metropolis m

Gareth Nyandoro – Stall(s) of Fame
Palais de Tokyo, Parijs
14.06.2017 t/m 10.09.2017

Het gaat snel met de carrière van Gareth Nyandoro (1982). Toen hij in 2014 begon met zijn residency aan de Rijksakademie had hij nog amper een voet buiten Zimbabwe gezet. Sindsdien vertegenwoordigde hij zijn vaderland op de Biënnale van Venetië (2015), won hij de Emerging Voices Award à veertigduizend dollar van de Amerikaanse Financial Times (2016) en wordt hij gerepresenteerd door galerie Tiwani Contemporary in Londen en Mirko Mayer in Keulen. Momenteel heeft hij een kleine solotentoonstelling in het Parijse Palais de Tokyo.

Aan de tentoonstelling ging de SAM Art Projects residency van drie maanden in de Franse hoofdstad vooraf, een verblijf voor kunstenaars van buiten Europa en Noord-Amerika. Aangezien Gareth Nyandoro geïnteresseerd is in de markt en straathandel, is het niet zo gek dat hij een paar (lege) boekenstalletjes langs de Seine adopteerde voor zijn installatie. In zijn levensgrote tekeningen zijn dit keer niet de markthandelaren uit Harare de helden, maar Afrikaanse voetballers uit heden en verleden. Op de centrale tekening, die over een paar stalletjes gedrapeerd is, zijn de shirts met namen en rugnummers van onder anderen George Weah, Didier Drogba en Nwankwo Kanu getekend. De voetballers zijn niet ten voeten uit weergegeven; de focus ligt op hun voetbalshirts. Het lijkt om meer te gaan dan een hommage. Eén van de manieren om te ontsnappen aan de economische misère in Afrika is een oversteek per boot naar Europa. Een andere route is een glanscarrière als topvoetballer, voor wie geluk heeft. De miljoenen die voor Afrikaanse voetballers worden neergeteld, hebben een nare bijsmaak: de Afrikaanse voetballer als product, als nieuwe grondstof. Nyandoro wijst er in een interview op dat zowel het voetbal als de Bijbel mensen verhinderen na te denken over de kolonisatie, maar dat de sport tegelijkertijd een belangrijk instrument is van bevrijding en trots.

Er kan een parallel getrokken worden tussen de voetballers en de manier waarop Nyandoro zelf als ster onthaald wordt op de internationale kunstmarkt. Ook dat is een route uit de armoede. Nyandoro: ‘As an artist, I position myself in a marketplace. In a certain way I too am for sale.’ Nu de kunstenaar belangrijke prijzen wint, er veel vraag is naar zijn werk (zijn door Tiwani Contemporary gerepresenteerde werk op Art Brussel 2016 was uitverkocht) en zijn vraagprijzen snel stijgen (een grote tekening kost ongeveer 22.500 euro), zal hij zich afvragen wat zijn nieuwe financiële positie voor zijn werk betekent. Waar de kunstenaar eerder zijn positie min of meer deelde met die van de protagonisten in zijn werk, de straatverkopers ofwel de have-nots, is Nyandoro in korte tijd zelf een have geworden.

In zijn werk speelt Zimbabwe een grote rol. Sinds president Robert Mugabe in 2001 een landhervorming doorvoerde, is de economie totaal ingestort. De hyperinflatie heeft bankbiljetten opgeleverd met irrationele bedragen als honderdbiljoen dollar en de werkeloosheid ligt op 94 procent. Nyandoro richt zijn blik op de overgrote meerderheid, de self-employed unemployed, die zich massaal op de micro-economie hebben gestort om te overleven. De titels van zijn tekeningen spreken boekdelen: Straw Hat and Bhero Vendor, Parasite Instant Killer, Dog Walker, Welding Set Up Shop en Street Healings Series. Dit is hoe de meeste mensen aan de rand van de maatschappij zich proberen staande te houden. Nyandoro geeft hun met verve een podium. Hij toont zich een intelligent kunstenaar door niet eenzijdig bij de markthandelaar of straatverkoper stil te blijven staan, maar het onderwerp ‘markt’ te verdiepen en ook op zichzelf te betrekken, zoals in Palais de Tokyo.

Nyandoro wordt doorgaans echter niet zozeer geprezen om de inhoudelijke portee, maar vooral om zijn verbluffende techniek en geheel eigen stijl. Met ‘tekening’ doe je zijn hybride en complexe maaksels tekort; met grafiek als achtergrond begon Nyandoro het papier als etsplaat te behandelen. Sindsdien tekent ofwel snijdt hij de voorstelling in het papier. Eerst snijdt hij een raster en vervolgens geeft hij de voorstelling vorm door gericht de dunne papierstroken weg te trekken. Delen papier sponst hij met inkt zodat de kerven vollopen met kleur. Iedere beschrijving schiet eigenlijk tekort; wie voor zijn tekeningen staat, blijft verbluft puzzelen hoe de werken nou eigenlijk zijn gemaakt. De kunstenaar noemt zijn techniek kucheka cheka, naar het werkwoord cheka uit het Shona dat uitsnijden betekent. De mogelijkheden die deze techniek biedt, zijn eindeloos en Nyandoro lijkt ze allemaal te willen ontdekken en benutten.

In Palais de Tokyo komt zijn virtuositeit echter niet altijd goed naar voren. Een aantal tekeningen is vrij grof opgezet, zonder veel details. De tekening met de voetbalshirts is misschien zelfs wel te ruw. Het gekras en geklad, dat altijd aanwezig is en verwijst naar de etstechniek, krijgt hier wel erg de overhand. Misschien was de kunstenaar bang om beschuldigd te worden van ‘mooitekenarij’ en heeft hij het daarom over een andere boeg gegooid. Vier portretten van voetballers, die in een boekenstalletje hangen, zijn geborduurd. Deze flarden papier ogen als vodden, terwijl er veel arbeid in geïnvesteerd is. Interessant blijft de wijze waarop Nyandoro zijn tekeningen ruimte laat innemen: niet alleen door tekeningen los van de muur te laten komen, maar ook door het papier van twee tekeningen door te laten lopen over de vloer. Aan de voetstappen, vlekken en scheuren te zien, is het geen enkel probleem wanneer je eroverheen loopt. Het is een goed teken dat de economische voorspoed Nyandoro’s experimenteerdrift niet in de weg staat. Het levert echter nog geen uitgekristalliseerde resultaten op.

Nanda Janssen

is curator en criticus en woont in Parijs

Recente artikelen