metropolis m

Middenin de voormalige stationshal van Hamburger Bahnhof in Berlijn staat een enorme roze- en vanillekleurige creatie opgetrokken uit zachte materialen als schuim en zijde. Met haar ronde vorm en raamopeningen lijkt de installatie op een mierzoete taart, maar roept ook associaties op met een klassieke arena. Grote kaarsen zijn met touw en schuim aan de stalen zuilen van de galerij gebonden die de centrale hal flankeert. Even ga ik op in het straatgeluid dat ik rondom de zuilen hoor, dan nodigt een luide kerkklok mij uit de arenaruimte van Fat to Ashes te betreden. Met haar eerste institutionele solotentoonstelling in Duitsland – die plaatsvindt in het kader van de in 2019 aan haar toegekende Preis der Nationalgalerie – voelt Pauline Curnier Jardin een aantal rooms-katholieke symbolen en tradities aan de tand, op af en toe vleselijke en bloederige wijze.

In de arena draait een videofilm waarin drie ritualistische gebeurtenissen elkaar in rap tempo afwisselen: de carnavalsviering in Keulen, de slachting van een zwijn op het hof van een boerderij en de jaarlijkse processie in Catanië ter ere van de heilige Agatha, wier borsten werden afgehakt toen zij de avances van de Romeinse Quintianus afwees. Volgens de overlevering dreigde God vervolgens met een eruptie van de Etna die Catanië zou verzwelgen, waarop Agatha haar leven gaf. Ze staat symbool als beschermheilige voor slachtoffers van seksueel misbruik en borstkankerpatiënten, maar wordt ook vereerd bij brandgevaar en brandwonden. Als de Etna rommelt, wordt tot haar gebeden.

Bij alle rituelen in de video vormt collectieve transgressie de kern. In een aaneenschakeling van symbolische acties, die scherp van elkaar verschillen maar zich kenmerken door een perverse of sadomasochistische ondertoon, is te zien hoe een mannelijke deelnemer van de processie met een enorme kaars op zijn rug gebonden extatisch schreeuwt. Daarop volgt een shot van gebakjes in de vorm van de afgehakte borsten van Sint-Agatha. Dan schakelt het beeld over naar het Keulse carnaval waar een rijtje mannen onflatteus lallend meedeint op de straatmuziek, gevolgd door een beeld van een als politieagent verkleedde man die ongeremd staat te zoenen met een vrouw. Een beeld van een zwijn dat geslacht wordt, wordt gevolgd door een van jonge meisjes die onzeker danspasjes uitvoeren voor een menigte, evenals een fragment van een nagespeelde scène van het afsnijden van Agatha’s borsten, opgevoerd door twee kinderen, een jongen en een meisje. Gefilmd met een Super-8 camera lijkt de film amateuristisch en als afkomstig uit een andere tijd, maar de overvloed aan smartphones maakt duidelijk dat de gebeurtenissen in het heden plaatsvinden.

Pauline Curnier Jardin zoomt in op de wrijving die ontstaat op momenten van transformatie en transgressie. Bij de processie ter verering van de heilige Agatha zijn het bijvoorbeeld overwegend mannen die meelopen: met loodzware kaarsen op hun rug en een stuk schuim ter verzachting terwijl ze de grote relieken boven de massa hooghouden. Dat heeft iets paradoxaals, want is het niet juist de man die de bedreiging vormt voor Agatha? En, hoe gewenst is het om een jongen en meisje de marteling na te laten spelen, of om een groep jonge meisjes op straat danspasjes op te laten voeren tegenover een grote menigte? Wat is de rol van deze seksuele, soms seksistische, insinuaties in de transformatie en transcendentie die hier in beeld wordt gebracht?

Unheimisch wordt het bij de fragmenten uit Keulen, waarover Curnier Jardin vertelt dat de beelden in 2020 zijn opgenomen, daags na de aanslagen met racistische motieven in Hanau (ca. 200 kilometer verderop) waar negen mensen met een migratieachtergrond zijn omgekomen. Ik moet ook terugdenken aan nieuwjaarsnacht in 2015 in Keulen waar een grote groep mannen op het plein voor de Dom vele honderden vrouwen belaagde. Er volgden circa 1.200 aangiften van aanranding en seksueel misbruik. De scheidslijn tussen viering en wreedheid is flinterdun.

Het merendeel van het onderzoek voor de installatie deed Curnier Jardin als onderdeel van een residency in Villa Medici in Rome. Tijdens de eerste lockdown in 2020 vroeg Curnier Jardin sekswerkers in een workshop om, tegen de vergoeding die ze doorgaans vragen voor het werk dat zij vanwege de strikte maatregelen niet mogen uitoefenen, tekeningen te maken van hun werkdag. De kleine expliciete tekeningen van erotische symbolen, seksuele handelingen en vrouwen in een positie van macht en controle hangen bij de kaarsen aan de zuilengalerij buiten de arena.

Met deze overdaad aan beelden werpt Curnier Jardin veel vragen op. Haar onderzoek werpt licht op de schurende tegenstellingen en de unheimische ambiguïteit van eeuwenoude gebruiken. Ze laat zien hoe zulke vieringen zo doordrongen kunnen zijn van een complexe perversiteit dat het lastig is te bedenken welke moraliteit ze vertegenwoordigen, en wie daarop is aan te spreken. Je kunt enkel ingrijpen of oprechte steun bieden aan de betrokken personen als wreedheid de overhand neemt.

Pauline Curnier Jardin, Fat to Ashes
Hamburger Bahnhof – Museum für Gegenwart, Berlijn
13.4 t/m 19.9.2021

Léon Kruijswijk

is assistent curator bij KW Institute for Contemporary Art in Berlijn, en freelance curator en criticus

Recente artikelen