metropolis m

Klaas Rommelaere

Mede door Duchamp was handwerk in kunst gedurende lange tijd iets om je voor te schamen. Not anymore, een generatie kunstenaars komt er vol voor uit het makerschap (cq alle vormen van ambachtelijkheid) met hart en ziel te omarmen. Maar daarmee is het negatieve imago ervan in de kunst niet direct verdwenen.

Dat was even slikken. Had de kunstwereld afgelopen twintig jaar geleerd handwerk te omarmen en op een voetstuk te plaatsen, is daar ineens de kunstenaar Andrea Büttner die in een interview in Metropolis M streng afrekende met de populariteit van het ambacht. Ambachtelijkheid mag in kunstkringen zeer geliefd zijn, maar volgens Büttner om verkeerde redenen. Ik citeer: ‘Ik denk dat velen in de kunstwereld zichzelf voorliegen als ze denken dat je door te werken met honing of leer, of door een ambacht als weven te gebruiken, deel uitmaakt van een emancipatoir project. Ik denk eerder dat we ons weer op een gevaarlijk moment bevinden waarop het anti-modernisme extreem sterk is.’

Büttner heeft vooral bezwaar tegen de manier waarop het ambacht in kunstkringen wordt gezien als een vorm van verzet, met de kralenketting als katapult en het borduursel als spandoek. Alsof je door te weven een betere wereld krijgt. Ze gaat er met gestrekt been in, door een directe connectie te leggen met het regressieve denken van extreem-rechts, dat zich onderdompelt in nostalgie.

Büttner: ‘Ik vraag me af of de interesse van de kunstwereld in een biologische levensstijl en planten, maar ook in ambachten zoals weven en pottenbakken, die allemaal tot een high-end consumentenspectrum behoren, niet diep reactionair is. Reactionair is eigenlijk nog een te zwak woord ervoor.’ Ze trekt een vergelijking met de interesse in biodynamische landbouwexperimenten van de nazi’s.

Wordt handwerk in culturele kring niet te vaak opgezadeld met valse verwachtingen?

Joanna Schneider

Hoewel de vergelijking met het nazisme wat ver gaat, zit er wel een grond van waarheid in haar argument. Wordt handwerk in culturele kring niet te vaak opgezadeld met valse verwachtingen? Is de kritische macht die haar wordt toegedicht niet een handige manier om het handwerk meer aanzien te geven in kringen die niet bereid zijn het op zichzelf serieus te nemen?

Ook in de tentoonstelling Craft!Now in Coda krijgt handwerk een heel palet aan bijzondere niet-ambachtelijke betekenisssen toegedicht. In de inleiding lees ik over louter goede bedoelingen van kunstenaars die zich keren tegen de gehaaste digitale cultuur, zijn productiedwang en zucht naar efficiëntie. Kunstenaars als Koen Taselaar, Susanne Inglada, Thomas Trum en Joanna Schneider vertellen bij monde van curator Rianne Groen over hun eigen schermmoeheid en behoefte aan tastbare, bewerkelijke kunst, die bovendien heel duurzaam is. Groen roemt het verantwoordelijkheidsgevoel van de kunstenaars omdat ze oeroude ambachtelijke technieken die anders verloren zouden gaan een nieuwe impuls geven.

Mij valt bij mijn bezoek aan Apeldoorn in eerste instantie vooral de schaal ervan op. Hier zijn kunstenaars aan het werk die de eigen studio al lang zijn ontgroeid en werk maken op het formaat van de museumzaal of kantoorlobby – allesbehalve de intieme kleinschaligheid die je doorgaans met handwerk associeert. Taselaar maakt zijn werk in samenwerking met weefstudio’s, Trum maakt schildermachines die toegespitst zijn op hun locatie en taak, in het geval van Apeldoorn is dat een spectaculaire regenboog die ter plekke in een sequentie van bewegingen op de museumwand is gespoten. In een volgende ruimte popt een enorme ruimtelijke installatie van afgedankte parasols van Sara Bjarland tevoorschijn, in hun wedergeboorte als minimal sculptuur.

Het is een spectaculaire tentoonstelling die laat zien dat ‘craft’ in de handen van deze kunstenaars weinig van doen heeft met de kunstnijverheid waarmee we het van oudsher associëren. Het meeste werk is vrij kritisch, soms nadrukkelijk conceptueel in de basis. Meest expliciet Narges Mohammedi die een curieuze badkamer reconstrueert van stro die niet zou misstaan in een dure penthouse. Het is haar kritiek op het luxegoed die het ambachtelijke in de huidige economie doorgaans vertegenwoordigt.

Ook Wouter Paijmans toont zich kritisch in werk dat juist fast fashion op de korrel neemt. Met afgedankte kleding maakt een soort van collage-schilderijen die de kijker confronteren met diens respectloze omgang met kleding. Sara Bjarland sluit zich bij hem aan met abstracte werken die zijn opgebouwd uit afval uit vuilcontainers.

Ook bij de kunstenaars met de meest bewerkelijke werken, die je in die zin ambachtelijk kunt noemen, dringen de concepten zich onmiddelijk aan je op. Koen Taselaars figuratieve tapijten bijvoorbeeld, die op geestige wijze commentaar geven op de culturele wereld. Hoe belangrijk zijn die tapijten voor werk dat hij als tekening maakt? Wat is de meerwaarde van het weefwerk?

Dat ligt anders bij Klaas Rommelaere die bij zijn poppen niet zonder het borduurwerk kan dat hij uitvoert met een clubje oudere Vlaamse dames. Zonder al die speciale borduurtechnieken is Rommelaere niets, het werk valt ermee samen. Hetzelfde geldt voor Joanna Schneider die niet alleen gebruik maakt van afgedankt visserstouw, maar ook van de bijbehorende technieken die ze bij oude vissers opdoet. Ook het werk van Sanne Bax en Tanja Smeets is volkomen afhankelijk van de uitvoering. Maar over het geheel gaat de tentoonstelling Craft! Now meer over de verhouding van de kunstenaar tot handwerk dan het handwerk zelf.

Het is in die zin niet heel anders dan bij de eerder aangehaalde Büttner zelf die in haar eigen werk ook in ambacht geïnteresseerd is, niet als missie, niet als medium, maar als onderwerp van sociaal-culturele reflectie. Een betere wereld levert het niet snel op, maar wel werk om over door te praten.

Foto/Foto’s: Sushilla Kouwen/CODA

Craft! Now
CODA Apeldoorn
t/m 14 april

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Gerelateerd

Recente artikelen