metropolis m

Rutger de Vries, Circle Sprayers, ‘EXPO 5: 1-4,’ LINK in Zwolle (2024). © Rutger de Vries

Kunstplatform LINK in Zwolle wil dat kunst niet enkel een visuele en mentale verbinding met de bezoeker aangaat, maar bovenal een fysieke. Bij EXPO 5: 1-4 die nog tot en met 15 januari te zien is, maken verschillende kunstenaars je bewust van hoe onze blik onlosmakelijk met ons lichaam verbonden is. Petra Boonstra bezocht de tentoonstelling waar ze zich zowel nietig als groots voelt tussen de sculpturen.

Normaal gesproken zijn de muren van kunstplatform LINK onaangetast, wit en leeg, maar de performance van Rutger de Vries breekt voor deze keer met die regel. Brandblusapparaten gevuld met verf spuiten om de beurt felle heldere kleuren op de muur, in grote cirkels over elkaar heen. De nog natte verf druipt naar beneden en neemt langzaam via de vloer de ruimte verder in.

Vanuit een gemis aan een duidelijk artistiek middensegment in Zwolle, ontstond zo’n twee jaar geleden het kunstplatform LINK dat inmiddels een vaste locatie én structurele subsidie van het Mondriaan Fonds heeft verworven. Dat de initiatiefnemers van LINK zelf kunstenaars zijn, speelt een wezenlijke rol in aanvoelen wat er nodig is voor een bloeiend kunstklimaat. LINK werd een kunstruimte die zich richt op sculpturaal werk en installaties, een ruimte waar de bezoeker zich fysiek kan verhouden tot de werken; een plek waar experiment en een open houding naar de kunstenaars toe, de belangrijkste ingrediënten zijn.

‘Lege muren zie je praktisch nooit in een expositie, er hangt altijd wel een schilderij of een ander plat werk. Wij kiezen voor installaties en ruimtelijke beelden, en laten de muren leeg. Het creëert veel lucht om de werken, en dat nodigt uit om ze als het ware met je hele lichaam te beleven; je kan eromheen lopen, je bent actief in beweging en ziet de werken steeds van een andere kant. Het is geen statisch kijk-moment maar het biedt een andere ervaring,’ vertellen de oprichters Marko de Kok en Jacomijn Schellevis.

De beelden in EXPO 5: 1-4 laten goed zien wat LINK bedoelt met die lichamelijke verhouding tot een kunstwerk. Het ene werk dwingt je dichterbij te komen, met je neus erbovenop, het andere nodigt uit eronderdoor te lopen of juist afstand te nemen om het geheel te kunnen overzien.

De sculptuur van het duo Marjolijn Dijkman en Toril Johannessen bestaat uit lange industriële metalen buizen die als enorme spinnenpoten een lijnendoolhof vormen in de ruimte. Hier en daar houden de buizen glazen bollen omhoog die van dichtbij bekeken een eigen mini-ecosysteem blijken te hebben. In elke bol is een lens bevestigd, die de groeiende organismen en deeltjes binnenin vergroten. De bolling van het glas weerspiegelt juist de ruimte zelf; met het buizensysteem op de kop zwevend in de expositieruimte. Net als de andere werken in de expositie is deze installatie niet in één oogopslag te zien, maar blijf je als kijker bewegen en je plaats bepalen om het stelsel van armen en bollen te kunnen vatten. Waar ga je staan, wat wil je zien? Wil je inzoomen op de microwereld of je verhouden tot de speelse lijnen-constellatie in de tentoonstellingsruimte?

Marjolijn Dijkman en Toril Johannessen, 'EXPO 5: 1-4,' LINK in Zwolle (2024). Foto door de kunstenaars.
Marjolijn Dijkman en Toril Johannessen, 'EXPO 5: 1-4,' LINK in Zwolle (2024). Foto door de kunstenaars.

Midden in de ruimte staat een sculptuur van Nikki Vroom. Een mensfiguur met een opvallend klein hoofd en armen die nog langer zijn dan het hele lichaam, blokkeert het pad en dwingt je om je looprichting aan te passen. De figuur leunt op enorme knuisten en helt lichtjes voorover. Dat lijkt eerst intimiderend maar toch doen het zachte materiaal en het kalme zorgeloze gezicht geruststellend aan. Vroom gebruikt het schuimrubber opvallend sec, zonder verf of extra laag eroverheen. Ze laat puur het lichtgele zachte schuim met de typische luchtbelletjes zien. Dat het lastig is dit materiaal in vloeiende lijnen te vormen, is duidelijk te merken aan de hoekige vormen en vlakken die zijn ontstaan bij het snijden. Het zijn interessante tegenstellingen waar ze mee speelt; de zachtheid van het materiaal en de hoekige soms lompe vormen, of het brede krachtige torso en het serene gezicht met gesloten ogen.

Nikki Vroom, 'EXPO 5: 1-4,' LINK in Zwolle (2024). Foto door de kunstenaar.

In de voorste ruimte van LINK is het werk van Krystel Geerts en Rutger de Vries naast elkaar te zien, wat een interessant verhaal oplevert. Het werk van De Vries biedt een kleurrijk statement over beweging, met een speelse houding. Geerts maakte een standvastig object van zwaar materiaal, maar zoals haar werk vaker verschillende lagen, perceptie en ‘fakeness’ als thema aangrijpt, blijkt ook dit beeld een façade. Voor de expositie Roosen&Guests in Het Nijenhuis in Zwolle maakte Geerts het werk La Chimera (2023) dat nu ook bij LINK te zien is.  De klassieke openhaard in een van de kamers van het kasteel vormde de aanleiding voor een replica, waar de grenzen tussen identiteit en zekerheid vervagen. Geerts’ poort of haard houdt de ware aard van het werk opzettelijk verborgen. De gedachtes over wat het object is of representeert en een navigeren tussen realiteit en fictie, worden in de expositie bij LINK versterkt door de toevoeging van een tweede, liggende poort. De poorten zijn identiek, de eerste intact en rechtopstaand, de tweede liggend in een aantal grote stukken verdeeld over de vloer. Samen testen ze je bereidheid verder te kijken dan je eerste indruk. Ik zie het residu van de vingers die door de klei bewogen om het in de juiste vorm te krijgen. Het vegen en het wegpoetsen, de lijnen van de vingerafdrukken. Maar ik zie ook de oneigenlijke glans van het materiaal en de grote metalen stellage die de staande poort stut. Geerts vertelt me: ‘Net zoals klei vorm kan krijgen, is ook de werkelijkheid flexibel en voortdurend in beweging. Door de klei in een hard materiaal te gieten dat de uitstraling heeft van vers vochtige klei, ontstaat een illusie die blijft bestaan ​​totdat de achterkant zichtbaar wordt. De gevel die ontstaat zorgt voor een contrast tussen de verwachting van zachtheid en de daadwerkelijke stevigheid van het materiaal.’

De Vries’ werk Circle Sprayers (2nd Spin) is een constellatie van brandblusapparaten, lange snoeren, strakke verticale houders, grote kleurcirkels op de muur en natte verf. Je kijkt naar het overblijfsel van een performance, waar alles dat is gebruikt in het maakproces nog steeds belangrijk is in het uiteindelijke beeld. Het werk lijkt op deze manier niet te gaan over wat de brandblussers op de muur hebben gespoten als eindresultaat. In plaats daarvan speelt alles dat je ziet een rol; de druipende verf, de kleuren die mengen op de vloer en gestaag de ruimte in kruipen, de lange zwarte snoeren naast de blusapparaten. Je ziet de opbouw, de actie en het eindbeeld in één oogopslag.

De installatie neemt een bijzondere plek in binnen het oeuvre van De Vries. In zijn andere installaties is het werk statisch vertelt hij. Want hoewel ook daar de verf op de muur wordt gespoten met motorisch werkende brandblusapparaten, is de actie altijd vanaf één vast punt. In de installatie bij LINK zijn de slangen bevestigd aan ronddraaiende armen waar de verf uit sproeit, en vormt beweging een belangrijk onderdeel van zowel de performance als het eindbeeld. Door te werken met deze door Rutger zelf gemodificeerde apparaten, geeft hij de controle over het eindresultaat uit handen. De muurschildering wordt nu bepaald door de ruimte, de muur, de vloer -een plint misschien-, en de kracht van de apparaten; het ritme waarmee ze bewegen, de draaiing van de arm. Naast die controle is ook de twijfel uit handen gegeven. De onzekerheden die je kent als kunstenaar en die je gebruikt in je werk, in de keuzes die je maakt tijdens het schilderen bijvoorbeeld, zijn nu niet aanwezig. Hier is de schildering gemaakt door computergestuurde mechanieken die de uitkomst feitelijk maken en geen ruimte bieden aan andere mogelijkheden. Dat maakt de opstelling van de totaal-installatie zo belangrijk en waardevol, omdat je daar iets terugziet van het denken, het wikken en wegen dat voorafgaat aan de actie van de kunstenaar. Elk element in de installatie heeft een overwogen plek gekregen in de compositie. Ze zijn bij elkaar gezocht en precies zo geregisseerd. Zo zie je in de opbouw, actie en het eindbeeld tegelijk ook keuzes, feitelijkheid en toeval in één.

Met EXPO 5: 1-4 doet LINK de bezoeker een handreiking om de fysieke relatie tussen het kunstwerk en zichzelf te onderzoeken; op welke manier sta ik als bezoeker in deze ruimte en tegenover, naast of onder dit kunstwerk. Het is objecteigen dat de kijker de ruimtelijkheid van het werk ervaart door zelf te bewegen in die ruimte. Dat is precies waar LINK haar programma op focust zodat een kunstervaring niet een oog-brein aangelegenheid is, maar ook een lichamelijke oefening wordt.

EXPO 5: 1-4  is in de huidige samenstelling te zien tot en met 15 januari, daarna start LINK met haar nieuwe, experimentele vorm van fluïde programmeren. De installaties van De Vries en Dijkman &  Johannessen zijn in die hoedanigheid nog tot 1 maart te zien.

Petra Boonstra

is beeldend kunstenaar en curator

Gerelateerd

Recente artikelen