderdeel van het huis zelf.
Het natuurgebied van de Hoornseplas was echter niet het uitzicht dat Hejduks voor ogen had toen hij het huis ontwierp. In de jaren zeventig vroeg landschapsarchitect Arthur Edwin Bye aan Hejduk of hij de studie voor Wall House #2 verder uit wilde werken. Bye hoopte het huis te laten bouwen als buitenverblijf in het bosrijke Connecticut, maar zou het geld ervoor nooit bij elkaar krijgen. Groningen kwam onverwachts in beeld als locatie in de jaren negentig, toen Hejduk deelnam aan Daniel Libeskinds project Stadsmarkeringen. Het plan om een gebouw van Hejduk te realiseren was al snel gesmeed in de stad waar ze in die tijd niet bang voor wat experimentele architectuur. Uiteindelijk zou het echter nog tot 2001 duren, een jaar na Hejduks dood, tot Wall House aan het water zou verrijzen.
Vanaf 2016 is het gebouw in beheer van het Groninger Museum. Programmeur Gea Schenk, zelf ook fotograaf, legt de focus daarbij op lokale kunstenaars. Schenk, die vlakbij Wall House woont, richtte zich aanvankelijk op kunstenaars en bezoekers uit de wijk. ‘Omwonenden hebben soms een haat-liefde verhouding met het huis, ze vinden het een beetje raar,’ vertelt ze. ‘Maar als ze eenmaal binnen zijn geweest en horen dat het een wereldberoemd huis is waar architectuurstudenten van over de hele wereld voor naar Groningen komen, vinden ze het toch wel mooi en bijzonder. Daarom wilden we de drempel verlagen en verbinding maken met de wijk.’ Inmiddels vallen ook kunstenaars uit stad en regio onder lokaal, en zijn er twee tot drie exposities per seizoen. Dit jaar legt Schenk de nadruk op Wall House zelf: ‘Dit is niet alleen een expositieruimte: Wall House is uniek, een kunstwerk op zich. Ik wil het huis zelf op een podium zetten.’
Op het moment van mijn bezoek is de tentoonstelling Camera Obscura te zien, met werk van Annemarie van Buuren, Baukje Pietje Venema en Arjan Verschoor. De drie kunstenaars gebruiken technieken uit de analoge fotografie om te reageren op Wall House in haar omgeving. Eind augustus volgt Ode aan Wall House (26.8 t/m 29.10.23), een groepstentoonstelling waarbij tien kunstenaars bestaand werk in relatie tot het huis plaatsen.
In de huidige tentoonstelling, Camera Obscura, intrigeert vooral het werk van Verschoor. Hij heeft de bovenste etage volledig omgebouwd tot een camera obscura, en gebruikt het invallende licht om een afbeelding van de buitenwereld op de muur en twee grote vellen te projecteren. In deze omgekeerde blik op de wereld vervaagt de horizon tussen de lucht en het water. Filmisch scheert een vogel langzaam door de lucht, het beeld lijkt net vertraagd. Ik ervaar een subtiel soort voyeurisme terwijl ik naar de minuscule fietsertjes buiten kijk. Het gevoel spiegelt zich mooi aan hoe ik me voorstel hoe het is te wonen in Wall House, waar omwonenden en voorbijgangers gemakkelijk naar binnen kijken door een van de vele ramen. Wie teleurgesteld is dat de prachtige lichtinval op de bovenste verdieping vanwege de verduistering nu niet te bewonderen is, wordt alsnog in haar behoefte voorzien door een timelapse van Van Buuren waarin ze het veranderende zonlicht op beeld heeft gevangen.
Het spel met licht en tijd staat centraal bij alle drie de kunstenaars, en zo brengen ze je steeds terug bij het huis zelf. Venema documenteert bijvoorbeeld hoe de kleuren van Wall House veranderen gedurende de dag, wat uitnodigt om ook de buitenkant ervan nog eens goed te bekijken. De kernthema’s van Hejduks bouwfilosofie en het medium van de analoge fotografie sluiten daarmee naadloos op elkaar aan. Het levert af en toe mooie beelden op, maar het is misschien ook wel een erg letterlijke interpretatie van het huis en het medium.
Het zou best iets meer mogen schuren. Bij Hejduk ontstaat er vervreemding in het complete samenvallen van vorm en functie. De plaatsing van alle ramen op zithoogte in de werkkamer, bijvoorbeeld, is zowel een volstrekt logisch doordacht concept als een bijzonder onlogisch aangezicht in de praktijk. Die spanning maakt dat je wilt blijven kijken. Dat de drie fotografen wel erg binnen de lijntjes van het thema kleuren, valt daarom juist in dit huis extra op.
Wall House #2 is in dat opzicht geen vergevingsgezind gebouw om in te exposeren, omdat de oorspronkelijke functie van het huis natuurlijk wonen was, en niet het exposeren van kunst. Het huis heeft bovendien veel ramen waardoor er weinig muur overblijft om kunstwerken aan op te hangen, en er ook voor de presentatie van 2D-werk creatief met de ruimte moet worden omgegaan. En dan is er nog het uitzicht. Schenk: ‘Mensen die hier voor het eerst komen, lopen de kunst voorbij en gaan eerst eens voor het raam staan. Dan draaien ze zich om en bekijken het huis. Dan pas volgt de kunst. Die eerste reactie is erg gericht op buiten: je kan eigenlijk niet concurreren met het uitzicht.’ Dat maakt ook niet per se uit, volgens Schenk: het hoort bij het huis.
Ik moet aan haar woorden denken ik wanneer ik weer buiten sta in de zinderende zon. Juist die weerbarstige relatie tussen de conceptie van Wall House als woonhuis en de huidige rol als expositieruimte maakt dat terugkomen de moeite waard is, gewoon om te zien hoe het nu weer veranderd is. En anders is er altijd het uitzicht.
Wall House #2 is van april tot november geopend op zaterdag en zondag, en op afspraak. Toegang is gratis. Camera Obscura is te zien tot en met 20 augustus 2023.
29 augustus opent Een Ode aan Wall House #2, te zien tot 29 oktober 2023.
[1] John Hajduk geciteerd door Wim Melis in het voorwoord van Wall House #2: Thought provoking, sense provoking. Noorderlicht, 2007.
Ruby de Vos
is promovenda aan de Rijksuniversiteit Groningen