metropolis m

alien matter
Haus der Kulturen der Welt, Berlijn
03.02.2017 t/m 05.03.2017

‘Our machines are disturbingly lively, and we ourselves frighteningly inert’, schreef Donna Haraway in haar bekende essay ‘A Cyborg Manifesto: Science, Technology, and Socialist-Feminism in the Late Twentieth Century’ uit 1984.  Het is enigszins dubieus dat deze uitspraak wellicht het bekendste citaat uit Haraways manifest is geworden, aangezien de zin bepaalde dualismen die zij aan de tand wilde voelen (tussen mens en machine, tussen natuur en technologie) juist lijkt te verscherpen. Het is in dat opzicht weinig representatief voor Haraways denken en doet de complexiteit van haar ‘Cyborg Manifesto’ weinig eer aan. Dat precies deze zin dan toch zo’n retorisch succes kent, zegt veel over hoe diep deze binaire tegenstellingen nog steeds geworteld zijn in ons denken.

De tentoonstelling alien matter snijdt thema’s aan die schatplichtig zijn aan Haraway en maakt duidelijk hoe de grenzen tussen natuur en cultuur, tussen organisch en kunstmatig, sinds de jaren tachtig alleen maar verder vervaagd zijn. De tentoonstelling, die deel uitmaakt van de dertigste editie van transmediale, een festival voor kunst, mediacultuur en technologie dat elk jaar in HKW plaatsvindt, wil demonstreren hoe bepaalde technologieën zich hebben genesteld in de menselijke leefwereld en hoe dit hybride milieu leidt tot interacties tussen mens en machine die alleen nog op een ‘holistische’ manier begrepen kunnen worden.

Een aantal werken in alien matter doet dit op een overtuigende manier. Een voorbeeld is Pinar Yoldas’ video The Kitty AI: Artificial Intelligence for Governance (2016). In dit werk worden we toegesproken door een digitaal geanimeerde AI-kitten uit het jaar 2039. De avatar beschrijft een nogal dystopisch aandoend toekomstscenario waarin kunstmatige intelligentie, in de vorm van katachtige bots, het politieke bestuur van de mensheid heeft overgenomen na een soort derde wereldoorlog. Yoldas’ werk is uiteraard een knipoog naar de wildgroei aan kattenplaatjes op sociale media, maar zinspeelt vooral op de hardnekkige technocratische fantasie dat politieke beslissingen vervangen zouden kunnen worden door technologische innovatie. Suzanne Treisters installatie HFT The Gardener (2014-2015) biedt een inkijkje in het universum van Traumberg, een fictieve beurshandelaar die allerlei verbanden meent te ontwaren tussen psychoactieve planten, financiële markten en outsiderkunst. In HFT The Gardener functioneren Traumbergs hallucinaties als metafoor voor de manier waarop geautomatiseerde flitshandel, waar weinig of geen menselijke interventie meer aan te pas komt, de werkelijkheid vormgeeft. De installatie maakt duidelijk dat het realiteitsprincipe relatief is in een wereld waarin autonoom communicerende supercomputers miljarden kunnen opleveren voor de elite en tegelijkertijd humanitaire crises kunnen veroorzaken voor hele bevolkingsgroepen.

Een ander noemenswaardig werk is de installatie Protekto.x.x. 5.5.5.1.pcp (2017) van Johannes Paul Raether. In een audiotour door de sculpturale installatie vertelt Protektorama (een fictieve persona van Raether) over een performance waarin de kunstenaar in een Apple Store een aantal iPhones te lijf ging met gallium – een metaal dat smelt bij de temperatuur van het menselijk lichaam. De performance werd in de Duitse media breed uitgemeten als schandaal, maar in de installatie wijdt Protektorama (een soort techno-sjamaan, beïnvloed door zowel Adorno’s kritische theorie als Marshall McLuhans denken over het medium als prothese van het menselijk lichaam) vooral uit over hoe de performance de verlammende bezwering van het smartphonefetisjisme moest doorbreken.

Helaas lijdt alien matter bij momenten echter ook onder de buzzword-economie die nogal typerend is voor veel kunst die zich inlaat met technologische ontwikkelingen. In het discours rond dit segment van de hedendaagse kunst wordt wel vaker op een eerder onkritische manier waarde gehecht aan bepaalde concepten die op dat moment à la mode zijn en vooral de nieuwigheid van de ‘new media’ moeten onderstrepen. Enerzijds stelt curator Inke Arns zich in haar introductietekst bij de tentoonstelling sceptisch op ten opzichte van deze tendens door aan te tonen hoe snel de meeste van dit soort termen weer achterhaald zijn. Anderzijds blijft Arns toch gebruikmaken van bepaalde concepten, ook om werken te duiden die misschien minder goed passen binnen het kader van alien matter.

Zo kun je je bijvoorbeeld afvragen in welke mate Mark Leckeys GreenScreenRefrigeratorAction (2010, een animatiefilm waarin een koelkast een monoloog houdt over haar technische specificaties) en Katja Novitskova’s Swoon Motion (2015, een verlichte kinetische sculptuur van plastic in de vorm van een babystoel) inderdaad te koppelen zijn aan de opkomst van het zogenaamde internet der dingen. Zijn dit echt werken die inzicht verschaffen in wat omschreven wordt als ‘novel technologically-driven environments (…) that lead to a new relationship between human and machine’? Bij momenten zijn de verbanden tussen sommige werken en de thematische insteek van de tentoonstelling (maar ook de verbanden tussen de kunstwerken onderling) nogal dunnetjes, waardoor alien matter uiteindelijk toch vooral aanvoelt als een vrij rommelige accumulatie van erg verschillende werken, waarbij ‘iets met technologie en media’ de grootste gemene deler lijkt te zijn.

Steyn Bergs

is kunsthistoricus en criticus, en werkt momenteel bij Casco – Office for Art, Design and Theory in Utrecht

Recente artikelen