Anne Duk Hee Jordan
Voor haar eerste solotentoonstelling in KIOSK in Gent, België, creëerde Anne Duk Hee Jordan (1978) een meeslepend ecosysteem dat bevolkt wordt door machines die pulseren, knipperen en verschuiven in reactie op de bewegingen van bezoekers. In een technologisch verrijkte, organische omgeving bootsen de machines symbiotische relaties na om tot een verbeelding te komen van hoe mensen, dieren, planten en robots duurzaam zouden kunnen samenleven.
De hypnotiserende installatie Making Kin 3.0 bestaat uit een combinatie van werken uit Jordans eerdere series Atmospheres of Breathing en Making Kin. Beide series bestaan uit gemotoriseerde machines die Jordan ‘artificial stupidity‘ noemt, omdat ze representaties zijn van menselijk falen en ‘de non-intelligentie terugwinnen voor de robotica’.1 Jordan beschouwt deze objecten als levende organismen die niet efficiënt of nuttig zijn. Bij het bezoeken van de tentoonstelling snap ik waar ze op doelt: een amorfe gemotoriseerde sculptuur blaast zachtjes bellen, terwijl een andere onophoudelijk zijn metalen armen heen en weer zwaait.
Het middelpunt van de tentoonstelling is een installatie die wordt omsloten door een gifgroene gracht gevuld met water, die door de galerieruimte slingert. De installatie, getiteld Staying with the Trouble, is een dubbelkanaals video die vernoemd is naar het boek van theoreticus Donna Haraway uit 2016. In de video’s vloeien aquatische en terrestrische scènes in elkaar over in weelderige tinten van perzik en paars. Micro-organismen, onderwaterplanten en insecten kruipen en golven over de schermen. Buiten de omheining van de groene gracht zijn nog meer werken te zien, zoals een tekening van een wirwar van dieren, die baadt in blacklight en omhoog wordt gehouden door drie grote ballonnen.
Jordans werk is sterk beïnvloed door Haraways concept van ‘making kin‘, dat oproept tot het zoeken naar verwantschap buiten de familiestructuur en het omarmen van interspecies relaties. Zowel Haraways werk als Jordans tentoonstelling benadrukken het belang van onderlinge afhankelijkheid; ze herinneren ons eraan dat onze levens noodzakelijkerwijs verstrengeld zijn met die van andere wezens ー van gezelschapsdieren tot de bacteriën die ons spijsverteringskanaal bevolken. Het werk van Jordan verkent in concrete vorm de veelvuldige verstrengelingen die zich volgens Haraway voortdurend ontwikkelen tussen verschillende levensvormen. De sculpturen zijn met elkaar verbonden en reageren op elkaar, maar ook op de dynamische nabijheid van bezoekers. Wanneer menselijke lichamen de buitenaards aandoende machines naderen, flikkeren er lampen en vullen ballonnen zich met lucht. De grenzen tussen machine en organisme worden fluide en het onderscheid tussen macro- en microschaal vervaagt. De installaties vestigen de aandacht op de onzichtbare ecosystemen om ons heen en reflecteren tegelijkertijd op de grotere ecologische structuren die onze gezamenlijke wereld vormgeven.
Jordans werk is ook schatplichtig aan de theorie van symbiose van bioloog Lynn Margulis. Deze theorie stelt het Darwinistische concept van survival of the fittest aan de kaak en oppert dat onderlinge afhankelijkheid als katalysator heeft gediend voor evolutionaire processen. Jordan past het idee van symbiose toe door gebruik te maken van gemeenschappelijke natuurlijke elementen die cruciaal zijn voor de ontwikkeling van al het leven op aarde. Water omringt de tentoonstellingsruimte en bepaalt de parameters ervan, maar ook lucht is essentieel voor de installaties. Jordans machines ademen in en uit waardoor een respiratoire omgeving ontstaat, waarin toeschouwers en kunstwerken gezamenlijk ademen. Vanuit haar opleiding tot duiker begrijpt Jordan dat controle over de ademhaling kan dienen als middel om te overleven. Toen ze getuige was van het effect van Covid-19 op de ademhalingsfunctie en de verstikkingsmoord op George Floyd door de politie van Minneapolis, begon ze na te denken over de politisering van adem. Ook vanuit het verband tussen luchtvervuiling en sociale ongelijkheid, vraagt ze zich af: Wie heeft het recht om te ademen? En hoe zou de wereld eruit zien als deze vitale hulpbron ー schone lucht ー niet langer beschikbaar is?
In Jordans werk doemen weliswaar spookbeelden van een ecologische ramp op, ze benadert haar onderwerp met humor. Ze stelt dat als we onze wederkerige relatie met bijvoorbeeld de kronkelende wormen in haar video beter zouden begrijpen, ons hele milieuperspectief zou kunnen veranderen, wat invloed zou hebben op onze omgang met land, bodem en water. Ze stelt dat dit soort denken circulair zou moeten zijn, in plaats van lineair of unidirectioneel. Er zou erkenning voor nodig zijn van de wisselwerkingen en wederzijdse afhankelijkheid tussen organismen, die uiteenlopende behoeften hebben maar niettemin dezelfde biosfeer delen.
Met haar griezelig levensechte sculpturen vestigt Jordan de aandacht ook op onze eigen lichamen, en hoe die betrokken zijn bij milieuprocessen zoals klimaatverandering. Volgens Haraway stellen fictie en kunstwerken, zoals die van Jordan, ons in staat ‘nabije toekomsten, potentiële toekomsten en een onwaarschijnlijke maar reëel heden voor te stellen’. Deze verbeeldende werken zijn generatief; ze bevorderen affiniteiten tussen onwaarschijnlijke onderwerpen en stimuleren nieuwe manieren van kennisproductie. In Making Kin 3.0 laat Jordan zien hoe symbiotisch de wereld van machines en organismen zou kunnen zijn.
Anne Duk Hee Jordan
KIOSK Gent
11.9 t/m 28.11.2021
Lexington Davis
is a curator and writer