metropolis m

In the Belly of the Whale
Witte de With Center for Contemporary Art, Rotterdam
09.09.2016 t/m 31.12.2016

Met behulp van een nevelkamer, een afgesloten ruimte die een oververzadigde mist van water en alcohol bevatte, wilde de Schotse natuurkundige Charles Thomson Rees Wilson (1869-1959) de ontwikkeling van wolken bestuderen. Maar onbedoeld fungeerde het instrument eveneens als detector van geladen deeltjes. De bewegingen van de geladen deeltjes veroorzaakten figuren die op dia’s te zien zijn in In the Belly of the Whale in Witte de With. Wilsons beelden zijn het uitgangspunt van de tentoonstelling; de dia’s dienen als voorbeeld voor de manier waarop het onzichtbare aan het oppervlak verschijnt. De titel van de tentoonstelling lijkt echter haaks te staan op de wetenschappelijke inspiratie ervan. In the Belly of the Whale verwijst naar het Oudtestamentische verhaal van Jonas die drie dagen in de buik van een walvis doorbracht.

Curatoren Adam Kleinman en Natasha Hoare spitsen zich toe op de momenten van verandering in het Bijbelse verhaal, zoals ze ook de bewegingen inherent aan Wilsons dia’s aanwijzen als urgent en aanknopingspunt voor de projecten die ze tonen. De koppeling lijkt ver gezocht: hoe komen Wilsons wetenschappelijke vindingen, het religieuze motief en de trajecten die kunstwerken afleggen in de tentoonstelling bijeen?

De werken in In the Belly of the Whale intrigeren stuk voor stuk. Dit is vooral toe te schrijven aan de soms aan het ongelooflijke grenzende verhalen die erin worden verteld. Zo onthult Susanne Kriemann in Pechblende (Chapter 1) dat in het Ertsgebergte in de voormalige DDR de radioactieve stof uraniet werd gewonnen, waarmee de nucleaire bewapening van de Sovjet-Unie mogelijk werd gemaakt. Ze vraagt zich af of, en zo ja, hoe artistieke middelen zulke verborgen geschiedenissen zichtbaar kunnen maken. Deze vraag onderscheidt haar werk van dat van Wilson, die net als Kriemann fotografische technieken inzette, maar slechts voor het documenteren van het onderzoeksresultaat. In een ruimtevullende installatie laat Kriemann objecten zien die betoveren, vooral door de kracht van het licht waarmee ze in de verduisterde zaal op de muur worden geprojecteerd. Immense camera obscura’s belichten wat later mijnwerktuigen blijken te zijn.

Een heel ander verhaal is dat van de Arabisch-Israëlische Oorlog (1948). In de nadagen van de strijd hebben Israëlische troepen huizen en instituten geplunderd waarbij ze duizenden boeken hebben geconfisqueerd. Deze boeken bevinden zich nu in joodse bibliotheken. Emily Jacir fotografeerde de sporen van de voormalige eigenaren: koffievlekken, ezelsoren, aantekeningen, bidprentjes en plukjes haar. Ex libris brengt de resten van een ongekende verleden tijd in beeld en is tegelijkertijd een aanklacht tegen het voortdurende politieke conflict.

Zo rijgen de spoken van het verleden zich aaneen in In the Belly of the Whale. Het borduursel The Crows van Britta Marakatt-Labba concentreert zich op het protest van de inheemse Samibevolking tegen een hydro-elektrische dam in de Altarivier in het noorden van Noorwegen. Broken Hill van Pratchaya Phinthong traceert de geschiedenis van het eerste menselijke fossiel gevonden in Zambia, dat destijds in beslag werd genomen door de Britse koloniale macht. Het netwerk van vertellingen dat al dwalend door de tentoonstellingszalen wordt opgeroepen, is de kracht van de tentoonstelling maar tegelijkertijd haar achilleshiel. De mythes, sagen en historische onthullingen beginnen je naar verloop van tijd te duizelen. De vraag dringt zich op welke rode draad deze bonte lappendeken bindt.

Het nijpende gebrek aan samenhang wordt ook bewerkstelligd door de onderling sterk verschillende beeldtaal, die bovendien niet altijd dwingend genoeg is. De tentoonstellingsgids wordt zo je onmisbare begeleider; daarin wordt verteld wat in een werk, in weerwil van de opzet van de curatoren, niet zichtbaar wordt gemaakt. Zo begrijp je pas wanneer je het bijschrift leest wat er gebeurt in de registratie en foto van Tania Bruguera. De foto toont een nauwe schacht in een ongeplaveide straat. De documentatie laat een warrige (Spaanstalige, en niet ondertitelde) voorleessessie zien. In Opening Session of the foundational of INSTAR Instituto de Artivism Hannah Arendt wordt Arendts vuistdikke The Origins of Totalitarianism gelezen in het huis van de kunstenaar, luidsprekers gericht op de straat (publiek optreden was Bruguera verboden). De performance werd echter overstemd door boorwerkzaamheden. Later werd Bruguera gearresteerd. En al snel weer vrijgelaten. 20 mei werd gekozen als datum voor de performance. Het is de dag van de Cubaanse onafhankelijkheid die sinds 1960 officieel verschoven is naar 26 juli, toen Fidel Castro zijn gewapende verzet tegen dictator Batista begon. Het werk van Bruguera maakt vooral de relevantie inzichtelijk van de vraag hoe artistieke middelen duistere geschiedenissen kunnen onthullen. Het legt ook de vinger op de zere plek van onderzoekstentoonstellingen van het type In the Belly of the Whale: hoe politieke gevoeligheden tentoon te stellen? Moet er niet naar andere tentoonstellingsmodellen worden gezocht, om verhalen, die zich zoals dat van Bruguera zo nadrukkelijk verhouden tot de wereld buiten de tentoonstellingszaal, te kunnen vertellen?

De verscheidenheid aan verhalen en perspectieven op vertellingen in In the Belly of the Whale dwingt je als bezoeker onophoudelijk je gezichtspunt te veranderen en naar verbintenissen tussen de werken te zoeken. Dit is een lastige en onzekere positie. Als een Bijbelse Jonas realiseer je je dat je niet buiten de artistieke, politieke, economische, sociale of ecologische systemen staat; je zit er middenin. Als het de bedoeling van Kleinman en Hoare was je bewust te maken van dit gebrek aan houvast, en van de noodzaak je tot een steeds complexere wereld te verhouden, dan zijn ze in hun opzet geslaagd.

Ilse van Rijn

is kunsthistoricus

Recente artikelen